Rapport in het kort
Van het bovenste grondwater onder landbouwpercelen op
een viertal kwetsbare Nederlandse bodemtypen werden monsters geanalyseerd op
residuen van twaalf bestrijdingsmiddelen. Van deze middelen is de
gebruiksgeschiedenis van de afgelopen 7 jaar bekend. De groep stoffen omvat
zowel middelen die toegelaten zijn binnen waterwingebieden als middelen die
zijn verboden zijn. De kwetsbare bodems hebben een hoge doorlatenheid en
een gering bindend vermogen voor residuen van bestrijdingsmiddelen. Een
viertal stoffen, te weten atrazine, dinoseb, 1,3-dichloorpropeen en aldicarb
worden in de eerste vier bemonsteringsrondes van dit onderzoek in het
grondwater van een aantal waarnemingspunten aangetoond. Gemeten
concentraties liggen boven de EG-norm voor bestrijdingsmiddelen in
drinkwater. Van de vier aangetoond stoffen zijn atrazine en dinoseb
toegelaten in waterwingebieden