|   print

[  ]
 
Suppers MAA ; Smit JRK ; Elzenga HE

29 p in Dutch   1994

Toon Nederlands

English Abstract
This report describes the results of a study to investigate the amounts of solid waste, the amounts of chromium III in these wastes, and the potential for quantitative and qualitative waste reduction in the Dutch leather industry (for the year 1992). The main results concerning the amounts in 1992 are: untanned residues: 14,000 tonnes ; tanned residues: 5,500 tonnes ; sludge from chromium precipitation: 3,300 tonnes and sludge from sewage treatment: 12,500 tonnes. The total chromium content in these wastes amounts to 213 tonnes. The prevention options that are found can be categorized as follows: 1) detanning of chrome splittings ; 2) chrome tanning with high exhaustion ; 3) reuse of chromium after precipitation and recovery from waste water ; 4) tanning with alternative tanning agents (e.g. vegetable or titanium III and aluminium III). On the basis of opinions derived from experts from inside and outside the leather industry, and numerous case studies carried out in other countries, it may be concluded that options from the second and third category seem to offer the best opportunities for reducing the amounts of chromium containing sludge. The technical as well as the financial hinderances are in these cases expected to be relativelly small.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Het rapport beschrijft de resultaten van een studie naar de afvalstoffensituatie van de Nederlandse lederindustrie (basisjaar 1992). Op basis van informatie die afkomstig is van onder andere de bedrijven, de Milieudienst Tilburg, de literatuur en het bestand gevaarlijke afvalstoffen van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen is allereerst een schatting gemaakt van de hoeveelheden chroomvrije en chroomhoudende leerafvallen en de hoeveelheden chroomslib en zuiveringsslib. Tevens zijn de chroomvrachten berekend die met het afval worden afgevoerd. De hoeveelheden chroomvrij leerafval, chroomhoudend leerafval, chroomslib en zuiveringsslib bedroegen in 1992 respectievelijk 14.100, 5.500, 3.300 en 12.500 ton (op basis van nat gewicht) ; de chroomvracht in totaal 213 ton. Op basis van de literatuur en de "databank schone technieken" van het bedrijfschap voor de Lederindustrie zijn vervolgens preventie- en hergebruikmogelijkheden geinventariseerd. Daarbij is de aandacht met name gericht geweest op mogelijkheden om de hoeveelheden chroom die met het afval worden afgevoerd te reduceren. De mogelijkheden kunnen als volgt worden gecategoriseerd: 1) opties met betrekking tot ontchroming van wet-blue reststoffen ; 2) opties met betrekking tot het gebruik van looistoffen met een hoger uitnutting ; 3) opties met betrekking tot intern hergebruik van chroom in het afvalwater ; 4) opties met betrekking tot andere looistoffen. De gevonden opties zijn aan een aantal deskundigen uit de branche voorgelegd om na te gaan in hoeverre deze door de branche als kansrijk worden gezien om te worden geimplementeerd. Op basis van dit commentaar en beschrijvingen van in het buitenland opgedane ervaringen kan worden geconcludeerd dat de opties met betrekking tot respectievelijk het gebruik van looistoffen met een hoger uitnutting en intern hergebruik (na precipitatie) van chroom in het afvalwater het meest kansrijk lijken te zijn. Zowel de technische als de financiele belemmeringen zijn hier het kleinst.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1994-11-30 )