In dit tweede deel van SocioVax kijken we naar interventies: welke acties, strategieën en maatregelen kunnen de vaccinatiegraad verhogen?

Denk hierbij aan interventies:

  • om mensen goed te informeren over vaccinaties;
  • om mensen te ondersteunen in het maken van keuzes over vaccinaties;
  • om vaccinaties zo toegankelijkheid mogelijk te maken.

Deze interventies zijn mogelijk op verschillende niveaus, bijvoorbeeld landelijk, regionaal of lokaal. Interventies op het gebied van verplichte vaccinatie of financiële beloningen hebben we nog niet opgenomen in dit overzicht. Deze onderwerpen vereisen een diepgaandere multidisciplinaire analyse dan we op dit moment kunnen bieden met de sociaalwetenschappelijke studies in het SocioVax programma.

Samenvatting

Op deze pagina beschrijven we interventies die bedoeld zijn om communicatie over vaccinatie te verbeteren en toegang tot vaccinaties te waarborgen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur en de praktijk staan per interventie weergegeven. Hiervoor hebben we 3 bronnen gebruikt:

  1. Het onderzoeksrapport van het Nivel en Amsterdam UMC Universitair Medisch Centrum (Universitair Medisch Centrum) uit 2019, ook wel ‘Verkenning 2019’ genoemd.1 Hierbij maken we onderscheid tussen wat is onderzocht, wat experts uit andere landen toepassen (internationale consultatie) en wat Nederlandse stakeholders en experts (ook wel veldpartijen genoemd) als advies geven.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek door het RIVM met nieuwe inzichten (2019-maart 2023). Er kan overlap zitten in de bevindingen uit de Verkenning en die uit de reviews. In de reviews zijn namelijk individuele studies van vóór én na 2019 opgenomen. Wij hebben alleen reviews gebruikt, omdat ze meerdere bronnen samenvoegen. Daardoor worden patronen en consistentie in de bevindingen duidelijk, wat de betrouwbaarheid van de resultaten versterkt. De kans dat de bevindingen veranderen door voortschrijdend inzicht is ook kleiner. Het nadeel van deze aanpak is dat recentere individuele studies kunnen ontbreken. Het literatuuronderzoek is daarmee niet uitputtend (zie ook het interventie-overzicht van de WHO uit 2022. Ook is internationale literatuur niet altijd direct vertaalbaar naar de Nederlandse context. Het kan wel inspiratie bieden.
  3. Gesprekken met Jeugdgezondheidszorg-organisaties door het RIVM, ook wel ‘Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)’ genoemd in de tekst. De JGZ adviseert mensen over opgroeien en opvoeden en geeft de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Wij beschrijven welke interventies de JGZ in de praktijk toepast en wat hun ervaringen daarmee zijn. Ook beschrijven wij adviezen van JGZ-professionals voor het implementeren van interventies. Vaak zijn deze interventies niet (grondig) geëvalueerd of zijn de resultaten ons onbekend. Het is mogelijk dat niet alle interventies die de JGZ uitvoert ter sprake zijn gekomen.

Lees meer over de onderzoeksmethode.

1. Communicatie en kennisbevordering

Informatiekanalen

De literatuur laat het belang zien van informatiekanalen in brede zin. Aan de ene kant is het belangrijk om informatie te verspreiden via kanalen die passen bij de doelgroep. Denk hierbij aan kranten, televisiezenders of sociale media. Aan de andere kant is het belangrijk om informatie te verspreiden via sleutelpersonen, bijvoorbeeld de imam, ervaringsdeskundigen of de huisarts. Mensen vertrouwen hen en erkennen hun kennis.

De Verkenning 2019 benadrukt hoe belangrijk het is om doelgroepen via passende informatiekanalen te bereiken. In de praktijk gebeurt dit ook. In het aanvullende onderzoek vonden we geen reviews die keken naar het verband tussen het gebruik van passende informatiekanalen en vaccinatiebeslissingen. De Verkenning 2019 onderkent ook het belang van het inzetten van sleutelpersonen. Ook het aanvullende literatuuronderzoek laat zien dat het inzetten van sleutelpersonen helpt om de vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen. Een aantal JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisaties heeft al eens samengewerkt met sleutelpersonen.

Passende informatiekanalen

  1. Verkenning 2019
    In de communicatie is volgens experts en stakeholders aandacht nodig voor de diversiteit onder doelgroepen. Dit betekent dat er verschillende kanalen zijn waarop diverse doelgroepen het beste benaderd kunnen worden, zoals kranten, televisiezenders en sociale media. Verder vinden zij het belangrijk dat betrouwbare informatie goed vindbaar is voor het algemene publiek. Deze informatie zou daarom hoog in de online zoekresultaten moeten komen. Informatie over het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma) kan op sites worden geplaatst die door het publiek worden geraadpleegd, zoals Thuisarts.nl.

    Daarnaast stellen experts en stakeholders voor om informatie over het RVP te verspreiden op relevante locaties, bijvoorbeeld kinderdagverblijven en scholen om ouders of adolescenten te bereiken. Verder komt uit de literatuur naar voren dat het verstrekken van informatie face-to-face door zorgverleners of (getrainde) vrijwilligers beter werkt voor bepaalde doelgroepen, zoals laaggeletterden en mensen met beperkt begrip van vaccinaties. Experts en stakeholders stellen ook voor om in gesprek te gaan met ouders die twijfelen of vragen hebben over vaccinatie. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld zorgverleners, ervaringsdeskundigen, sleutelpersonen of onafhankelijke deskundigen worden ingezet (zie ook Inzet van sleutelpersonen).
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    De aanvullende literatuurstudie (na 2019) richt zich enkel op reviews. Over dit onderwerp hebben we geen reviewstudies van na 2019 gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Een belangrijk thema binnen passende informatiekanalen is zichtbaar zijn voor de doelgroep. Dit bekent dat informatie aanwezig is en onder de aandacht wordt gebracht op relevante locaties of via relevante kanalen. De JGZ vraagt bijvoorbeeld aandacht voor het RVP via scholen en gemeentes. Zij worden door de JGZ gevraagd om een bericht te delen, via nieuwsbrieven, op websites of lokale media, om bijvoorbeeld aandacht te vragen voor een aankomende vaccinatieronde. Een ander voorbeeld, benoemd door een professional, is het benaderen van huisartsen met het verzoek posters over de HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie op te hangen in wachtkamers. Deze professional benoemde dat de huisarts een vertrouwd adres is voor mensen. Een andere professional benoemde dat de JGZ-organisatie een toolkit heeft ontwikkeld met informatie die medewerkers van de kinderopvang en het basisonderwijs kunnen gebruiken in een gesprek met ouders over vaccineren. Het gebruik van de toolkit door deze medewerkers is niet geëvalueerd. Maar de professional had het idee dat de toolkit in de praktijk beperkt werd gebruikt.

    Een aanzienlijk deel van de JGZ-organisaties is actief op sociale media, op online platforms zoals Facebook, X (Twitter) en Instagram. Via sociale media probeert de JGZ verschillende doelgroepen, dan wel ouders, jongeren en kinderen, zo goed mogelijk te bereiken. Volgens een aantal professionals doet men dit door o.a. te adverteren op Facebook en Instagram. In de berichtgeving wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan aankomende vaccinatierondes, maar ook aan ouders en jongeren die twijfels en vragen hebben en die hiervoor bij de JGZ-organisatie terecht kunnen. Meerdere professionals gaven aan dat de communicatie-afdeling van de JGZ de berichten op sociale media plaatst en ook in sommige gevallen het bereik van deze berichten bijhoudt. Zij hebben het idee dat sociale media een goede manier is om ouders te bereiken. Een van de professionals gaf aan dat dit ook werd bevestigd door de communicatie-afdeling van de JGZ die veronderstelde dat de geplaatste advertenties een erg goed bereik hadden (op basis van het aantal clicks en doorclicks).

    Daarnaast proberen JGZ-organisaties via bepaalde kanalen doelgroepen met een relatief lage vaccinatiegraad te bereiken. Zo worden wijk- of doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over het onderwerp vaccineren, o.a. via scholen, welzijnsorganisaties, buurthuizen en religieuze ontmoetingsplaatsen. Een van professionals gaf aan dat naast het geven van voorlichting ook het gesprek met ouders wordt aangegaan tijdens deze bijeenkomsten. Juist om te horen: welke vragen hebben ouders, hoe gemotiveerd zijn ouders om hun kinderen te laten vaccineren en wat voor redenen hebben ouders om niet (volledig) deel te nemen aan het RVP? Maar ook: hoe zou de JGZ kunnen bijdragen aan het verlagen van de drempel om te vaccineren of kunnen ondersteunen bij het maken van een vaccinatiekeuze?

    Wat volgens een aantal professionals uit de wijk- en doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten naar voren kwam, was het idee dat er regelmatig sprake is van wantrouwen richting de zorg en overheidsinstanties, en ook dat deze ouders vaak weinig kennis over vaccinatie hebben. Diezelfde professionals hadden het idee dat de voorlichtingsbijeenkomsten goed werden ontvangen door deelnemende ouders. De opkomst was echter vaak wel beperkt. Een van de professionals gaf aan dat het goed is om blijvend te investeren in wijk- of doelgroepgerichte communicatie en kennisbevordering, maar dat dit wel een ‘lange adem’ nodig heeft.

Inzet van sleutelpersonen

  1. Verkenning 2019
    Voor de Nederlandse context doen experts en stakeholders een aantal suggesties over het inzetten van sleutelpersonen om bepaalde doelgroepen te bereiken:
  • sleutelpersonen uit specifieke groepen in de samenleving, zoals de dominee of ouderling bij bevindelijk gereformeerden;
  • ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld mensen die eerst twijfelden en uiteindelijk toch hun kind hebben gevaccineerd of mensen die een infectieziekte waartegen het RVP beschermt van dichtbij hebben meegemaakt;
  • onafhankelijke deskundigen, zoals de huisarts, verloskundige, of ander medisch specialist.

