Rapport in het kort
In het kader van de inrichting van het landelijk
meetnet grondwaterkwaliteit werden verspreid over het gehele land 370
meetpunten geplaatst met filters op globaal 10, 15 en 25 m-mv. De
meetpunten werden onderzocht op het voorkomen van de macroparameters, Zn,
N-4 en As en de somparameters EOCl en VOCl. Incidenteel werden tal van
andere spoorelementen en organische microverontreinigingen gemeten. Uit het
onderzoek blijkt, dat een duidelijke relatie aanwezig is tussen de kwaliteit
van het grondwater enerzijds en gebruik van de bodem, bodemtype en
geohydrologische situatie anderzijds. Duidelijk is sprake van een
geleidelijke verslechtering van de grondwaterkwaliteit. Afdekkende
kleilagen hebben in deze veelal slechts een beperkte betekenis. In feite
wordt in Nederland tot op dieptes van 30 m-mv zeker in de zandgebieden nog
nauwelijks grondwater met een natuurlijke samenstelling
aangetroffen.