Rapport in het kort
Bij interacties van grond- en oppervlaktewater is
kennis van de fysische eigenschappen van de weerstandsmedia op het
overgangsgebied van beide regimes noodzakelijk. Infiltratieproeven, d.m.v.
kunstmatige verlaging van grondwater, vormen een geschikte methode voor de
bepaling van weerstandswaarden. Afhankelijk van de heersende hydrologische
condities in het overgangsgebied van grond- en oppervlaktewater bedragen de
bodemweerstanden in lagere veen- en zandgebieden ca. 1 a 2 dagen, oplopend
tot ca. 4 a 7 dagen op de middelhoge zandgronden. Visuele waarneming van
slootbodemprofielen, gekoppeld aan lokale hydrologische condities, vormen
een onmisbaar hulpmiddel bij deze studies.