    Uit de internationale consulatie blijkt dat enkele landen hebben samengewerkt met sleutelpersonen voor vaccinatieprogramma’s. Sleutelpersonen zijn vaak maatschappelijk betrokken personen uit specifieke groepen in de samenleving die de taal spreken en de (culturele) gewoontes kennen. Hierdoor hebben zij zicht op welke vragen en zorgen er kunnen spelen in bepaalde groepen in de samenleving. Twee voorbeelden van sleutelpersonen waarmee andere landen samenwerken zijn religieuze leiders (Israël) en gezondheidsmediatoren (Bulgarije). Gezondheidsmediatoren zijn personen uit specifieke gemeenschappen die speciaal voor deze rol worden opgeleid. Zij vormen een brug tussen kwetsbare groepen, zoals de Roma in Bulgarije, en gezondheidsautoriteiten.
  1. Aanvullend literatuuronderzoek
    Een review naar het vaccineren van schoolgaande kinderen onderzocht de rol van een schoolverpleegkundige binnen vaccinatieprojecten op scholen.2 Hieruit blijkt dat de interventies uitgevoerd door de schoolverpleegkundige vaccinatiebereidheid of -deelname verhogen. Een studie liet bijvoorbeeld zien dat een telefoongesprek met de schoolverpleegkundige, als toevoeging op een uitnodiging met een informatiebrochure, zorgde voor een significantere stijging in immunisatie dan het inzetten van alleen een uitnodiging met informatiebrochure. De review benoemt dat de schoolverpleegkundige gezien wordt als een figuur met autoriteit om gezondheidsadvies te geven aan studenten en ouders, omdat ze op het kruispunt staat van de wereld van de zorg en de schoolgemeenschap.  
  2. Gesprekken JGZ
    Een aantal JGZ-organisaties heeft al eens samengewerkt met een onafhankelijke deskundige (een huisarts) en met sleutelpersonen, zoals een imam of buurtwerker. Zo zijn er samen met sleutelpersonen informatiebijeenkomsten over het RVP georganiseerd met als doel bepaalde doelgroepen te bereiken, te informeren, en het gesprek met hen aan te gaan. Tijdens informatiebijeenkomsten vertelden sleutelpersonen over hun opvattingen en waarom zij vaccineren belangrijk vinden. Er is geen informatie tot onze beschikking over evaluaties van samenwerkingen met verschillende sleutelpersonen uit de praktijk.

    Op basis van eigen ervaring vertelde een professional positief te zijn over de samenwerking met een imam. Deze professional had het idee dat de communicatieboodschap over vaccinatie beter was afgestemd op de doelgroep en door hen als betrouwbaar werd ontvangen. Meerdere professionals gaven tijdens de gesprekken aan in de toekomst (vaker) samen te willen werken met sleutelpersonen. Daarnaast werden ook een aantal mogelijke uitdagingen benoemd, zoals het vinden van de juiste sleutelpersonen en de beschikbaarheid van voldoende middelen, waaronder personeel en financiering.

Communicatievormen

Verschillende communicatievormen kunnen de vaccinatiebereidheid of -deelname verhogen. Specifieke communicatiestrategieën kunnen voor een hogere vaccinatiegraad zorgen. Denk aan presumptieve communicatiestrategieën, waarbij de aanbeveling om te vaccineren wordt gebracht als een mededeling die geen reactie vereist. Uit gesprekken met de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) blijkt dat een aantal professionals in Nederland de gespreksstijlen ‘Shared Decision Making’ (samen een besluit nemen) of ‘Motivational Interviewing’ (samen de zorgen van ouders identificeren en bespreken) toepast. In de literatuur vonden we geen duidelijk bewijs voor de effectiviteit van ‘Motivational Interviewing.’

Professionals in Nederland gaan vaak naar doelgroepen toe om de vaccinatiebeslissing te ondersteunen. Daarbij geven ze informatie die de doelgroep begrijpt. Het gebruik van passend informatiemateriaal sluit hierbij aan. Het cultureel en taalkundig op maat maken van informatiemateriaal blijkt een effectieve manier om de vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen bij groepen van verschillende culturele achtergronden en laaggeletterden. Professionals houden ook rekening met de verschillen in informatiebehoefte tussen ouders. Zo willen sommige ouders liever beknopte informatie en andere juist de diepte in.

Een andere communicatievorm die volgens de literatuur een positieve invloed kan hebben op de vaccinatiebereidheid is ‘Storytelling’ (een persoonlijk verhaal vertellen). Meerdere JGZ-professionals staan hier positief tegenover, maar het is niet duidelijk hoe vaak ze het al toepassen. We hebben geen wetenschappelijk onderzoek gevonden over het faciliteren van groepsgesprekken tussen ouders. Dit wordt wel toegepast in de praktijk.

Communicatiestrategieën
  1. Verkenning 2019
    Uit de literatuur komen verschillende communicatiestrategieën/aanbevelingen naar voren betreffende communicatie tussen zorgverlener en ouders en kinderen. Zo is gevonden dat een dringende aanbeveling van een zorgprofessional tot vaccinatie, in de vorm van een aankondiging (“uw kind staat nu gepland voor een HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie”) en een duidelijke boodschap, de kans op vaccinatiedeelname kan verhogen. Meer dan wanneer zorgprofessionals in gesprek gaan met ouders over vaccinatie (bijvoorbeeld over de voor- en nadelen van vaccineren) of een oproep doen aan ouders om vooral zelf een beslissing te nemen. Verder adviseert de Amerikaanse beroepsvereniging om het liefst op dezelfde dag (als het gesprek waarin de aanbeveling is gedaan) de vaccinatie te geven. Een gemeende aanbeveling van een zorgprofessional en een gesprek met ouders sluiten elkaar echter niet uit. Vanuit ethisch en juridisch perspectief (i.h.b. met oog op de zorgplicht van zorgprofessionals) is het wenselijk dat mensen in gesprek kunnen over hun keuze om wel of niet te vaccineren.

    Een andere communicatiestrategie is ‘Motivational Interviewing’, een methode die ingaat op het gezamenlijk identificeren en adresseren van zorgen die ouders hebben. Een Canadees onderzoek toont aan dat informatie verstrekken aan ouders van pasgeboren baby’s op kraamafdelingen volgens een methode gebaseerd op ‘Motivational Interviewing’, zorgde voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Echter, het aanvullende literatuuronderzoek, op basis van een review, toont geen eenduidig beeld3 (zie aanvullend literatuuronderzoek).

    Een laatste communicatiestrategie is het bieden van gebalanceerde informatie. Een studie in de Verkenning 2019 suggereert dat het bieden van gebalanceerde informatie (volledige en transparante informatie) over HPV en de HPV-vaccinatie niet zou leiden tot een hogere vaccinatiegraad, maar wel kan leiden tot meer kennis bij ouders over het vaccin. Experts en stakeholders adviseren dat in de publiekcommunicatie gezorgd moet worden voor evenwichtige communicatie. Volgens hen krijgen bijwerkingen momenteel disproportioneel veel aandacht en zouden de positieve effecten meer onderstreept moeten worden.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Vier reviews, allen over het HPV-vaccin, hebben gekeken naar het verband tussen communicatiestrategieën/aanbevelingen van vaccins door zorgverleners, en vaccinatiebereidheid of -deelname. In een review naar welke strategieën artsen het beste kunnen toepassen om HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen (9 tot 26-jaren en/of hun ouders), komt naar voren dat sterke aanbevelingen en een presumptieve communicatiestijl het meest effectief zijn.3

    Een sterke aanbeveling is het gebruik van een krachtige toon ten gunste van vaccineren, bijvoorbeeld met termen als ‘zeer aanbevelen’ en door te spreken in de eerste persoon (‘Ik raad aan…’ in plaats van ‘Men raadt aan…’), waarbij ook een onderbouwing wordt gegeven. Een presumptieve communicatiestijl is het overbrengen van de aanbeveling om te vaccineren als een mededeling die geen reactie vereist (‘Er ligt een vaccinatie voor je klaar’), maar ook het bundelen van het vaccin met andere aanbevolen vaccins waarbij er ingespeeld wordt op de aanname dat er geen specifieke aarzeling rondom het desbetreffende vaccin bestaat. De review suggereert dat een sterke aanbeveling zelfvertrouwen uitstraalt en zo zorgen over de veiligheid van het vaccin vermindert, wat vervolgens weer is gelinkt aan een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.3

    Een gelijkaardige bevinding komt uit een review naar HPV-vaccinatie onder meerdere doelgroepen (waaronder zorgverleners, ouders en adolescenten). Hieruit blijkt dat het brengen van een aanbeveling als statement door de zorgverlener effectief kan zijn in het verhogen van HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname.4 Dat een presumptieve communicatiestijl kan leiden tot een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname wordt daarnaast onderbouwd door een andere review naar HPV-vaccinatie onder 9- tot 17-jarigen.5 Deze manier van aanbevelen door zorgverleners wordt ook gebruikt in combinatie met andere technieken (zie ook Gecombineerde interventies). Tevens is bewijs gevonden dat het consistent (altijd of meestal) aanbevelen van het HPV-vaccin aan patiënten, bij voorkeur vóór de leeftijd van 11 jaar, kan zorgen voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.5

    In een review naar welke communicatiestrategieën artsen het beste kunnen toepassen om HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen (9- tot 26-jarigen en/of hun ouders), komt naar voren dat er geen eenduidig bewijs is voor de effectiviteit van het benadrukken van het voordeel dat HPV-vaccinatie kanker of seksueel overdraagbare infecties voorkomt.3 Hoewel het benadrukken hiervan op zichzelf niet effectief leek in de studie, onderstreept de review dat het wél voor een verhoogde vaccinatiebereidheid of -deelname kan zorgen wanneer het gecombineerd wordt met een sterke en presumptieve communicatiestijl.

    In een review naar welke strategieën artsen het beste kunnen toepassen om HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen (9- tot 26-jarigen en/of hun ouders), is geen eenduidig bewijs gevonden voor de communicatiestrategieën ‘Motivational Interviewing’ (wat ingaat op het samen identificeren en aanpakken van zorgen die ouders hebben) en ‘In-depth discussion’ (waarbij het gesprek langer duurt of een grotere complexiteit heeft, bijvoorbeeld door meer technisch taalgebruik).3
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Zorgprofessionals benoemden het als hun taak te zien om ouders te informeren en adviseren over het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma), eventuele zorgen te bespreken en eventuele misinformatie te weerleggen. Een deel van de professionals gaf aan, in gesprekken met (twijfelende) ouders, de focus te leggen op goed informeren en adviseren, en niet zo zeer op overtuigen. Daarmee geven zij ouders de ruimte om zelf een vaccinatiekeuze te kunnen maken. Volgens deze professionals is er vaak sprake van een aanpak op maat en is er niet één juiste manier om een gesprek over vaccinatie te voeren. In de verbale en non-verbale communicatie zijn er bepaalde technieken die kunnen worden toegepast om effectiever te communiceren met ouders. Zo gaven enkele professionals aan ‘Motivational Interviewing’ of ‘Shared Decision Making’ toe te passen (zie ook Gesprekstraining professionals).

