Rapport in het kort
N.a.v. de vraag in welke mate de onverzadigde zone van
de bodem vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen kan tegenhouden en
verwijderen, zodat grondwaterbedrijging door deze stoffen kan worden
geschat, is een procesgericht onderzoek uitgevoerd naar het gedrag van de
stoffen chloroform, 1,1,1-trichloorethaan, trichlooretheen, tetracholoor en
1,4-dichloorbenzeen in een drietal Nederlandse bodems. Uit het onderzoek
blijkt dat zowel door omzetting, vervluchtiging als adsorptie van de
onderzochte gechloreerde alkanen en alkenen een significant deel van de
geimmitteerde stoffen uit de onverzadigde zone verwijderd resp.
tegengehouden wordt. Echter niet genoeg om uitspoeling van een deel van de
geimmitteerde dosis naar het grondwater te voorkomen. Omzetting en
adsorptie van 1,4-dichloorbenzeen in de onverzadigde zone zijn zo groot, dat
van een aan het maaiveld geimmitteerde dosis de kans op gedeeltelijke
uitspoeling naar het grondwater in de onderzochte
gronden