Zorgt ‘samen meten’ ook voor meer onderling vertrouwen?

In het project "Boeren en Buren" hebben boeren, omwonenden en de gemeente Venray, onder begeleiding van het RIVM, samengewerkt om de luchtkwaliteit en geuroverlast te meten. Het doel was om de concentratie van luchtvervuilende stoffen in kaart te brengen en de bijdrage van mogelijke bronnen te achterhalen. De resultaten hiervan zijn eind 2022 gedeeld en gepubliceerd. Het RIVM heeft daarnaast ook onderzocht of en zo ja op welke manier het samenwerken binnen zo’n meetproject bijdraagt aan het onderling vertrouwen. Dit is interessant om te onderzoeken omdat de ervaren overlast en tegengestelde belangen en ideeën over oplossingen veel impact hadden op de onderlinge relatie tussen omwonenden en boeren. Daarnaast hadden met name de omwonenden niet het vertrouwen dat de (lokale) overheid hun zorgen en vragen serieus nam. En tenslotte waren er bij alle betrokkenen vragen over en vaak ook twijfels bij de officiële data en cijfers over de luchtkwaliteit. Het vertrouwen is onderzocht door zowel voor als na het project met de deelnemers in gesprek te gaan. In dit stuk beschrijven we hoe het onderzoek is verlopen en wat de uitkomsten zijn.

Vertrouwen: wat is dat eigenlijk?

Op het eerste gezicht lijkt de term ‘vertrouwen’ heel eenduidig. Maar als je aan verschillende mensen vraagt wat ze hier nu precies onder verstaan, krijg je toch verschillende antwoorden. Sommigen denken er bij vertrouwen vooral aan of de ander welwillend is in de omgang met anderen. Oftewel; heeft de ander het beste met je voor en zal hij of zij handelen in het belang van iedereen in plaats van alleen uit eigenbelang? Voor anderen gaat vertrouwen om transparantie en integriteit: vertelt iemand bijvoorbeeld het hele, ware verhaal? En tenslotte zijn er ook mensen die zich bij het woord vertrouwen juist afvragen of iemand in staat en vaardig genoeg is om vertrouwenwekkend te zijn op een bepaald gebied. Laat iemand bijvoorbeeld zien dat hij of zij genoeg kennis heeft en weet wat hij of zij doet, naast eerlijk en welwillend zijn? Als voorbeeld kan je hierbij denken aan iemand die voor jou een tafel gaat timmeren: deze persoon kan eerlijk en welwillend zijn, maar als hij of zij nog geen hamer kan vasthouden, dan heb je toch niet al teveel vertrouwen in deze persoon voor deze klus.

Hoe hebben we vertrouwen binnen Boeren en Buren onderzocht?

Deze 3 aspecten van vertrouwen: welwillendheid, integriteit en vaardigheid, komen in heel veel sociaal-psychologisch onderzoek naar voren als belangrijke zaken om naar te vragen als je vertrouwen wilt meten. Dat hebben we dus ook gedaan in het Boeren en Buren onderzoek. Zowel voor als na het project zijn we over deze 3 thema’s in gesprek gegaan met boeren, omwonenden en de gemeente. Deze interviews zijn (met toestemming van de geïnterviewden) opgenomen en uitgeschreven, zodat we precies konden terugvinden wat er gezegd was. Zonder namen, want voor het onderzoek was het alleen belangrijk om te weten of iets door een boer, een omwonende of de gemeente was gezegd. Vervolgens hebben minimaal twee onderzoekers de hele tekst van elk interview gelezen en uitspraken die bij een bepaald thema pasten gemarkeerd binnen dit thema. Een uitspraak als “door wat hij vertelde, denk ik dat  hij wel rekening met mij wil houden, maar dat hij dat om financiële redenen niet kan”, werd bij ‘vaardigheid’ ingedeeld. De uitspraak “ik heb het gevoel dat ze bewust overdrijft en niet eerlijk is over het probleem”, viel onder integriteit’. Als de onderzoekers van mening verschilden over de indeling, dan bespraken ze dit totdat ze het eens waren over de categorie, of de uitspraak werd dubbel gemarkeerd. Zo kon er uiteindelijk een overzicht worden opgesteld van centrale onderwerpen die voor de geïnterviewde deelnemers belangrijk waren voor vertrouwen. Hierin werd ook aangemerkt wát er voor deelnemers precies voor zorgde dat hun vertrouwen veranderde (of niet), als zij hier iets over hadden gezegd.