    Interventies gericht op ondersteuning van besluitvorming komen in de praktijk voornamelijk voor in de vorm van een verlengd of extra vaccinatieconsult. Hiervan wordt gebruik gemaakt als de zorgprofessional merkt dat ouders twijfelen of (veel) vragen hebben, of als de zorgprofessional denkt dat meer voorlichting nodig is. Meerdere professionals hebben het idee dat ouders het vaak fijn vinden om een extra of verlengd vaccinatieconsult te krijgen. Verder geeft een aantal professionals aan dat de timing van het aanbieden van ondersteuning bij vaccinatiebesluitvorming belangrijk is. Zij hebben het idee dat in sommige gevallen ondersteuning of voorlichting te laat wordt aangeboden, waardoor de beslissing om niet te vaccineren al is gemaakt. Volgens deze professionals is het daarom wenselijk om vroeg in het vaccinatiebesluitvormingsproces ondersteuning aan zwangeren en ouders te bieden.
Passende informatiematerialen
  1. Verkenning 2019
    Experts en stakeholders adviseren om in de communicatie rekening te houden met het verschil in vaardigheden tussen mensen. Een deel van de bevolking is namelijk niet in staat om basale schriftelijke gezondheidsinformatie te begrijpen en het merendeel is niet in staat om tabellen en statistische vergelijkingen goed te interpreteren. Daarom doen experts en stakeholders de suggestie om wetenschappelijke feiten op B1-taalniveau aan te bieden. Daarnaast adviseren zij de kennisoverdracht naar mensen die moeite hebben met geschreven teksten te verbeteren. Onder andere door deze groepen te voorzien in hun behoefte aan eenvoudig informatiemateriaal in begrijpelijke taal met veel pictogrammen of via voorlichtingsfilmpjes.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Er zijn twee reviews die het verband tussen passende informatiematerialen en vaccinatiebereidheid of -deelname hebben onderzocht. Uit een review naar educatieve interventies bij het HPV-vaccin blijkt dat educatieve interventies kunnen bijdragen aan het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname. Deze bevinding werd gevonden onder minderheidsgroepen in de Verenigde Staten met cultureel of taalkundig op maat gemaakte educatieve interventies.6 Het cultureel of taalkundig op maat maken van de interventies gebeurde op basis van input van de gemeenschap van de minderheidsgroepen en deze werd verzameld tijdens de interventie-ontwikkelingsfase. De minderheidsgroepen konden zo zelf aangeven met welke unieke barrières ze te maken hebben en welke kansen zij zien om HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname te faciliteren.

    Een review keek naar interventies over de combinatievaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest bij zwangeren. (Bij zwangeren heeft dit combinatievaccin het voornaamste doel om de baby tegen kinkhoest te beschermen.) Gebruikte elementen in de interventies waren een video met affectieve boodschappen versus een interactieve app met cognitieve boodschappen en het ontvangen van ofwel de standaardinformatie over het vaccin, ofwel een aangepaste versie met eenvoudiger taalgebruik. Beide studies tonen geen effectiviteit in het verhogen van de vaccinatiebereidheid of -deelname bij zwangeren.7
  3. Gesprekken met JGZ
    Meerdere professionals gaven aan voor het algemeen publiek eigen informatiematerialen te hebben ontwikkeld, zoals een folder, boekje, nieuwsbrief of voorlichtingsfilmpje voor op de JGZ-website over de groepsvaccinaties (o.a. voor kinderen die vaccineren spannend vinden). Zo gaf een professional aan dat de JGZ-organisatie een folder heeft ontwikkeld, waarin nepnieuws en mythes rondom vaccinatie worden ontkracht.  

    Op basis van de gesprekken komt het idee naar voren dat de huidige informatiematerialen niet altijd goed aansluiten bij de verschillende doelgroepen, in het specifiek laaggeletterden en anderstaligen. Dit vraagt volgens het veld extra aandacht voor het taalniveau, woordgebruik en tekstlengte van de informatiematerialen. Als reactie hierop, hebben een aantal JGZ-organisaties actie ondernomen. Zo bekeken een aantal JGZ-organisaties samen met Pharos of er nieuwe vormen van communicatie ontwikkeld kunnen worden voor doelgroepen die momenteel achterblijven.

    Een ander voorbeeld vanuit de praktijk is een onderzoek naar hoe de JGZ-website verbeterd kan worden om deze zo toegankelijk mogelijk te maken voor alle mensen in de samenleving. Voor dit onderzoek hebben mensen, onder andere van verschillende culturele achtergronden en laaggeletterden, de website getest. Aan de hand van de bevindingen is de website van de betreffende JGZ-organisatie aangepast, onder meer door: het aanbieden van beknoptere informatie, het aanpassen van het taalniveau en woordgebruik, en meer verwijzen naar specifieke webpagina’s (bijvoorbeeld voor vertalingen en het interactieve vaccinatieschema) op de landelijke RVP-website in plaats van naar de algemene hoofdwebpagina. Wat betreft acties voor anderstaligen geven meerdere professionals aan te verwijzen naar online vertalingen (weblink of QR-code) en sommigen geven aan vertaalde (papieren) informatiematerialen aan te bieden, bijvoorbeeld in het Oekraïens.

    Het is daarnaast ook belangrijk om aan te sluiten op de informatiebehoefte van de diverse groep ouders. Zo zijn er volgens professionals ouders die de diepte in willen kunnen en ouders die liever beknopte en heldere informatie ontvangen. Deze professionals merken dan ook op dat de informatie duidelijk, helder en begrijpelijk moet zijn voor alle ouders, maar dat de ouders die zich verder willen inlezen hiervoor de mogelijkheid moeten hebben.
Storytelling 
  1. Verkenning 2019
    Uit onderzoek komt naar voren dat ‘Storytelling’ (een persoonlijk verhaal) over het belang van vaccinatie een positieve invloed kan hebben op de houding van (twijfelende) ouders ten aanzien van vaccinatie, vergeleken met communicatie gericht op data en statistiek. Een voorbeeld van ‘Storytelling’ is een (kort) verhaal van een moeder die vertelt over haar kind met mazelen, waarin het belang van vaccinatie wordt geïllustreerd.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Een review naar interventies om HPV-vaccinatie te verhogen bij minderheidspopulaties in de Verenigde Staten (9 tot 26 jaar oud), bevat één studie waarin ‘Storytelling’ wordt ingezet.8 Een pilotstudie onder Khmer-Amerikaanse moeders en dochters (14-17 jaar) toont aan dat een op cultuur aangepaste educatieve ‘Storytelling’-video leidde tot een hogere HPV-vaccinatiebereidheid binnen één maand, maar niet tot een hogere vaccinatiedeelname.
  3. Gesprekken met JGZ
    Meerdere professionals vinden ‘Storytelling’ (een persoonlijk verhaal) een pakkende en dynamischere manier van communiceren over het belang van vaccinatie. Een van de professionals noemde de HPV-campagne en meningokokkencampagne als goed voorbeeld, waarin verhalen van mensen werden gebruikt die deze infectieziekten van dichtbij hebben meegemaakt. Volgens deze professional wordt zo de ernst van de infectieziekte benadrukt en kan het een manier zijn om meer bewustwording te creëren bij (toekomstige) ouders. In welke mate ‘Storytelling’ wordt gebruikt in de communicatie vanuit de JGZ-organisaties is ons onbekend.
Groepsgesprekken tussen ouders
  1. Verkenning 2019
    Uit de Verkenning 2019 is geen informatie over dit onderwerp naar voren gekomen.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    De aanvullende literatuurstudie (na 2019) richt zich enkel op reviews. Over dit onderwerp hebben we geen reviewstudies van na 2019 gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ
    Het faciliteren van groepsgesprekken over vaccinatie werd een enkele keer benoemd. Een paar professionals gaven aan dat jaarlijks meermaals groepsgesprekken worden georganiseerd op (antroposofische) consultatiebureaus in de regio’s. Zij ervoeren dat vooral twijfelende ouders het fijn vinden om met anderen in gesprek te gaan over vaccineren. Een van de professionals gaf aan dat groepsgesprekken over vaccinatie ouders de gelegenheid biedt om diverse perspectieven van andere ouders te horen en informatie uit te wisselen. Diegene haalde ook aan dat het modereren van groepsgesprekken uitdagend kan zijn voor de zorgprofessionals door uiteenlopende perspectieven van deelnemende ouders.

    Een andere professional benoemde dat de JGZ-organisatie ‘CenteringParenting’ heeft opgezet. Hiervoor worden groepsconsulten georganiseerd met ongeveer drie à vier ouders van kinderen van dezelfde leeftijd waarin verschillende onderwerpen worden besproken, zoals groei en vaccinatie. Uit ervaring blijkt dat sommige ouders het leuk vinden en enthousiast zijn om via ‘CenteringParenting’ in groepsverband consulten te hebben. Regelmatig blijven ouders daarna nog in contact, en helpen en ondersteunen ze elkaar. Maar er zijn ook ouders die hebben aangegeven alleen naar individuele consulten te willen gaan en geen behoefte te hebben aan groepsgesprekken met andere ouders.

Digitale interventies

Digitale interventies zijn interventies die gebruikmaken van digitale hulpmiddelen. Bijvoorbeeld digitale tekstberichten, digitale gamificatie of toegang tot het elektronische gezondheidsdossier of digitaal afspraakbeheersysteem. Omdat deze interventies sterk van elkaar verschillen, valt de effectiviteit niet eenduidig uit te drukken. Deze hangt af van de vorm en inhoud van de interventie.

Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat digitale gamificatie of gezondheidsinformatie op een mobiele telefoon de vaccinatiegraad kunnen verhogen. Digitale interventies die toegang geven tot een patiëntportaal met het persoonlijke elektronische gezondheidsdossier geven nog geen eenduidige resultaten. In de praktijk gebruiken professionals digitale interventies al regelmatig. Bijvoorbeeld de digitale HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie-keuzehulp, het digitale afspraakbeheersysteem en digitale hulpmiddelen die informatie toegankelijker maken. 

  1. Verkenning 2019
    Experts en stakeholders brachten het gebruik van digitale interventies onder de aandacht, zoals QR-codes op informatiematerialen (folders, brieven of posters) die het vinden van goede, betrouwbare en eventueel vertaalde informatie vergemakkelijken. Verder werd een aantal voorbeelden gegeven uit de literatuur, zoals een kennistest in de vorm van een game waarin interactief informatie werd verstrekt, een leerprogramma voor ouders (over HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) en het HPV-vaccin) in de vorm van powerpointpresentaties en een beslishulp voor ouders (voor de BMR-vaccinatie bof, mazelen, rodehond (bof, mazelen, rodehond)). Hierin werd voornamelijk naar het effect van de interventies op de houding ten aanzien van vaccinatie en de vaccinatiebereidheid gekeken. Het effect op de vaccinatiedeelname is bijna niet onderzocht. De effecten van deze digitale interventies voor vaccinatie waren wisselend. Het werd uit de literatuur niet voldoende duidelijk of deze interventies, en in welke context, kunnen bijdragen aan een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. 
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Er zijn vier reviews die het verband tussen digitale interventies en vaccinatiebereidheid of -deelname hebben onderzocht. Een review onderzocht de effectiviteit van digitale interventies bij het influenzavaccin onder zwangeren. Interventies die gebruikmaken van digitale tekstberichten, websites, telefoon-apps werden hiervoor samengenomen.  De resultaten suggereren dat de meeste digitale interventies effectiever zijn in het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname onder zwangeren dan standaardzorg of niet-digitale interventies.9 Visuele digitale interventies (video, sociale media, app) lijken volgens deze review effectiever dan digitale tekstberichten (hier werden verschillende vormen zoals afspraakherinneringen en educatieberichten samengenomen).9 Desalniettemin kunnen ook herinneringen voor een toename van de vaccinatiebereidheid of -deelname zorgen, zoals blijkt uit het aanvullende literatuuronderzoek (zie ook Vaccinatieherinneringen). Er zijn vier reviews die het verband tussen digitale interventies en vaccinatiebereidheid of -deelname hebben onderzocht. Een review onderzocht de effectiviteit van digitale interventies bij het influenzavaccin onder zwangeren. Interventies die gebruikmaken van digitale tekstberichten, websites, telefoon-apps werden hiervoor samengenomen.  De resultaten suggereren dat de meeste digitale interventies effectiever zijn in het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname onder zwangeren dan standaardzorg of niet-digitale interventies.9 Visuele digitale interventies (video, sociale media, app) lijken volgens deze review effectiever dan digitale tekstberichten (hier werden verschillende vormen zoals afspraakherinneringen en educatieberichten samengenomen).9 Desalniettemin kunnen ook herinneringen voor een toename van de vaccinatiebereidheid of -deelname zorgen, zoals blijkt uit het aanvullende literatuuronderzoek (zie ook Vaccinatieherinneringen).

