English Abstract The lack of landfill capacity for waste in the
Netherlands has prompted a Dutch government policy strongly recommending the
re-use of (bulky) waste in building and road construction works. To
minimize pollution, secondary raw materials have to meet the standards for
inorganic leaching and organic composition as set down in the General
Administrative Order on Construction Materials (Soil and Surface Waters
Protection) in the Netherlands. The RIVM has investigated the impact this
Administrative Order will have on the applicability of potential secondary
raw materials and products manufactured from these materials. The granular
waste materials studied consist of various types of demolition wastes,
bottom ash from municipal waste incinerators and powdered coal-fired power
installations, phosphorus slag, steel slag, polluted dredging sludge, jet
grit, different kinds of casting sand, mining stone and iron-containing
sludge from drinking-water purification. Products studied were various
types of cement concrete, asphalt cement and road-base materials. Whenever
possible three or even more samples of the same waste were taken at
different locations. The chemical composition and leaching behaviour were
measured after pretreatment of the samples, the latter according to the
standard leaching tests for the Netherlands, i.e. a column test for the
granulates and a diffusion test for the products. When compared with the
standards of the Order, the results for the granulate samples showed
inconsistency in leaching and composition behaviour, i.e. some of the
samples met the standards of the Order and so can be suitably applied as
building materials, while others of the same granulate did not and so cannot
be applied. The products showed fairly good consistency in their
composition and leaching behaviour. With a few exceptions, all products
from wastes were found suitable for application.
Rapport in het kort
In het kader van het programma 'Afzet Afvalstoffen als
Secundaire grondstof' is de kwaliteit van de in kwantitatief opzicht
belangrijkste secundaire grondstofstromen die momenteel in de markt worden
afgezet gemonitord. Doel van dit onderzoek is het creeren van een
betrouwbaar gegevensbestand over de kwaliteit van granulaire afvalstoffen en
hun (potentiele) toepassingen. In dit onderzoek is aan de hand van de
organische samenstelling en de uitloging de milieuhygienische kwaliteit van
een aantal niet-vormgegeven - en vormgegeven secundaire bouwstoffen
beschreven en een lijst met kritische stoffen opgesteld. De uitloging van
de niet-vormgegeven bouwstoffen is bepaald met behulp van de kolomproef en
de uitloging van de vormgegeven bouwstoffen met behulp van de diffusieproef.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat voor betonKORRELMIX,
poederkoolbodemas, gewassen mijnsteen, cementgebonden vormzand en zeer open
asfaltbeton alle bemonsterde partijen in categorie 1 toepasbaar zijn en dus
open mogen worden toegepast. Voor AVI-bodemas, gereinigd straalgrit,
baggerspecie, kleigebonden vormzand en ijzerhoudend oppervlaktewaterslib
blijkt daarentegen geen van de bemonsterde partijen toepasbaar te zijn. Bij
de overige onderzochte niet-vormgegeven bouwstoffen is de indeling van de
bemonsterde partijen naar toepassingscategorie minder eenduidig. De
partijen zijn verdeeld over de categorieen 1, 2 en 'niet toepasbaar'. Bij
de vormgegeven bouwstoffen zijn negen van de dertien onderzochte materialen
bestempeld als een categorie 1A of 2/1B bouwstof. Dit geldt met name voor
beton met betongranulaat (1A), hydraulisch mengKORRELMIX (2/1B), beton met
gesinterde poederkoolvliegas (1A), betonmortel met hoogovencement (1A),
betonmortel met vliegascement (1A), LD-staalslak stortsteen (1A en 2/1B), de
asfaltbeton met de vulstof 1 en 2 (1A) en steenslagasfaltbeton (1A). Bij de
overige vormgegeven bouwstoffen zijn de partijen verdeeld over de
categorieen 1A, 2/1B en niet toepasbaar. Het betreft
zandcementstabilisatie, asfaltbeton met asfaltKORRELMIX en breekasfaltcement
met asfaltKORRELMIX.