English Abstract Global air traffic has increased extensively during the
last few decades and is expected to increase further over the next 20 years
by about 5-6% per year. Emissions of trace gases such as carbon dioxide,
nitrogen oxides, hydrocarbons, sulphur oxides, water vapour and soot from
aircraft can have environmental effects. The model results indicate that
NOx emissions from aircraft cause an increase in the NOx and ozone
concentrations in the upper troposphere and lower stratosphere, and a
positive radiative forcing. For 1990 aircraft emissions result in an
increase in the NOx concentration at 10-11 km of about 20 ppt in January and
50 ppt in July over the northern mid-latitudes, corresponding to a relative
increase of about 50%. The maximum increase in the ozone concentrations due
to the aircraft emissions at northern mid-latitudes is about 2.5% in
January and 3-4% in July. The aircraft-induced ozone changes cause a global
average radiative forcing of 0.013 W/m2 for January and 0.025 W/m2 for
July. The 2015 ANCAT projection, yield 90% higher aircraft NOx emissions
than in 1990. As a consequence of this, the calculated NOx perturbation by
aircraft emissions increases by about 100% between 1990 and 2015, and the
ozone perturbation by about 50-70%. The global average radiative forcing
due to the aircraft-induced ozone changes increases by about 50% between
1990 and 2015. The perturbation of ozone due to the aircraft NOx emissions
increases faster during this period than that due to NOx surface sources
from industry, electricity production and road traffic.
Rapport in het kort
Het mondiale vliegverkeer is de laatste decennia sterk
gestegen en groeit naar verwachting in de komende 20 jaar met 5-6% per jaar.
De emissies van sporengassen van vliegverkeer zoals, kooldioxide,
stikstofoxiden, koolwaterstoffen, zwaveldioxide, waterdamp en roet kunnen
effecten hebben op het milieu. De modelresultaten laten zien dat NOx
emissies van vliegverkeer een toename veroorzaken van de NOx en
ozonconcentraties in de hoge troposfeer en lage stratosfeer, en een
positieve stralingsforcering. Vliegverkeeremissies resulteren in 1990, in
een toename in NOx concentraties op 10-11 km van ongeveer 20 ppt in januari
en 50 ppt in juli boven het noordelijk halfrond, hetgeen correspondeert met
een relatieve toename van 50%. De maximum toename in ozonconcentraties door
vliegverkeer op gematigde breedtes op het noordelijk halfrond is ongeveer
2,5% in januari en 3-4% in juli. The ozonveranderingen door vliegverkeer
veroorzaken een mondiaal gemiddelde stralingsforcering van 0.013 W/m2 in
januari en 0.025 W/m2 in juli. De ANCAT projecties voor 2015 geven 90%
hogere NOx emissies dan in 1990, met als gevolg dat tussen 1990 en 2015 de
berekende NOx verstoring door vliegveer toeneemt met ongeveer 100% en de
ozonverstoring met ongeveer 50-70%. De mondiaal gemiddelde
stralingsforcering ten gevolge van ozonveranderingen door vliegverkeer neemt
in dezelfde periode met ongeveer 50% toe. De toename in de
ozonconcentraties door emissies van vliegverkeer is groter dan ten gevolge
van oppervlaktebronnen van de industrie, elektriciteitsproductie en
autoverkeer.