    Uit een review naar vaccineren bij meerdere doelgroepen (waaronder kinderen, studenten en de algemene populatie), blijkt dat digitale gamificatie effectief kan zijn in het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname.10 Digitale gamificatie is het inzetten van gameprincipes en gametechnieken in een niet-gamecontext, om gewenst gedrag op een positieve manier te stimuleren. De review wijst rollenspel of karakteriseren, het verdienen of verliezen van tokens en het oplopen van moeilijkheidsgraad aan als succesvolle elementen, bij voorkeur gebaseerd op bestaande gedragstheorieën.

    Het gebruik van een karakter of rollenspel stelt deelnemers in staat de risicoperceptie voor een ziekte beter in te schatten, bijvoorbeeld door virtueel de impact van beslissingen rondom het wel of niet vaccineren te ervaren. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een karakter waarmee iemand zich kan identificeren. Ook kan via interactie met andere (virtuele) personages in de game worden ingespeeld op de impact van vaccinatie op groepsimmuniteit. Bij het verdienen of verliezen van tokens hebben deelnemers een actieve rol in de game, wat de betrokkenheid verhoogt. Het belonen (tokens verdienen) of bestraffen (tokens verliezen) kan beide effectief zijn, zolang het de deelnemer uitdaagt. Net zoals het gebruik van tokens, verhoogt ook een oplopende moeilijkheidsgraad de interesse en motivatie van deelnemers. Echter, de game moet niet té moeilijk zijn, gezien dat de kans op afhaken van deelnemers vergroot.10

    Een review naar vaccineren onder meerdere doelgroepen (waaronder algemene populatie, studenten, 60-plussers, volwassenen met diabetes en ouders) toont dat mensen toegang geven tot Personal Electronic Health Records (PEHR), een patiëntportaal waar ze hun elektronische gezondheidsdossier kunnen inzien, nog geen eenduidige resultaten geeft op vaccinatiebereidheid of -deelname.11 Ook het onderzoek naar PEHR met verschillende geïntegreerde functies, zoals educatieve berichten of toegang tot een e-journal, geeft geen eenduidige resultaten. 

    Een review dat de effectiviteit van mHealth-interventies (aanreiken van gezondheidsinformatie op een mobiele telefoon of draagbaar apparaat) onderzocht, gericht op HPV-vaccinatie, wijst uit dat mHealth-interventies de vaccinatiebereidheid of -deelname kunnen verhogen onder ouders.12 Werkzame elementen zijn het gebruikmaken van standaard tekstberichten (met herinneringen, educatieve boodschappen of aan de doelgroep aangepaste boodschappen) en interactieve spraakberichten. Ook het combineren van meerdere methoden kan effectief zijn, zoals tekstberichten met telefoongesprekken, en gezondheidseducatiesessies met herinneringen via tekst/telefoon. De beperkte beschikbare resultaten voor 11- tot 22-jarigen of 18- tot 26-jarigen blijken minder eenduidig.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    JGZ-organisaties maken al regelmatig gebruik van digitale interventies. Denk hierbij aan QR-codes naar de JGZ-website of vertalingen van informatiematerialen, maar ook aan vertaal- of voorleesfuncties op de JGZ-website. Met dit laatste probeert de JGZ informatie toegankelijker te maken voor anderstaligen en mensen die moeite hebben met geschreven informatie.

    Verder werd de digitale HPV-vaccinatie keuzehulp die tijdens de vaccinatiecampagne in 2022-2023 werd aangeboden, meerdere keren genoemd tijdens de gesprekken. Professionals gaven aan ouders te verwijzen naar de keuzehulp en vinden het een interessante manier om ouders te ondersteunen bij het maken van een vaccinatiekeuze. Volgens een van de professionals helpt het goed om modernere technieken te gebruiken. Een andere professional benoemde het idee om de HPV keuzehulp te gaan uitbreiden met andere vaccinaties.

    Daarnaast is het gebruik van een digitaal afspraakbeheersysteem voor de groepsvaccinaties (leeftijdscategorie 4- tot 18-jarigen) door enkele professionals benoemd. Dit biedt ouders de mogelijkheid zelf online ingeplande (vaccinatie)afspraken te wijzigen. Ook benoemde één professional dat aan mensen zelf wordt gevraagd een vaccinatieafspraak te maken via een digitaal systeem, zodat ze zelf het tijdsslot en de locatie kunnen bepalen. Volgens een van de professionals geeft een afspraakbeheersysteem ouders meer keuzevrijheid en verlaagt het de drempel om afspraken te wijzigen, vergeleken met telefonisch contact opnemen. Een aantal JGZ-organisaties die op dit moment geen afspraakbeheersysteem hebben, hebben volgens professionals wel behoefte aan een dergelijk systeem om mensen meer keuzevrijheid te geven om op een ander moment of alternatieve locatie een vaccinatie te halen.  

Kennisbevordering

Uit de literatuur blijkt dat verschillende vormen van kennisbevordering de vaccinatiebereidheid of -deelname kunnen verhogen. Vooral effectief lijken educatieve interventies die gebruikmaken van een vertrouwde boodschapper, die gerichte informatie geven over ziekterisico’s en/of die zich ook op de ouders richten. In de praktijk zetten professionals vooral in op voorlichting tijdens een (vaccinatie)consult. Maar meerdere JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisaties verzorgen ook wijk- en doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten of webinars.

  1. Verkenning 2019
    Uit een literatuurreview komt naar voren dat kennisbevordering (over HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie) een positief effect kan hebben op de vaccinatiebereidheid. Bij kennisbevordering maakt het volgens experts en stakeholders veel uit wat voor soort informatie en op welke wijze deze wordt overgedragen aan welke doelgroep. Zo kan het bijvoorbeeld mondeling tijdens een consult, via voorlichtingscampagnes en voorlichtingsfilmpjes, en kunnen scholen ook bijdragen aan kennisbevordering over vaccineren door het onderdeel te laten uitmaken van de biologielessen. 
  2. Aanvullend literatuuronderzoek

    Een verscheidenheid aan reviews heeft de effectiviteit van educatieve interventies in kaart gebracht. Dit hebben we onderverdeeld in drie segmenten: educatie algemeen, educatie over een specifiek onderwerp en educatie voor een specifieke doelgroep.

    Educatie algemeen

    Een review onderzocht het effect van verschillende types educatieve interventies om de vaccinatiebereidheid of -deelname van HPV-vaccinatie te verhogen onder studenten. De interventies maakten gebruik van kennisbevordering middels op maat gemaakte berichten op websites, videoboodschappen waar meer aandacht aan voor- dan wel nadelen van vaccineren werd gegeven en het inzetten van peers en/of zorgverleners als boodschappers. De enige interventie die de deelname aan het HPV-vaccin significant verhoogde, was de educatieve interventie die gebruikmaakte van een gezamenlijke boodschap van peers en zorgverleners. Deze bleek effectiever dan een bericht van een peer of zorgverlener apart.13

    Educatie over een specifiek onderwerp

    Uit een review naar strategieën voor zorgprofessionals om de vaccinatiebereidheid of -deelname van HPV-vaccinatie te verhogen onder 9- tot 17-jarigen komt naar voren dat het verstrekken van een folder met HPV-gerelateerde informatie met een focus op positieve langetermijngevolgen van vaccinatie een effectieve manier kan zijn om vaccinatiebereidheid of -deelname te verhogen.5 In de review wordt genoemd dat deze strategie effectief leek bij jongeren, omdat ze op deze manier meer kennis opdeden over de effectiviteit van het vaccin en de langetermijnbescherming tegen HPV-gerelateerde infecties en ziekten.

    Educatie voor een specifieke doelgroep

    Drie reviews onderzochten educatieve interventies die gericht waren op een specifieke doelgroep. Een review naar interventies om HPV-vaccinatie te verhogen bij minderheidspopulaties in de Verenigde Staten (9 tot 26 jaar oud), bevat één studie die inzet op educatie.8 Deze studie, onder Hopi (oorspronkelijke bewoners van het noordoosten van de Amerikaanse staat Arizona) moeders en dochters (9-12 jaar), maakte gebruik van een moeder-dochter diner-event met educatieve presentaties. Deze zorgde niet voor een toename in het voltooien van de HPV-vaccinatie bij dochters die al deels gevaccineerd waren (1 of 2 van 3 doses), maar wel voor een hogere initiatie en voltooiing bij niet-gevaccineerde (0 van de 3 doses) dochters.

    Uit een review naar educatieve interventies bij het HPV-vaccin blijkt dat educatieve interventies effectiever kunnen zijn in het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname wanneer deze interventies ook op ouders gericht zijn, vergeleken met wanneer ze alleen op jongvolwassenen gericht zijn.6

    Een review naar het verhogen van influenzavaccinatie bij kinderen en jongeren (6 maanden tot 21 jaar oud) met medische comorbiditeit laat zien dat zowel educatie van ouders als educatie van de zorgverlener voor een hogere influenzavaccinatiebereidheid of -deelname zorgen (zie ook Kennisbevordering professionals).14 De educatieve interventies bestonden uit het verschaffen van informatie over infectierisico’s van influenza en/of over de voordelen van de influenzavaccinatie.

  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) 
    JGZ-organisaties proberen via verschillende manieren bij te dragen aan kennisbevordering over vaccineren bij ouders en adolescenten. Dit gebeurt vooral door middel van voorlichting geven tijdens een (vaccinatie)consult. Maar ook wijk- en/of doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten werden regelmatig benoemd tijdens de interviews (zie ook Passende informatiekanalen). Een andere interventie benoemd door een professional is het aanbieden van een webinar voor ouders die twijfelen, met uitleg over vaccineren, zoals ‘waarom vaccineren we’, ‘tegen welke ziektes beschermen de vaccinaties’, ‘wat zijn de bijwerkingen’ en ‘wat zit er in de vaccins’. Deze interventie is zover ons bekend niet geëvalueerd, maar deze professional heeft het idee dat de webinar goed wordt ontvangen door ouders en dat zij het fijn vinden om daarnaar te kijken.

