English Abstract To be able to meet policy goals like the NEC directive
and the Kyoto agreement, the Dutch government will have to implement
additional measures in the transport sector. In consultation with the
transport sector, the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the
Environment (VROM) made a list of options for reducing acidifying (e.g.
NOx, VOC and SO2) and climate-changing emissions ( e.g. CO2) due to traffic
and transport. The Ministry then commissioned the Environmental Assessment
Agency of the National Institute for Public Health and the Environment
(RIVM) to assess the emission effects and costs of these options. To
accommodate the additional policy measures that will come into force before
2010 and the change in insights into emission factors since the last
emission forecast, the Ministry also requested an update of the emission
forecast for 2010. This report presents a rough assessment of the costs of
and effects on emissions of 136 measures. It has been prepared for the use
of policy-makers in selecting cost-effective options. One recommendation,
however, is the advice to policy-makers to do a more accurate assessment
before implementing these cost-effective options. Along with options to
reduce polluting emissions, options to reduce noise emissions and improve
local air quality were also assessed. The report concludes that pricing
measures, in particular, could result in large emission reductions and be
cost-effective too. Such measures are: 1) levying emission charges for
inland ships and trucks, 2) changing the passenger car taxation regime along
the lines of 'the more emitted, the more paid' and 3) road pricing. Large
noise reductions can be realised by implementing silent road surfaces and
imposing an excise duty on the purchase of 'noisy' tyres (to stimulate the
use of 'quieter' ones). Moreover, these options are all technically and
organisationally feasible.
Rapport in het kort
De Nederlandse overheid moet de komende jaren extra
milieumaatregelen nemen om aan internationale afspraken en verdragen zoals
de NEC-richtlijn en het Kyoto-verdrag te kunnen voldoen. Het ministerie
VROM heeft in overleg met de sector verkeer en vervoer een groslijst met 136
mogelijke opties opgesteld en aan het MNP-RIVM en het onderzoeks-bureau CE
gevraagd de kosten, de effecten op emissies en de kosten-effectiviteit van
deze opties uit te rekenen. Verder heeft VROM het MNP-RIVM verzocht om een
actualisatie te doen van de in 2002 door het MNP-RIVM uitgevoerde
Referentieraming 2010 voor de sector verkeer en vervoer. Dit omdat
sindsdien politieke overeenstemming is bereikt over nieuw toekomstig beleid
dat invloed heeft op de emissies in 2010. Een tweede reden om een
actualisatie van de emissieraming uit te voeren zijn de recente inzichten
dat de praktijkemissies van met name nieuwere vrachtauto's aanzienlijk hoger
bleken te zijn. Bovendien speelde mee dat tot op heden gehanteerde
definitie van 'Nederlandse emissies' niet conform de NEC-richtlijn was. Dit
is in de nieuwe emissieraming gecorrigeerd. Het voorliggende optiedocument
maakt het voor beleidsmakers mogelijk een selectie te maken van de meest
kosten-effectieve opties. De eventueel gekozen opties moeten nog wel aan
een nauwkeurigere kosten- en effectenanalyse worden onderworpen alvorens te
worden geimplementeerd. Van alle opties is zover mogelijk de mate van
emissiereductie geanalyseerd voor de stoffen: kooldioxide (CO2),
stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10), vluchtige organische stoffen (VOS)
en zwaveldioxide (SO2). Daarnaast zijn enkele beleidsopties geanalyseerd om
te komen tot verdere geluidreductie in verkeer en tot het halen van
luchtkwaliteitseisen rond drukke wegen. Vooral prijsmaatregelen blijken
vanuit oogpunt van emissiereductie effectief en hebben tevens een gunstige
tot redelijke kosteneffectiviteit. Voorbeelden van dergelijke opties zijn:
1) heffingen doorvoeren op het gebruik van relatief vervuilende
binnenschepen en vrachtwagens; 2) een 'cocktail' aan veranderingen
doorvoeren in het belastingregime van personenauto's en in de
brandstofaccijnzen op zodanige wijze dat de automobilist meer gaat betalen
naarmate hij/zij keuzes maakt die het milieu meer vervuilen; 3) het
invoeren van een kilometerheffing voor wegverkeer. Relatief hoge
geluidsreducties kan de overheid bereiken door zo stil mogelijke wegdekken
toe te passen en een heffing op te leggen aan het gebruik van lawaaiige
banden (dan wel het gebruik van geluidarme banden te stimuleren). Deze
opties zijn technisch en organisatorisch reeds haalbaar.