Opportunities and risks of home DNA tests

Opportunities and risks of home DNA tests

Go to abstract

Abstract

Met een DNA-zelftest kunnen mensen zelf vaststellen of ze aanleg hebben voor bepaalde aandoeningen. Voorbeelden zijn de ziekte van Alzheimer, borstkanker, hoge bloedruk, en gevoeligheid voor gluten. Consumenten bestellen deze tests vaak online, sturen meestal hun speeksel op en krijgen vervolgens de uitslag thuisgestuurd. Dit gebeurt meestal zonder tussenkomst van een arts. De gedachte is dat mensen op basis van de uitslag gezonder gaan leven of eerder medische hulp inschakelen, en zo het risico op het ontstaan van ziektes verkleinen. Uit verkennend onderzoek van het RIVM blijkt echter dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat DNA-zelftesten de gezondheid echt verbeteren, bijvoorbeeld doordat mensen gezonder gaan leven. Maar het RIVM vindt ook geen bewijs dat mensen ongezonder gaan leven als zij horen dat zij een relatief laag risico hebben om een bepaalde ziekte te krijgen. De aanbieders van de tests geven vooral informatie over eventuele voordelen van zo'n test. Het RIVM adviseert dat de consument onafhankelijke ondersteuning krijgt, bijvoorbeeld in de vorm van een keuzehulp, om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Een mogelijk voordeel van een DNA-zelftest is dat mensen laagdrempelig genetische informatie kunnen krijgen. Deze informatie kan ook gebruikt worden voor onderzoek. Een nadeel is dat er privacy problemen kunnen ontstaan bijvoorbeeld als niet duidelijk is dat gegevens voor onderzoek worden gebruikt. Ook realiseren consumenten zich vaak niet welke gevolgen een uitslag kan hebben. Familieleden kunnen bijvoorbeeld ongewild informatie krijgen over hun gezondheid, omdat zij voor een deel hetzelfde DNA hebben. Nader onderzoek is nodig over hoe de consument evenwichtige informatie kan krijgen en op welke manier die informatie bij de consument terecht kan komen. Verder moeten artsen op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden en risico's van DNA-zelftesten. Wetenschappelijk onderzoek wijst er op dat ze nu onvoldoende weten wat zij kunnen doen als een consument met een uitslag van een zelftest bij hen komt. Momenteel is handhaving op deze producten moeilijk omdat er verschillende wetten gelden voor de verschillende aspecten van het aanbod (privacy, reclame, diagnostiek). Bovendien verandert het aanbod aan tests snel en zitten de aanbieders van de zelftesten vaak buiten Nederland of zelfs Europa. Daar zijn de voor Nederland geldende wetten soms niet van toepassing of moeilijk te handhaven. Het RIVM beveelt aan veranderingen in het aanbod en relevante wetgeving de komende jaren in de gaten te houden. Op deze manier kan beleid waar nodig worden geƫvalueerd en bijgesteld.

Abstract

With a home DNA test, consumers can determine whether they are predisposed to certain disorders. Examples include Alzheimer's disease, breast cancer, hypertension, and sensitivity to gluten. Consumers often order these tests online, generally mail their saliva sample and subsequently receive their results at home. This is usually done without the involvement of a medical doctor. The idea is that, based on the results, people start living healthier lives or seek medical help sooner, thus reducing the risk of disease.

From an explorative study by RIVM, however, there appears to be no scientific evidence that home DNA tests really improve health, for example via a healthier lifestyle. But RIVM also does not find any evidence that people live less healthy if they learn they have a relatively low risk of a certain disease. The providers of the tests mainly provide information about possible benefits of such tests. RIVM recommends that consumers receive independent support, e.g. by decision support tools, to ensure balanced decision making.

One advantage of a home DNA test could be that it enables people to easily obtain genetic information. This information can also be used for research. A disadvantage is that privacy problems can arise, for example if consumers are not aware that data will be used for research. Consumers are often also unaware of the potential consequences of the results. Family members of the consumer, for example, may unintentionally receive information about their health, because they partly share the same DNA.

Further research is needed on how consumers can receive balanced information and how this information can reach consumers. Furthermore, physicians need to be aware of the (im)possibilities and risks of home DNA tests. Scientific studies suggest that doctors are currently insufficiently informed about what to do when a consumer consults them about the results of a home DNA test.

Enforcing legislation on these products is currently difficult because different laws apply to the different aspects of the offer (privacy, advertising, diagnostics). Moreover, the tests on offer are subject to rapid change and the self-test providers are often located outside the Netherlands or even Europe. Relevant Dutch laws could not apply or are difficult to enforce there. RIVM recommends monitoring changes in the products on offer and relevant legislation in the coming years. In this way, policy can be evaluated and adjusted where necessary.

Publisher

Institute
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Remaining

Size
923 kb