Bijscholing van zorgprofessionals

Uit eerder onderzoek blijkt dat bijscholing van zorgprofessionals de vaccinatiegraad positief kan beïnvloeden. Hierbij spelen gesprekstraining en kennisbevordering een rol. Uit onze interviews blijkt dat zorgprofessionals in Nederland ook diverse communicatietechnieken leren. Zo bespreken zij tijdens gesprekstrainingen hoe je ouders het beste kunt benaderen voor een vaccinatiegesprek. Ook leren ze hoe je ouders kunt begeleiden bij het maken van een vaccinatiekeuze.

Kennisbevordering helpt zorgverleners juiste informatie te geven, zodat mensen een goede afweging kunnen maken in de vaccinatiebeslissing. Uit de literatuur blijkt dat dit kan bijdragen aan een groter aantal mensen dat goed geïnformeerd een besluit neemt. In de praktijk in Nederland wordt dit ook zo gezien. Men vindt het belangrijk dat zorgprofessionals van de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) goede inhoudelijke kennis over vaccinatie hebben. Zo kunnen ze goed informeren en ingaan op vragen en zorgen.

Gesprekstraining professionals
  1. Verkenning 2019
    Uit een studie blijkt dat het trainen van zorgprofessionals in het communiceren met ouders en kinderen de HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatiegraad positief kan beïnvloeden. Enerzijds is het belangrijk om een duidelijke boodschap over te brengen, anderzijds is het aangaan van het gesprek van belang. Zorgprofessionals lijken het geven van een duidelijke boodschap makkelijker, effectiever en tijdbesparender te vinden dan het aangaan van het gesprek over de HPV-vaccinatie.

    Experts en stakeholders erkennen het belang voor zorgprofessionals om in de communicatie met ouders rekening te houden met de verschillende doelgroepen van ouders (zoals, twijfelende of ‘kritische ouders’) en hun informatiebehoeftes (zie ook Passende informatiematerialen). Dit vraagt om verschillende communicatiestrategieën/aanbevelingen (zie ook Communicatiestrategieën).
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    De aanvullende literatuurstudie (na 2019) richt zich enkel op reviews. Over dit onderwerp hebben we geen reviewstudies van na 2019 gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Een deel van de JGZ-organisaties biedt gesprekstrainingen aan JGZ-professionals aan. De gesprekstrainingen behandelen verschillende technieken om een vaccinatiegesprek met ouders te voeren en hen te begeleiden bij het maken van een vaccinatiekeuze. Professionals geven aan hier positief over te zijn en zich beter toegerust te voelen om een gesprek over vaccineren te voeren. Voorbeelden van benoemde communicatiestrategieën zijn: ‘Shared Decision Making’ en ‘Motivational Interviewing’. Bij ‘Shared Decision Making’ streeft men naar gezamenlijke besluitvorming, waarin zowel de vaccinatie-aanbevelingen als de persoonlijke waarden, zorgen en voorkeuren van ouders in het besluitvormingsproces worden meegenomen. ‘Motivational Interviewing’ is erop gericht om ouders te helpen bij het identificeren en aanpakken van zorgen, door ouders te begeleiden bij het nemen van geïnformeerde beslissingen en het inhaken op de intrinsieke motivatie van ouders. Een aantal professionals van JGZ-organisaties die op dit moment geen gesprekstrainingen aanbieden geven aan dat zorgprofessionals daar wel behoefte aan hebben. Ook spreken meerdere zorgprofessionals uit meer tijd te willen voor het gesprek met (twijfelende) ouders. Aan dit verzoek wordt deels tegemoetgekomen. Eén van de JGZ-professionals gaf bijvoorbeeld aan extra consulttijd (gesubsidieerd) te krijgen om ‘Motivational Interviewing’ toe te passen.

    Daarnaast doen meerdere JGZ-organisaties, in samenwerking met andere (wetenschaps/zorg)instellingen, onderzoek naar communicatiestrategieën en hoe zorgprofessionals hier het beste in getraind kunnen worden. Voorbeelden van onderwerpen van onderzoek naar communicatiestrategieën en gesprekstrainingen zijn: omgaan met kinderen met prikangst, omgaan met weerstand in de spreekkamer en telefonische gespreksvoering na een gemiste afspraak. Ten tijde van de interviews waren de resultaten van de onderzoeken nog niet bekend.
Kennisbevordering professionals
  1. Verkenning 2019
    Kennisbevordering bij zorgprofessionals wordt belangrijk en zinvol gevonden. Een onderzoek toont aan dat artsen die een kennisbevorderende online training ontvingen over de epidemiologie van HPV en het communiceren met ouders en jongeren (11-13 jaar) een hogere vaccinatiegraad realiseerden. Met kennisbevordering worden zorgprofessionals inhoudelijk up-to-date gehouden van nieuwe ontwikkelingen op het vlak van infectieziekten en vaccins met betrekking tot het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma). Dit wordt door experts en stakeholders ook van belang geacht voor de professionals die indirect met het RVP te maken kunnen krijgen, zoals huisartsen en verloskundigen. Zij kunnen in de positie staan om vragen van ouders te beantwoorden en eventuele twijfels te bespreken. Daarnaast kan het voorkomen dat een zorgprofessional het antwoord op vragen van ouders over het RVP niet of niet zeker weet. Het advies van experts en stakeholders was dan om dit aan te geven en later terug te bellen in plaats van halve of onjuiste antwoorden geven.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Uit een review naar de combinatievaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest bij zwangeren blijkt dat het de vaccinatiebereidheid of -deelname kan verhogen als zorgmedewerkers bewust worden gemaakt van de vaccinatierichtlijnen.7 De review wijst naar een studie waarin zorgmedewerkers op de hoogte werden gebracht van de nieuwe vaccinatierichtlijnen en van een toolkit die tot doel had het bewustzijn van zorgverleners te vergroten over de aanbeveling om zwangeren met dit vaccin te vaccineren.
  3. Gesprekken met JGZ
    Zorgprofessionals vinden het belangrijk dat zij over goede inhoudelijke kennis beschikken over vaccinatie. Dit is nodig om ouders goed te kunnen informeren, en op vragen en zorgen te kunnen ingaan. Volgens een van de geïnterviewde professionals moeten JGZ-professionals bijvoorbeeld goed weten hoe een vaccin is samengesteld, waarom bepaalde componenten erin zitten en wat het doet. Kennisbevordering door middel van voorlichtingen geven, houdt hen scherp en (inhoudelijk) up-to-date. Daarnaast zeiden professionals het ook belangrijk te vinden dat zorgprofessionals die indirect te maken kunnen hebben met het RVP, waaronder huisartsen, verloskundigen en gynaecologen, over up-to-date kennis van het RVP beschikken. In het bijzonder verloskundigen en gynaecologen als het gaat om de maternale vaccinaties, waar JGZ-organisaties veelal op leunen om deze vaccinaties onder de aandacht te brengen bij zwangeren. Hoewel de actuele kennis op hoog niveau is, gaf een van de professionals aan kansen te zien om onderlinge kennis- en ervaringsuitwisseling tussen zorgverleners te verbeteren. Bijvoorbeeld door sessies te organiseren waarin voorbeelden uit de praktijk worden besproken of extra te communiceren met ketenpartners, zoals verloskundigenpraktijken en gynaecologie-afdelingen.

2. Toegankelijkheid

Alternatieve locaties

Over het algemeen laat de literatuur zien dat de mogelijkheid om een vaccinatie te halen op een alternatieve locatie de vaccinatiebereidheid of -deelname verhoogt. Uit de Verkenning 2019 blijkt dat dit de drempel tot vaccineren kan verlagen. Denk bij alternatieve locaties aan scholen, apotheken, huisartspraktijken of bij mensen thuis. Het aanvullende literatuuronderzoek ondersteunt deze bevinding. Daaruit blijkt ook dat het aanbieden van vaccinaties op een plek waar de doelgroep al aanwezig is voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname zorgt. Dit zijn plekken als de verloskunde-afdeling voor zwangeren en baby’s, winkelcentra of andere locaties met een voor jongeren gunstige ligging, en de apotheek.

In de praktijk zijn er JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisaties die thuisvaccinatie aanbieden als alternatief aan 0- tot 4-jarigen die het vaccin anders op het consultatiebureau krijgen. Aan 4- tot 18-jarigen die het vaccin anders in een groep krijgen, wordt het consultatiebureau juist aangeboden als alternatieve locatie. Op een groepsvaccinatielocatie kunnen kinderen met prikangst hun vaccinatie krijgen in een aparte ruimte in een rustigere omgeving.

  1. Verkenning 2019
    Het meeste internationale onderzoek is gedaan naar de HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie op school, met positieve resultaten. Het is wel onduidelijk of stijgingen in de vaccinatiegraad te wijten zijn aan de locatie (de school), of aan andere factoren, zoals de informatie die gedeeld wordt tijdens de campagne en de vaccinatieherinnering die jongeren krijgen. Door te vaccineren op school kunnen verschillende groepen jongeren bereikt worden. Deze groepen komen wellicht via de ‘standaardroute’ minder in aanraking met de vaccinaties. Uit onderzoek  in Italië en Vlaanderen bleek dat meer jongeren gevaccineerd worden als de vaccinaties plaatsvinden op school; in het bijzonder, in Italië lieten meer jongens zich vaccineren en in Vlaanderen werden er minder sociaaleconomische verschillen in vaccinatiedeelname waargenomen.

