Rapport in het kort
Een belangrijke risicogroep voor blootstelling aan
fluoride vormt vee. Bij de huidige optredende concentraties zijn effecten
aangetoond. Door simulatie van de omstandigheden in de koemaag is een
eerste inzicht verkregen in de mate van blootstelling via extractie van
fluoriden uit gronddelen, met name rivierklei (met hoge natuurlijke
fluoridegehalten). Aangetoond is dat bij pH 2 (pH van de lebmaag)
significant meer fluoride beschikbaar kwam dan bij pH 7 (pH van de
voormagen). Na 24 uur werd 40 +/- 10 mg F-/kg grond bij pH 2 geextraheerd
en 5 +/- 1 mg F-/kg bij pH 7. In deze proeven werd gevonden dat maximaal
(bij pH 2 en 35 graden C) 40 +/- 10 mg F-/kg grond beschikbaar kwam en dat
geen significante verschillen optraden als gevolg van variatie in bodemtype
en tijd. Het extractiegehalte van depositiebelaste rivierklei (Heteren) was
wel significant hoger dan van rivierklei uit een onbelast gebied (Houten).
In tegenstelling tot de geextraheerde gehalten verschilden de
extractiepercentages voor humeuze zandgrond en rivierklei significant. De
beschikbare fluoride bij pH 2 varieerde van 6 tot 13% voor de rivierklei en
44 tot 47% voor de humeuze zandgrond. Een keuze tussen gebruik van
extractiepercentage of extractiegehalte voor normstelling van opname uit
gronddelen kan op basis van de beperkte range van getoetste bodemtypes niet
verantwoord gemaakt worden.