|   print

[  ]
 
Harmelink MGM , Drissen E

22 p in Dutch   1999

Toon Nederlands

English Abstract
In the Second Memorandum on Climate Change the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment announced that a long-term climate outlook would be conducted to investigate the possibilities and costs of an extreme reduction in greenhouse gas emissions. The outlook, conducted by the Netherlands Energy Research Foundation (ECN), RIVM and the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis (CPB), investigated the possibilities for reducing the greenhouse gas emissions by 2% per year. The study focuses on the possibilities for national policies to reduce CO2 emissions. Two policy alternatives (stiring and market) were worked out. The alternatives were assessed on their effects on the environment and economy using the Global Competition scenario developed in CPB's Long Term Outlook.The main conclusions are that: 1) in order to reach such extreme CO2-reduction options, such as the import of biomass and the capture and storage of CO2, 'backstops' are required; 2) the macro-economic impact of the policies considered is rather small and 3) the policy alternatives have, in addition, a positive effect on the emissions of NOx, SO2, PM10 and VOC.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
In de Vervolgnota Klimaatverandering is aangekondigd dat er een verkenning zal worden uitgevoerd naar de mogelijkheden om in Nederland een reductie van de broeikasgassen van 1% a 2% per jaar te realiseren in de periode 2000-2020. Deze studie, uitgevoerd door ECN, RIVM en CPB, verkent de mogelijkheden om de emissies van broeikasgassen met 2% per jaar te reduceren. Hierbij ligt de nadruk op het verkennen van de mogelijkheden voor het voeren van nationaal CO2-beleid. Hiervoor zijn twee beleidspakketten (sturing en markt) uitgewerkt. De pakketten zijn beoordeeld op hun effecten op milieu en economie tegen de achtergrond van het Global Competion scenario uit de Lange termijn verkenning van het CPB. De belangrijkste conclusies zijn dat 1) voor het bereiken van vergaande CO2-reducties opties als het importeren van biomassa en de opslag van CO2 nodig zijn, 2) de macroeconomische gevolgen van een forse intensivering van het klimaatbeleid beperkt zijn en 3) de beleidspakketten tegelijkertijd tot een daling van de emissies van NOx, SO2, PM10 en VOS leiden

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1999-01-28 )