    Uit onderzoek uit de Verenigde Staten kwam dat 30% tot 44% van de ondervraagde ouders bereid is hun kind te laten vaccineren met het HPV-vaccin bij de apotheek. Verschillen in bereidheid waren afhankelijk van de door ouders waargenomen kwaliteit van dienstverlening, klanttevredenheid en vertrouwdheid met de apotheek. Uit nog een Amerikaanse studie blijkt dat hoewel huisartspraktijken hoger scoren op veiligheid en privacy, apotheken het voordeel kunnen bieden van ruimere openingstijden en het gemak om vaccinaties te halen zonder afspraak. Een ander onderzoek uit de Verenigde Staten concludeert dat ongeveer een kwart van de mensen zich comfortabel voelt bij een HPV-vaccinatie bij de tandartspraktijk. Tenslotte, het thuis opzoeken van kinderen waarvan de ouders niet op de vaccinatieoproep hebben gereageerd lijkt in Engeland een positief effect te hebben op de vaccinatiegraad, maar deze methode is erg arbeidsintensief. Ook experts en stakeholders adviseren om vaccinatie dichter bij de mensen aan te bieden, zoals in de buurt of wijk of bij mensen thuis.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Er zijn drie reviews die hebben gekeken naar het effect van het aanbieden van alternatieve locaties voor vaccinatie op vaccinatiebereidheid of -deelname. Een review naar HPV-vaccinatie onder 9- tot 17-jarigen vond dat het aanbieden van dit vaccin aan jongeren op alternatieve locaties waar jongeren vaak komen (bijv. het winkelcentrum), kan zorgen voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.5 Bovendien blijkt het beschikbaar stellen van HPV-vaccinatie op plekken met een voor jongeren gunstige ligging ook te kunnen helpen met het bereiken van moeilijk-te-bereiken en kwetsbare jongeren. Uit de tweede review, onder de algemene populatie, blijkt dat influenzavaccinaties toedienen bij de apotheek de vaccinatiebereidheid of -deelname kan verhogen, hoewel het effect klein is.15 Een review naar de effectiviteit van interventies om vaccinatiebereidheid of -deelname van de combinatievaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest bij zwangeren te verhogen, wijst naar een studie met soortgelijke resultaten.7 Deze studie vond dat de mogelijkheid tot vaccinatie door de verloskundige in het ziekenhuis voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname zorgde onder zwangeren.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar
    In de praktijk wordt voor de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar als alternatief voor het consultatiebureau vooral gebruik gemaakt van vaccinaties aan huis (thuisvaccinatie). Volgens professionals is er, vergeleken met de groepsvaccinaties, bij de dienst die het normaal gezien op het consultatiebureau aanbiedt veelal meer ruimte en flexibiliteit om thuisvaccinatie te faciliteren. Thuisvaccinatie wordt vooral gefaciliteerd wanneer ouders niet in staat zijn om naar de locatie te komen; het voor het kind prettiger of beter is om thuis te worden gevaccineerd (denk aan kinderen met een beperking of autisme); of wanneer er sprake is van een kwetsbare thuissituatie (denk aan psychosociale problematiek, zoals verslaving). Professionals geven aan dat thuisvaccinaties over het algemeen weinig voorkomen, maar dat de mogelijkheid er vaak wel is.

    Leeftijdscategorie 4 tot 18 jaar
    Een alternatieve priklocatie die in de praktijk voorkomt voor de groepsvaccinatie in de leeftijdscategorie 4 tot 18 jaar is het consultatiebureau (de locatie waar 0- tot 4-jarigen standaard geprikt worden). Hier gebeurt de vaccinatie dan op individuele basis of in kleine groepen in plaats van in grote groepen. Bij een paar JGZ-organisaties is het al mogelijk om de 9-jaarsvaccinatie (BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond)/DTP Difterie, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)) op deze manier te halen. Ook zijn er enkele pilots uitgevoerd voor zowel BMR/DTP-vaccinatie als HPV-, en/of meningokokkenvaccinatie, maar hiervan zijn de resultaten nog niet bekend. Over het algemeen komt het idee naar voren dat ouders vaccineren op het consultatiebureau fijn vinden, onder andere omdat het persoonlijker en op individuele(re) basis is in vergelijking met de groepsvaccinaties in sporthallen (de standaard voor deze leeftijdscategorie).

    Een andere alternatieve priklocatie is op school. Hierover is echter weinig bekend uit de praktijk. Een professional benoemde kort dat de JGZ in het verleden (inhaal-)HPV-vaccinaties heeft uitgevoerd op een middelbare school in de regio. Daar is de JGZ mee gestopt toen de leeftijd voor HPV-vaccinatie werd vervroegd naar 10 jaar. Een andere professional benoemde voor specifieke doelgroepen ook op scholen te vaccineren, onder andere op speciaal onderwijs en internationale scholen (expats). Momenteel zet deze JGZ-organisatie zich met name in op het geven van voorlichting op scholen en het informeren over aankomende vaccinatierondes.

    Verder gaven meerdere professionals aan de groepsvaccinaties in de toekomst fijnmaziger te willen organiseren door de afstand naar de priklocaties te verkleinen en in meer wijken aanwezig te zijn, bijvoorbeeld door mobiele vaccinatieteams in te zetten.

    Prikangst
    In de praktijk komt het voor dat kinderen met prikangst op de groepsvaccinatielocatie in een aparte ruimte worden gevaccineerd waar er voor hen een rustigere omgeving is gecreëerd. Meerdere professionals gaven aan te ervaren dat een aanzienlijk deel van de kinderen vaccineren spannend vindt. Daarom gaf een van deze professionals aan dat goed moet worden gekeken of het niet té druk wordt bij de aparte prikruimtes, om te voorkomen dat er wachtrijen ontstaan. Verder benoemden enkele professionals dat het voor kinderen met prikangst mogelijk is om op het consultatiebureau gevaccineerd te worden.

    Als aanvulling op het in een aparte ruimte vaccineren van kinderen met prikangst gaven twee professionals aan een pilot uit te voeren tegen prikangst. Een van de onderzoeken kijkt naar het gebruik van een Buzzy bij kinderen met prikangst. Een Buzzy is een klein medisch hulpmiddel wat gebruikt kan worden tijdens het vaccineren. Het heeft een vibrerend en huidkoelend effect, wat enerzijds afleidend en anderzijds (bewezen) pijnstillend werkt. Het andere onderzoek kijkt naar het gebruik van een Virtual Reality (VR verwaarloosbaar risico (verwaarloosbaar risico))-bril om kinderen met prikangst af te leiden tijdens het vaccineren. Destijds is in die regio het gebruik van een VR-bril ingezet voor de coronavaccinatie en is deze daarna uitgeprobeerd voor de groepsvaccinaties voor het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma). Ten tijde van de interviews waren de resultaten van beide pilots nog niet bekend.

Ruimere openingstijden

Uit de Verkenning 2019 blijkt dat veldpartijen adviseren om openingstijden van vaccinatielocaties ruimer te maken, zoals in de avonduren en/of in het weekend. Meerdere JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-professionals bevestigen het belang van ruimere openingstijden, vooral als het gaat om de avonduren. Ruim een kwart van de betrokken organisaties past dit ook toe (als pilot). We hebben in ons onderzoek geen literatuurinzichten gevonden naar een eventuele relatie tussen ruimere openingstijden en vaccinatiebereidheid of -deelname.

  1. Verkenning 2019
    De stakeholders adviseren om de openingstijden van vaccinatielocaties ruimer te maken, zodat vaccinaties ook in de avond en/of in het weekend gehaald kunnen worden.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    De aanvullende literatuurstudie (na 2019) richt zich enkel op reviews. Over dit onderwerp hebben we geen reviewstudies van na 2019 gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Het verruimen van openingstijden voor de leeftijdscategorie 4-18 jaar is een interventie die regelmatig werd benoemd tijdens de gesprekken. Ruim een kwart van de geïnterviewde JGZ-organisaties heeft doordeweeks al ruimere openingstijden ingevoerd voor groepsvaccinaties of is dit aan het uitproberen (pilot). In de meeste gevallen begint de JGZ later met vaccineren en is dan tot het begin van de avond open (variërend tussen 18:00 en 20:00 uur). De reden hiervoor is dat uit ervaring en evaluaties blijkt dat ouders behoefte hebben aan ruimere openingstijden en dat het later op de dag (na schooltijd) vaak drukker is op de priklocaties. Volgens betreffende professionals komt uit de geëvalueerde pilots naar voren dat veel ouders gebruikmaken van de ruimere openingstijden. Hierbij is het wel belangrijk om de kanttekening te plaatsen dat die JGZ-organisaties niet altijd voor alle priklocaties ruimere openingstijden faciliteren. Vaak gaat het om de grotere priklocaties.  

    Weekendopeningen voor de leeftijdscategorie 4-18 jaar werden beperkt genoemd tijdens de gesprekken. Er was één professional die aangaf dat de JGZ naast de ruimere openingstijden doordeweeks ook een keer op de zaterdagmiddag heeft gevaccineerd. De opkomst op de zaterdagmiddag was toen erg beperkt.

Vaccinatieherinneringen

Mensen helpen herinneren aan een vaccinatie (vaccinatieherinnering) kan volgens de literatuur effectief zijn in het verhogen van de vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit geldt voor verschillende doelgroepen en verschillende vormen van herinneringen, zoals per sms, e-mail of brief. Ook een herinnering aan de zorgverlener dat een patiënt binnenkort aan de beurt is voor een vaccinatie, kan zorgen voor een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Uit gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) blijkt dat professionals in de Nederlandse praktijk vaccinatieherinneringen toepassen. Zo ontvangen ouders van kinderen (0-4 jaar) bij sommige JGZ-organisaties vóór de afspraak een herinnering per sms en/of worden ouders nagebeld als zij een afspraak gemist hebben.

  1. Verkenning 2019
    Het versturen van vaccinatieherinneringen naar ouders kan zorgen voor een bescheiden positief effect op de vaccinatiegraad, blijkt uit verschillende onderzoeken. Uit een Deense studie komt naar voren dat onder de deelnemende ouders het vergeten van de vaccinatieafspraak, naast dat de voorgestelde tijd niet uitkomt voor de ouders, de belangrijkste reden is voor het niet laten vaccineren van hun kinderen. Onderzoek suggereert dat schriftelijke of digitale herinneringen (zoals een sms) een bescheiden effect hebben op de vaccinatiegraad, maar dat telefonische herinneringen (zoals een belletje) geen effect hebben. 
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Er zijn zeven reviews die hebben gekeken naar het effect van vaccinatieherinneringen (bijv. via tekstberichten, e-mail, brieven of telefonisch) op vaccinatiebereidheid of -deelname. Een review onder 11- tot 26-jarigen en een review onder ouders, beiden naar HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinatie, vonden dat herinneringsinterventies (o.a. via de telefoon, e-mail of tekstberichten) de vaccinatiebereidheid of -deelname kunnen verhogen.16, 17 Ook vond een studie uit een review onder minderheidspopulaties in de Verenigde Staten (9 tot 26 jaar oud) dat herinneringen effectief kunnen zijn in het verhogen van de HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname.8 Daarnaast komt uit een review naar HPV-vaccinatie onder meerdere doelgroepen (waaronder zorgverleners, ouders en adolescenten) naar voren dat herinneringen via tekstberichten (om een vaccinatieafspraak in te plannen en als een herinnering om naar die afspraak te gaan) effectief kunnen zijn in het verhogen van de vaccinatiebereidheid of -deelname onder ouders. De stijging van de vaccinatiegraad leek echter minder groot te zijn wanneer tekstbericht-herinneringen als afzonderlijke interventie werden gebruikt, in vergelijking met wanneer ze werden gecombineerd met andere interventies (zie ook Gecombineerde interventies).4

