Rapport in het kort
In deze ringtest werden 5 bodemmonsters onderzocht,
afkomstig uit een grondwal met gereinigde grond van het terrein Boschpoort
in Oss. Voor tri- en tetrachlooretheen werden gemiddelde gehalten gevonden
van resp. 1,6 (+ 1) en 2,4 (+ 2) mg/kg droge grond. De verschillen in
analyse resultaat tussen de 9 deelnemende laboratoria zijn voornamelijk
terug te voeren op de isolatietechniek, voorafgaande aan de
gaschromatografische bepaling. Bij de gasextractie is er een duidelijk
verband tussen de opbrengst enerzijds en temperatuur en doorgeleid gasvolume
anderzijds. Het beste resultaat is verkregen door extractie met
zwavelkoolstof of methanol. De restgehalten aan tri- en tetrachlooretheen
per grondmonster blijken consistent methode afhankelijk te zijn, hetgeen
duidt op een goede homogeniteit per in behandeling genomen monster, maar
heterogeniteit tussen de afzonderlijk onttrokken monsters. Een
representatief mengmonster zal uit minimaal 24 submonsters moeten
bestaan.