|   print

[  ]
 
Knoop JM ; Puijenbroek PGM van ; Wortelboer FG

34 p in Dutch   1996

Toon Nederlands

English Abstract
The objective of this study was to estimate the use, emissions and aquatic fate of lindane in the Rhine Basin from 1985 to 2000. The use of lindane in the Rhine Basin is based on its agricultural use in the five most important riparian states: Germany, Switzerland, France, Luxembourg and the Netherlands for 1985 and 1990. Based on anticipative measurements on the different uses in these countries, hardly any change was to be expected in the period 1990 - 2000. Monitored data up to 1993 more-or-less confirm this assumption. Six major emission pathways are distinguished: 1) agricultural applications, 2) erosion, 3) domestic use, 4) atmospheric deposition directly onto surfacewaters, 5) atmospheric deposition via non-paved areas and 6) runoff from urban areas. In 1985 agriculture and atmospheric deposition together comprised over 70% of all emissions whereas in 1990 households and agriculture were calculated to be responsible for almost 80% of all emissions inside the Rhine Basin. The aquatic fate in the Rhine Basin was calculated with the water quality model DELTAWAT. Comparison of the calculated with the observed water quality shows in general an overestimation of the emissions in 1985 by a factor ranging from 1 to 2, whereas the estimates for 1990 looked fairly accurate. Since the monitored discharges showed unexplainable discrepancies, further analysis of the emission estimates was not very useful. Assuming an overestimation of the sources by a factor of 1 to 2 in 1985 and of the 1990 emission estimates within a range of 50%, the 50% emission reduction objective of the International Commission for the Protection of the Rhine (ICPR) in 1995 in comparison with 1985 has most likely already been met. The water quality objective for the year 2000, however, will most certainly not be met or even be approached in most parts of the Rhine Basin. The ICPR objectives for emissions and water quality seem to be in conflict.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Doel van de studie was het maken van schattingen voor het gebruik, de emissies en de verspreiding van lindaan in het Rijnstroomgebied in de periode 1985 - 2000. Het gebruik van lindaan is geschat aan de hand van gegevens over de toepassing in landbouw in de zogenaamde Rijnoeverstaten: Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Voor de periode 1990 - 2000 worden geen veranderingen verwacht omdat geen maatregelen gepland zijn in bovengenoemde landen. Voor het begin van de negentiger jaren wordt dit beeld bevestigd door meetgegevens. Zes belangrijke emissieroutes zijn onderscheiden: toepassingen in de landbouw ; erosie ; huishoudelijk gebruik ; atmosferische depositie zowel direct op oppervlaktewater als wel via verhard en onverhard oppervlak. In 1985 werd 70% van alle emissies veroorzaakt door landbouw en atmosferische depositie. In 1990 waren landbouw en huishoudens tezamen verantwoordelijk voor 90% van alle lindaanemissies binnen het Rijnstroomgebied. Om de verspreiding van lindaan in het oppervlaktewater te berekenen, is het model DELTAWAT gebruikt. Aan de hand van vergelijkingen tussen berekende en gemeten waarden wordt geconcludeerd dat in 1985 de emissies worden overschat met een factor tussen 1 en 2, terwijl de schattingen voor 1990 tamelijk nauwkeurig zijn. Een nadere analyse van de bronnen werd niet uitgevoerd omdat de berekende vrachten erg onbetrouwbaar bleken te zijn. Als er van uit wordt gegaan dat de emissies in 1985 zijn overschat met een factor tussen 1 en 2 en de schattingen voor de emissies in 1995 een maximale onnauwkeurigheid hebben van 50%, is het zeer waarschijnlijk dat de doelstelling, die de Internationale Rijncommissie (IRC) gesteld heeft ten aanzien van het reduceren van emissies, gehaald wordt. De lindaan waterkwaliteitsdoelstelling van de IRC zal daarentegen waarschijnlijk zelfs bij benadering niet gehaald worden in het overgrote deel van het Rijnstroomgebied. De conclusie moet dan wezen dat beide IRC-doelstellingen niet met elkaar in overeenstemming zijn.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1996-09-30 )