    In lijn met deze bevindingen blijkt uit een review naar interventies gericht op influenzavaccinatie bij kinderen en jongeren (6 maanden tot 21 jaar oud) met medische comorbiditeit dat vaccinatieherinneringen (naar ouders of zorgverleners) de vaccinatiebereidheid of -deelname kunnen verhogen.14 Onder deze vaccinatieherinneringen voor ouders vallen bijvoorbeeld herinneringsbrieven via de post en elektronische herinneringen met links naar educatief materiaal via een online portaal voor patiënten. Vaccinatieherinneringen gericht op zorgverleners, om de vaccinatiebereidheid of -deelname bij hun patiënten te verhogen, kunnen bijvoorbeeld bestaan uit e-mails die een indicatie geven van de vaccinatiestatus van de patiënt, vaccinatierapporten en visuele herinneringen. Een studie uit een review gericht op de combinatievaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest bij zwangeren vond tevens dat het versturen van herinneringen binnen het elektronisch medisch dossier voor zorgverleners effectief kan zijn in het verhogen van de vaccinatiebereidheid of -deelname.7

    Tot slot liet een review naar vaccinatie van kinderen in gemeenschappen met een lagere sociaaleconomische status zien dat interventies die gebruikmaakten van herinneringen in de vorm van computergestuurde afspraakherinneringen, gepersonaliseerde brieven en kaarten, kaarten met gepast taalgebruik, telefonische herinneringen of sms-herinneringen, kunnen leiden tot een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.18
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    Herinnering voorafgaand aan vaccinatieafspraak
    Meerdere professionals benoemden dat ouders van kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar voorafgaand aan een vaccinatieafspraak een herinnering via sms ontvangen. Voor de groepsvaccinaties (4-tot 18-jarigen) is er één geïnterviewde JGZ-organisatie die aangaf een sms-herinnering te hebben geïmplementeerd (in combinatie met een afspraakbeheersysteem, zie Gecombineerde interventies). Een andere JGZ-organisatie heeft een klantreisonderzoek (voor de groepsvaccinaties) uitgevoerd, waarvoor voorafgaand aan een vaccinatieafspraak een sms-herinnering aan ouders werd verstuurd. De betreffende professional gaf aan dat ouders positief zijn over de herinneringen en het fijn vinden om via een sms te worden geïnformeerd.

    Nabellen na een gemiste vaccinatieafspraak
    Meerdere professionals, werkzaam op consultatiebureaus, gaven aan dat ouders met kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar standaard worden gebeld wanneer zij niet verschijnen op een vaccinatieafspraak. Volgens één van deze professionals zijn vooral mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) en laaggeletterden blij met een telefoontje, vanwege de mondelinge en persoonlijkere communicatie. Een andere professional heeft het idee dat het missen van een afspraak vaak komt doordat ouders het zijn vergeten of zijn gaan twijfelen over deelname aan het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma). Door na te bellen kunnen deze ouders in gesprek met zorgprofessionals.

    Daarnaast benoemden twee professionals dat de JGZ-organisatie voor de groepsvaccinaties (4- tot 18-jarigen) soms nabelt na een gemiste afspraak, maar dat hier binnen de JGZ geen vast beleid voor is. Of dit gebeurt, hangt af van verschillende zaken, zoals het team, het aantal kinderen dat niet is verschenen en of er tijd is om te bellen. Daarnaast lukt het de zorgprofessionals niet altijd om ouders telefonisch te pakken te krijgen. Een obstakel voor beide interventies (herinnerings-sms en nabellen) is dat de JGZ, in het kader van de groepsvaccinaties, vaak geen (actuele) telefoonnummers van ouders heeft.

Inhaalmogelijkheden

Bij inhaalmogelijkheden worden er extra vaccinatiemomenten aangeboden, met als doel de vaccinatiegraad te verhogen. Vaak zijn ze onderdeel van andere interventies. Uit de Verkenning 2019 blijkt dat inhaalmogelijkheden de vaccinatiegraad kunnen verhogen. In het aanvullende literatuuronderzoek vonden we geen aanvullende onderbouwing. In de praktijk worden voorbeelden van inhaalmomenten genoemd, zoals de mogelijkheid te vaccineren tijdens inloopspreekuren.

  1. Verkenning 2019
    Er zijn aanwijzingen dat het organiseren van inhaalmogelijkheden een positieve invloed kunnen hebben op de vaccinatiegraad. In Oostenrijk werd er een stijging in het aantal BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond)-vaccinaties waargenomen na het organiseren van een publieke informatiecampagne tijdens de Europese vaccinatieweek in 2016. De grootste toename werd geobserveerd op locaties waar ook een extra vaccinatiemoment aangeboden werd door eenmalig de openingstijden te verruimen (zie ook Ruimere openingstijden). Een onderzoek uit Zuidoost-Engeland toont de effectiviteit van het inzetten van een gerichte campagne bij een gemeenschap met een lage vaccinatiegraad. De campagne maakte  gebruik van persoonlijke brieven en er werden vervroegde vaccinaties en inhaalvaccinaties aangeboden. Er was met name een stijging  bij kinderen die al één of enkele vaccinaties hadden gehad, hoewel er ook een bescheiden positief effect was bij kinderen die nog niet eerder een landelijke aanbevolen vaccinatie hadden gekregen. Het is hier echter niet duidelijk welk aandeel veroorzaakt werd door vervroegde vaccinaties en welk door inhaalvaccinaties.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    De aanvullende literatuurstudie (na 2019) richt zich enkel op reviews. Over dit onderwerp hebben we geen reviewstudies van na 2019 gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    JGZ-organisaties faciliteren momenten om vaccinaties in te halen, o.a. op spreekuren. De frequentie waarmee dit momenteel gebeurt varieert tussen JGZ-organisaties, doelgroep en ook per priklocatie. Spreekuren kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, zoals het inhalen van een vaccinatie, maar bijvoorbeeld ook voor ondersteuning bij een vaccinatiekeuze. Spreekuren vinden voor de groep van 0- tot 4-jarigen op consultatiebureaus over het algemeen op een meer reguliere basis plaats (dagelijks of wekelijks), dan voor de groep van 4- tot 18-jarigen. Een aantal professionals gaf aan de spreekuren voor de groepsvaccinaties (voor 4- tot 18-jarigen) vaker en meer in de wijken te willen organiseren in de toekomst.

    Spreekuren kunnen op basis van vrije inloop of op afspraak zijn. Ze hebben beide hun eigen voor- en nadelen. Een professional werkzaam op een consultatiebureau gaf aan dat de opkomst bij vrije inloopspreekuren erg kan variëren. Het kan soms heel druk zijn waardoor ouders lang moeten wachten óf juist heel rustig en dan had de inzet van personeel efficiënter gekund. Wel had deze professional het idee dat een vrije inloop ouders veel keuzevrijheid en flexibiliteit geeft. Een andere professional benoemde tijdens corona over te zijn gegaan naar spreekuren op afspraak en hiermee na corona door te zijn gegaan. Deze professional vindt dit prettiger, omdat dit voor meer structuur zorgt en zorgprofessionals efficiënter kunnen worden ingezet. Ouders kunnen spreekuren op afspraak echter als minder laagdrempelig ervaren.

3. Gecombineerde interventies

Gecombineerde interventies zijn interventies die meerdere interventiestrategieën combineren. Uit de literatuur blijkt dat interventies die meerdere strategieën samen inzetten meestal beter lijken te werken dan interventies die gebruik maken van één strategie. Dit kan komen doordat de keuze om wel of niet te vaccineren een complexe beslissing kan zijn. Daarbij kunnen meerdere sociale, cognitieve en politieke factoren een rol spelen. Gecombineerde interventies kunnen inspelen op meerdere van deze factoren tegelijk. In de praktijk wordt dit ook al gedaan.

  1. Verkenning 2019
    Na het invoeren van een gecombineerde interventie door de University of Pennsylvania werd na twaalf maanden een significant hogere vaccinatiegraad voor de drie HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-vaccinaties waargenomen. Deze gecombineerde interventie maakte gebruik van het ondersteunen van de zorgverlener in de communicatie met de doelgroep en ook van het wegnemen van barrières tot vaccinatie bij ouders en hun kinderen.

    Een ander onderzoek rapporteert over een gecombineerde interventie waarbij ouders die voorstanders zijn van vaccinatie werden gemobiliseerd en hen werd voorzien van tools om positieve gesprekken over vaccinatie aan te gaan binnen hun gemeenschappen. De ouders kregen een training (incl. achtergrondinformatie over vaccins en vaccinatietwijfel, effectieve communicatievaardigheden, het plannen van immunisatie-positieve activiteiten en sociale media-engagement), en hulpmiddelen (zoals een ouderactiegids en promotiemateriaal) om in te zetten op scholen, evenementen en op sociale media. Ze werden na de training blijvend ondersteund. De ouders voerden een breed scala aan activiteiten uit, waaronder een pleidooi op sociale media, het organiseren van school- en gemeenschapsevenementen, het verspreiden van materiaal over immunisatie, persoonlijke gesprekken en het berekenen en publiceren van vaccinatiepercentages op locatieniveau. Hoewel er een significante verbetering werd waargenomen in de houding van ouders ten opzichte van vaccinatie, waren er geen statistisch significante veranderingen in de vaccinatiebereidheid of -deelname geobserveerd.
  2. Aanvullend literatuuronderzoek
    Zes reviews rapporteren over gecombineerde interventies. Uit een review naar vaccineren van volwassenen met verschillende migratieachtergronden in de Verenigde Staten bleek dat interventies die gebruikmaken van meerdere interventiestrategieën effectief kunnen zijn in het verhogen van vaccinatiebereidheid of -deelname.19 Deze gecombineerde interventies omvatten strategieën die de vraag naar vaccins verbeteren door middel van voorlichtingsactiviteiten voor patiënten, interacties met zorgverleners en zorgen voor een eerlijke toegang tot vaccins in de gezondheidszorg.

    Een review naar vaccineren bij kinderen in gemeenschappen met een lagere sociaaleconomische status toont dat het combineren van verbeterde toegang, afspraakherinneringen, educatie en op de doelgroep afgestemde gezondheidscommunicatie, de vaccinatiebereidheid of -deelname kan verhogen.18 De review licht toe dat de effectiviteit van gecombineerde interventies mogelijk te maken heeft met dat het wel of niet vaccineren van je kind een complexe beslissing is voor ouders waarbij meerdere sociale, cognitieve en politieke factoren een rol spelen. Gecombineerde interventies kunnen vanwege de combinatie van strategieën inspelen op meerdere van deze factoren.

    Een review naar het verhogen van influenzavaccinatie bij kinderen en jongeren (6 maanden tot 21 jaar oud) met medische comorbiditeit vergeleek gecombineerde interventies met interventies die gebruikmaken van maar één component en vond in deze context geen verschil in effectiviteit.14

    In context van HPV-vaccinatie onder meerdere doelgroepen (waaronder zorgverleners, ouders en adolescenten) lijkt het gebruik van gecombineerde interventies effectiever in het langdurig verhogen van HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname dan het gebruik van interventies met maar één component.4 Deze gecombineerde interventies maakten gebruik van een combinatie van het op hetzelfde moment geven van verschillende vaccinaties, vaccinatie op dezelfde dag en de aankondigingstechniek. Vaccineren op dezelfde dag verwijst naar het concept van het vaccineren van mensen op dezelfde dag dat ze voor iets anders aanwezig zijn, zoals een andere medische afspraak of een bezoek aan een gezondheidszorginstelling. Het idee is om de gelegenheid om te vaccineren te integreren in reeds geplande medische afspraken of bezoeken aan de gezondheidszorg, waardoor de drempel om gevaccineerd te worden lager wordt. Bij de aankondigingstechniek presenteert de zorgmedewerker de aankondiging voor vaccinatie als een aanbeveling (zie ook Communicatiestrategieën).