Wat kwam er uit het onderzoek?

De gemarkeerde uitspraken over vertrouwen zijn onderverdeeld in 3 thema’s: (1) onderling vertrouwen tussen boeren en omwonenden, (2) vertrouwen in de lokale overheid (gemeente) en (3) vertrouwen in het onderzoek en de resultaten. Hieronder staan per thema de uitkomsten. Let wel, dit zijn samengevatte, algemene resultaten binnen de thema’s. Dit betekent niet dat onderstaande voor iederéén geldt die is geïnterviewd, maar wel dat een grote groep hier iets over heeft gezegd:

  1. Onderling vertrouwen tussen boeren en omwonenden
    Uit de gesprekken in 2019 kwam naar voren dat de boeren en omwonenden voor de start van het project al behoorlijk tegenover elkaar stonden en het vertrouwen laag was. In 2021 werd door alle deelnemers teruggekeken op het contact dat ze met elkaar hadden binnen het Boeren en Buren project. Er werd aangegeven dat men het over het algemeen prettig vond dat het project de mogelijkheid bood om in een georganiseerde setting het thema luchtkwaliteit en geuroverlast met elkaar te bespreken. Zowel de boeren als de omwonenden gaven veelal aan dat ze meer inzicht en begrip hadden gekregen in de situatie van de ander, maar, dat ze elkaar niet per se meer zijn gaan vertrouwen. Ondanks dat er meer onderling begrip was ontstaan, hadden ze nog steeds vaak het gevoel dat de ander niet altijd welwillend en/of eerlijk was. Vanuit de boeren was er bijvoorbeeld soms een gevoel dat omwonenden hen vooral weg wilden hebben en niet bezig waren om een oplossing te vinden die ook voor hen acceptabel zou zijn. Omwonenden voelden zich op hun beurt in het project niet altijd serieus genomen in hun zorgen over de luchtkwaliteit en de overlast die zij ervaarden door geur. Zij kregen het gevoel dat boeren te veel gericht waren op eigenbelang en meer met het algemene belang van de buurt rekening zouden kunnen houden. 
  2. Vertrouwen naar de lokale overheid (gemeente)
    De boeren gaven aan dat hun vertrouwen in de gemeente niet door het project is beïnvloed. Vooral gebeurtenissen die losstonden van het project en veranderend beleid vanuit Den Haag hadden effect op hun vertrouwen in de (lokale) overheid. De omwonenden gaven daarentegen aan dat hun vertrouwen in de gemeente wel door het project is beïnvloed. Zij hebben lang het gevoel gehad niet gehoord te worden door de lokale overheid en dat hun belangen steeds ondergeschikt werden gesteld aan die van de boeren. Het Boeren en Buren-project heeft veel van de omwonenden het gevoel gegeven nu beter ‘toegang’ te hebben tot beleidsmakers bij de gemeente en dat ze hun belangen daar beter onder de aandacht kunnen brengen. Ze hebben, door hoe de gemeente zich heeft opgesteld in het project, het idee dat de gemeente nu welwillender tegenover hun belangen staat dan voor de start van het project. Er is nog wel enige twijfel of dit zich ook (snel genoeg) zal uiten in een meer gebalanceerd beleid (in de ogen van omwonenden). Voor veel omwonenden hangt het daarvan af of hun toegenomen vertrouwen in de lokale overheid ook in de toekomst op hetzelfde niveau zal blijven. 
  3. Vertrouwen in het meetproces en de resultaten
    Zowel omwonenden als de boeren gaven aan het waardevol en leerzaam te vinden om met elkaar, de gemeente en het RIVM dit onderzoek uit te voeren. Doordat het meetproces transparant was en men er vanaf het begin bij betrokken werd, had men er vertrouwen in dat het onderzoek integer werd uitgevoerd. Zowel boeren als omwonenden gaven aan het jammer te vinden dat de meetinstrumenten niet zo nauwkeurig waren als gehoopt. Hierdoor konden er bijvoorbeeld geen (harde) conclusies worden getrokken over de precieze bijdrage van individuele bronnen van fijnstof. Daarnaast heeft de geurapp niet gewerkt zoals was gehoopt, zodat er na het onderzoek geen eenduidig beeld kon worden gegeven van de geuroverlast. Toch gaven boeren en omwonenden aan dat ze vertrouwen hebben in wat er wél uit het onderzoek is gekomen. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat er bij iedere stap uitleg werd gegeven over de betrouwbaarheid van de metingen en mensen door deze informatie hun verwachtingen konden bijstellen. Daarnaast wordt door alle partijen de betrokkenheid van een onafhankelijk onderzoeksinstituut als het RIVM bij dit lokale onderwerp als belangrijk genoemd voor het gevoel van vertrouwen in het onderzoek. Met name de manier waarop de betrokken onderzoekers zich hebben opgesteld tijdens het onderzoek (toegankelijk en empathisch) wordt genoemd als een belangrijke reden waardoor men vertrouwen heeft in het onderzoeksproces en de resultaten. 

