Rapport in het kort
Een literatuuronderzoek werd uitgevoerd naar het gedrag
van de bestrijdingsmiddelen atrazine, 1,3-dichloorpropeen, dinoseb,
mecoprop, metam-Na en propachloor in de bodem met speciale aandacht voor het
gedrag in de ondergrond. Alleen voor atrazine en 1,3-dichloorpropeen werden
enkele gegevens over het gedrag in de ondergrond gevonden. Voor atrazine
zijn deze gegevens niet eenduidig. In de zandgebieden van Nederland wordt
de ondergrond vaak gekenmerkt door afwezigheid van klei en leem, een gering
gehalte aan organische stof (<0.1%) en een geringe microbiele biomassa.
Enkele locaties met deze eigenschappen werden geselecteerd. Het bleek niet
mogelijk met bestaande kennis het gedrag van de geselecteerde
bestrijdingsmiddelen in de ondergrond van de geselecteerde locaties te
voorspellen. Dit interne rapport geeft uitgangspunten voor het vervolg van
het project.