|   print

Detectie van radioactief schroot met poortdetectoren - Verslag van een ringonderzoek
[ Detection of radioactive scrap using gateway detectors - Account of an intercomparison campaign ]
 
Blaauboer RO, Overwater RMW

30 p in Dutch   2004

RIVM Rapport 861020006
download pdf (785Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
There are various possibilities for radioactive sources to end up in a shipment of scrap metal. These sources can be artificial ones or, for instance, tubing from the oil and gas extraction industry containing deposits of naturally radioactive materials. It is undesirable that these sources end up in a smelter or blast-furnace and be mixed with clean material in some new ironwork. Apart from the fact that scrap metal dealers themselves do not like to encounter radioactivity in their scrap, the government has made it mandatory (starting 2003) for a number of the larger traders (depending on turnover) to examine incoming shipments. If scrap is delivered by truck this inspection is usually carried out using gate monitors. The truck slowly drives through a corridor with several detectors. If activity is detected an alarm goes off. To get a better overview of the gate monitors installed, and to check whether they comply with certain minimal requirements set in statutory regulations, an intercomparison campaign has been carried out in the summer of 2003. Of all 32 gate monitors involved, seven didn't meet the requirements on dose rate measurements set in the regulations. This is probably due to bad tuning of the monitoring equipment. Eleven gate monitors turned out to have a wider passage than the 4.5 meter set out in the regulations as a maximum. Nevertheless, eight of these 'wider' gates did meet the minimal measurement requirements on dose rate.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Er zijn diverse mogelijkheden waardoor radioactief materiaal in een partij schroot terecht kan komen. Het kan dan gaan om kunstmatige bronnen of bijvoorbeeld om ijzeren pijpen uit de olie- en gaswinning waarin zich een laag natuurlijke radioactiviteit heeft afgezet. In alle gevallen is het gewenst dat deze bronnen niet in een smelterij of hoogoven worden gemengd met 'schoon' materiaal bij de productie van nieuwe ijzerproducten. Afgezien van het feit dat schroothandelaren ook zelf liever geen radioactiviteit in hun schroot hebben, wordt het voor een aantal grotere bedrijven (bij overschrijding van een bepaalde omzet) door de rijksoverheid vanaf 2003 verplicht gesteld dat zij hierop controleren. Bij de aanvoer van schroot per vrachtwagen vindt dergelijk onderzoek veelal plaats met zogenaamde poortdetectoren. De vrachtwagen rijdt hierbij langzaam tussen een aantal detectoren door. Indien activiteit wordt gedetecteerd, wordt gealarmeerd. Om een beter beeld te verkrijgen van de poortdetectoren zoals die worden toegepast en om te zien of ze aan door de overheid in een Regeling gestelde minimumeisen voldoen, is een ring-onderzoek uitgevoerd in de zomer van 2003. Bij dit onderzoek aan een 32-tal poorten bleek een zevental niet te voldoen aan het minimaal te meten dosistempo. Waarschijnlijk is een slechte afregeling hiervan de oorzaak. Bij elf van de poortdetectoren bleek de breedte tussen de detectoren groter dan de in de Regeling opgenomen 4,5 meter. Overigens voldeden acht van deze 'brede' poorten wel aan de eis betreffende het dosistempo.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2004-06-25 )