Rapport in het kort
De pentachloorfenol-concentratie (PCP) en de
2,3,4,6-tetrachloorfenol- concentratie (TCP) in bloedplasma van 62
vrouwelijke en 63 mannelijke vrijwilligers uit de Utrechtse bevolking zijn
gemeten. De mediane plasma PCP-concentratie bedroeg 12,0 mug l-1 met een
spreiding van 1,1-83 mug l-1. Voor 2,3,4,6-TCP bedroeg de mediaan <1,0 mug
l-1 met een spreiding van <1,0-33 mug l-1. De PCP-concentraties in plasma
van vrouwelijke en mannelijke vrijwilligers bleken niet significant van
elkaar te verschillen. Deze waarden verschillen niet met de resultaten van
na 1980 verricht onderzoek maar zijn lager dan van onderzoek van voor 1980.
In het onderzoek is tevens aandacht besteed aan de invloed van verschillende
wijzen van bemonstering op de PCP-concentratie. De wijze van bemonstering
bleek niet van invloed te zijn op de PCP- concentratie. Wel trad een afname
van de PCP-concentratie in het plasma op indien het plasma langer dan 2
dagen werd bewaard alvorens tot extractie werd
overgegaan.