RIVM heeft uitgerekend dat de Nederlandse zorgsector voor zo’n 7 procent bij draagt aan de totale uitstoot van broeikasgassen. Dit is zowel uitstoot in Nederland als in het buitenland.

Dit percentage is een bevestiging van eerdere schattingen. Met een nieuwe methode is dit beter onderbouwd. De methode berekent het effect van de productie en gebruik van goederen en diensten in de zorg, niet alleen op klimaatverandering, maar ook op watergebruik, grondstoffengebruik (zoals metalen en mineralen), landgebruik en afvalproductie. Ook biedt deze methode de mogelijkheid om later nog meer effecten toe te voegen. Hier gaan we in op het achtergrond onderzoek naar de milieuvoetafdruk van de zorgsector. 

Illustratie vande  directe en indirecte milieueffecten door de zorgsector. Zie de uitleg onder illustratie.

Visualisatie van de directe en indirecte milieueffecten door de zorgsector. Directe effecten door bijvoorbeeld narcosegassen, verwarming en uitlaatgassen. Indirecte effecten vanuit het opwekken van elektriciteit, medische hulpmiddelen, voeding, geneesmiddelen en afvalverwerking.

Op de afbeelding is te zien wat de indirecte en directe effecten zijn van de zorg op het milieu. Direct zoals verwarming en koeling van het gebouw, of beademing. Indirect zoals de aangekochte electriciteit en verder in de keten door inkoop en afval.