Rapport in het kort
Zonder de keuze van een zekere standaard-lijn ten
aanzien van de software die men zelf gebruikt, kan nauwelijks efficient met
een computer worden gewerkt. Onder UNIX en op de Macintosh is het gebruik
van programma's en de uitwisseling van gegevens daartussen
gestandaardiseerd. Onder MS-DOS is dit niet het geval. Juist vanwege de
grote verschillen in de bediening van MS-DOS-pakketten in het algemeen en de
veelal moeizame uitwisselbaarheid van gegevens daartussen, is het zaak te
kiezen voor programma's die wat dit betreft op elkaar zijn afgestemd en
elkaar aanvullen. Het resultaat is dan een totaalomgeving waarvan de
functionaliteit duidelijk uitstijgt boven die van de afzonderlijke
pakketten. De voor MS-DOS voorgestelde omgeving is gegroepeerd rond Lotus
1-2-3 en omvat de andere Lotus-pakketten Manuscript, Symphony, Agenda,
Metro, Hal, Freelance en Graphwriter. Waar Lotus niet voorziet worden
andere pakketten gebruikt zoals copilers, communicatiepakketen en
diskutilities.