Wat kunnen we concluderen uit dit onderzoek?

Uit de resultaten van dit specifieke onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat samen meten per definitie betekent dat er ook meer vertrouwen in elkaar ontstaat. Wel kan het helpen om elkaar onderling beter te gaan begrijpen. Samen meten via een project als Boeren en Buren kan een middel zijn waardoor verschillende partijen op een gelijkwaardigere manier gehoord kunnen worden door de (lokale) overheid. Tenslotte helpt het samen onderzoek doen met alle betrokken partijen bij het beter uitleggen van hoe onderzoek doen werkt en hoe lastig het soms kan zijn om een goed en eenduidig antwoord te vinden op specifieke onderzoeksvragen.

Welke kanttekeningen kunnen er bij dit onderzoek worden geplaatst?

De omstandigheden waarin het onderzoek plaatsvond waren bijzonder. Veel gebeurtenissen die losstonden van het project, hebben waarschijnlijk wel een grote invloed gehad op het vertrouwen. Natuurlijk was er de coronapandemie, die maakte dat we veel op afstand van elkaar stonden en veel mensen last hadden van stress en onzekerheid. Daarnaast waren er landelijk boerenprotesten en was (en is) er veel te doen over het stikstofdossier. Tenslotte hebben lokale gebeurtenissen, zoals vergunningen- en klachtenprocedures, eveneens impact gehad op vertrouwen. 

Kortom, Boeren en Buren is een project geweest dat zich in de echte wereld heeft afgespeeld; het was geen experiment in een kunstmatige setting. Het is dus lastig te zeggen hoeveel invloed het project nu precies heeft gehad op vertrouwen en in welke mate gebeurtenissen buiten het project om ook iets hebben veranderd.

Wat heeft het Boeren en Buren RIVM-projectteam (nog meer) geleerd van dit onderzoek?

De gesprekken met de boeren, omwonenden en de gemeente zijn voor ons ontzettend waardevol geweest. Als het gaat om lokale problemen of onderwerpen die heel direct de belangen of zorgen raken van mensen die daar wonen en werken, staan we als onderzoekers soms best wel op afstand. Door die afstand missen we soms lokale informatie of vragen, die ons juist weer zouden kunnen helpen om beter en completer onderzoek te doen. Of we schrijven onze onderzoeksresultaten achteraf niet toegankelijk op, waardoor de informatie juist de mensen die er wat aan zouden kunnen hebben niet goed bereikt. We zijn er na dit project dan ook (nog meer) van overtuigd geraakt, dat het belangrijk is om te blijven zoeken naar de samenwerking waar dat een onderzoek beter en breder gedragen maakt. We willen alle betrokkenen dan ook bedanken voor de goede samenwerking en de geleerde lessen.