    Ook een andere review in de context van HPV-vaccinatie concludeert dat het verhogen van de vaccinatiedeelname onder 11- tot 26-jarigen het meest effectief is met een gecombineerde aanpak, met name door het toepassen van het '4 Pillars Practice Transformation Program'.17 Dit programma omvat strategieën voor (1) gemak en toegang, (2) communicatie met patiënten, (3) systeemverbeteringen voor vaccinaties en (4) motivatiestrategieën. Het wordt daarbij aanbevolen om ten minste één strategie uit elke pijler te gebruiken. Bovendien suggereert de review dat huisartspraktijken gecombineerde interventies moeten implementeren, gericht op elke fase van een patiëntbezoek (vóór, tijdens en na het bezoek).

    Een review over HPV-vaccinatie onder minderheidspopulaties in de Verenigde Staten van ongeveer dezelfde leeftijd (9 tot 26 jaar oud), waarbij het verschaffen van educatie en het versturen van herinneringen gecombineerd werden, vond echter geen eenduidige resultaten.8 Drie studies vonden een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname, maar in één studie werd geen effect gevonden.
  3. Gesprekken met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)
    In de bredere praktijk worden er al vaak meerdere strategieën gecombineerd. Denk bijvoorbeeld aan communicatie-activiteiten, het bieden van ruimere openingstijden en het inzetten van mobiele vaccinatie-units. Uit de gesprekken kwam nog een specifieke gecombineerde interventie naar voren. Een van de professionals gaf aan dat de JGZ in kwestie een online afspraakbeheersysteem heeft om afspraken te kunnen wijzigen, en dat ouders dan ook een paar dagen voor de afspraak een afspraakherinnering per sms ontvangen. De ervaringen met zowel het afspraakbeheersysteem als de herinneringen via sms zijn positief. De mogelijkheid om online afspraken te beheren wordt als heel laagdrempelig ervaren en er wordt ook veel gebruik van gemaakt.  

Bij het opstellen van dit overzicht is gebruikgemaakt van drie verschillende bronnen: a) het onderzoeksrapport van het Nivel en Amsterdam UMC Universitair Medisch Centrum (Universitair Medisch Centrum) uit 2019, b) het aanvullende literatuuronderzoek door het RIVM met recentere inzichten, en c) de gesprekken met Jeugdgezondheidszorg-organisaties gevoerd door het RIVM.

Verkenning 2019

Het onderzoeksrapport “Maatregelen om de vaccinatiegraad in Nederland te verhogen. Een verkenning.”1 is geschreven door onderzoekers van het Nivel en het Amsterdam UMC, in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)). Dit rapport wordt in de hoofdtekst ‘Verkenning 2019’ genoemd.

De hoofdvraag van de Verkenning 2019 was: “Welke aanvullende maatregelen kunnen in de Nederlandse context effectief zijn om de vaccinatiegraad te verhogen?”.

De Verkenning 2019 heeft verschillende bronnen en onderzoeksmethoden geïntegreerd:

  • Een literatuuronderzoek naar maatregelen om de vaccinatiegraad te verhogen. Dit is gedaan met een scoping review op basis van wetenschappelijke (individuele studies) en grijze literatuur.
  • Een internationale consultatie waarbij experts een online vragenlijst invulden over maatregelen in hun land.
  • Een nationale consultatie onder veldpartijen (experts en stakeholders) (online) waarin gevraagd werd naar ideeën voor maatregelen.
  • Een stakeholder- en expertbijeenkomst waarin diverse typen maatregelen zijn besproken wat betreft haalbaarheid en effectiviteit en waar ook naar maatschappelijk draagvlak van verschillende maatregelen is gekeken.

Voor meer informatie over de gebruikte methode verwijzen we naar pagina 53 van de Verkenning 2019. Voor ons overzicht extraheerden we de informatie over interventies uit de Verkenning 2019 en structureerden we deze op basis van thematische overeenkomsten waarbij we waar mogelijk aansloten bij de indeling van de Verkenning 2019.

Aanvullend literatuuronderzoek

De Verkenning 2019 geeft een weergave van de interventieliteratuur tot 2019. In aanvulling daarop werd er literatuur gezocht op 9 maart 2023 in drie verschillende wetenschappelijke databases (Pubmed, PsycINFO, Embase). Hierbij zochten we uitsluitend naar reviews (waarin meerdere losse onderzoeken worden samengenomen) vanaf 2019 over interventies ter bevordering van vaccinatiebereidheid of -deelname. Vaccinatiebereidheid of -deelname wordt in dit overzicht in brede zin gebruikt en omvat vaccinatiedeelname (of men zich daadwerkelijk heeft laten vaccineren), vaccinatiebereidheid (intentie of bereidwilligheid om te vaccineren), maar ook vaccinatietwijfel (twijfel of men zich wil laten vaccineren). Qua vaccinatiedoelgroepen is gekeken naar zowel de algemene burgerpopulatie als subgroepen van burgers. Werkgerelateerde doelgroepen zoals zorgmedewerkers of heel specifieke doelgroepen, zoals gevangenen, zijn niet meegenomen.

Reviews werden meegenomen op voorwaarde dat de auteurs een kwaliteitscontrole van de individuele studies hebben uitgevoerd, een systematische search waarin de database en de searchstring helder beschreven zijn, alsook een duidelijke beschrijving van de populatie, interventie en uitkomstvariabele van het onderzoek. Verdere criteria waren een vergelijkbare context met Nederland (landen in Europa, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland), in het Nederlands of Engels geschreven met een focus op vaccinaties die in Nederland worden aangeboden via het Rijksvaccinatieprogramma en/of tegen influenza. Er waren geen beperkingen op publicatiedatum.

Er werden 2.001 reviews gevonden. Na het selectieproces bleven er hiervan 18 over die meegenomen zijn in het onderzoek, met een range van 6 tot 46 studies per review. De reviews zijn uitgevoerd onder populaties uit meerdere continenten (8), de Verenigde Staten (6), de Verenigde Staten en Australië (4) en waren gericht op vaccinaties tegen HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) (humaan papillomavirus), influenza, de combinatievaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest en sommige reviews namen verschillende vaccinaties samen. Het merendeel van de reviews was gericht op HPV of een combinatie van meerdere vaccins. Met betrekking tot studiepopulaties kwamen er naast de algemene burgerpopulatie verschillende subgroepen naar voren, waaronder kinderen, jongeren, zwangeren, mensen met een migratieachtergrond en medische risicogroepen.

Het literatuuroverzicht geeft een beeld van welke interventies onderzocht zijn en effectief kunnen zijn. Het geeft geen beeld van de mate van impact die deze interventies kunnen hebben (hoe groot het effect is, hoe groot het bereik is of hoe lang het effect aanhoudt). Wel is het zo dat we naar hoofdbevindingen van reviews kijken, waarbij de auteurs van de reviews na hun kwaliteitscontrole een afweging maken over wanneer resultaten voldoende onderbouwd zijn. Voor verdere informatie verwijzen we verder naar de achterliggende publicaties waar dit overzicht op is gebaseerd.

Gesprekken met het veld

Voor de interviews is gekozen voor een semi-gestructureerde interviewmethode. De interviews werden gevoerd met JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisaties als praktijkuitvoerders van het Rijksvaccinatieprogramma. In de interviews lag de focus van de vragen op JGZ-interventies uit de praktijk, gericht op het beter communiceren over het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma), het aanbieden van keuze-ondersteuning en het toegankelijker maken van het RVP. Ook werden JGZ-professionals gevraagd naar hun ervaringen met en ideeën voor interventies. Deze inzichten helpen bij het krijgen van een beter beeld van welke aanpak, waar en voor wie, goed lijkt te werken.

De hoofdvraag van dit onderzoek is: “Welke interventies zijn vanuit het perspectief van de Nederlandse Jeugdgezondheidszorg passend en effectief in het verbeteren van de vaccinatiediensten van het Rijksvaccinatieprogramma?”

Alle JGZ-organisaties in Nederland zijn door RIVM-Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's)) via e-mail uitgenodigd voor een interview. In de uitnodiging werd gevraagd naar een medewerker binnen de
JGZ-organisatie die nauw betrokken is bij de coördinatie en/of uitvoering van het RVP. Deelname aan het interview was vrijwillig. Ter voorbereiding werden professionals (respondenten) gevraagd een beknopte inventarisatie te doen van mogelijk veelbelovende of effectieve manieren die de betreffende JGZ-organisatie toepast om passend te communiceren, mensen te ondersteunen in hun vaccinatiekeuzes en RVP-vaccinaties vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma (vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma) toegankelijk aan te bieden.

Er zijn 24 interviews afgenomen, waar 32 JGZ-professionals aan hebben deelgenomen. In totaal namen 23 van de 38 JGZ-organisaties deel, uit 11 van de 12 provincies (de BES-eilanden niet meegenomen). De interviews zijn afgenomen in februari en maart 2023. Alle interviews waren online via Microsoft Teams, met uitzondering van één interview dat fysiek plaatsvond.

Alle interviews zijn woord-voor-woord getranscribeerd. Daarna is er een thematische analyse uitgevoerd om trends en betekenissen te identificeren ten aanzien van de interventies. Dit kan betrekking hebben op de ervaringen van professionals, de percepties van belanghebbenden en eventuele uitdagingen die professionals ondervinden bij de uitvoer van het RVP. Data over interventies die zijn benoemd tijdens de interviews zijn vervolgens verwerkt in een extractietabel om een overzicht te krijgen van de verschillende interventies uit de praktijk.

  1. de Jong J, Kroneman, M., Fermin, A., Legemaate, J., Widdershoven, G., Hansen, J., ... & van Dijk, L. Maatregelen om de vaccinatiegraad in Nederland te verhogen. Een verkenning. . Utrecht: Nivel; 2019.
  2. Guarinoni M, Dignani L. Effectiveness of the school nurse role in increasing the vaccination coverage rate: a narrative review. Annali di Igiene, Medicina Preventiva e di Comunita. 2021;33(1).
  3. Constable C, Ferguson K, Nicholson J, Quinn GP general practitioner (general practitioner). Clinician communication strategies associated with increased uptake of the human papillomavirus (HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)) vaccine: A systematic review. CA: A Cancer Journal for Clinicians. 2022;72(6):561-9.
  4. Holloway GL. Effective HPV Vaccination Strategies: What Does the Evidence Say? An Integrated Literature Review. Journal of Pediatric Nursing. 2019;44:31-41.
  5. Sackey ME, Markey K, Grealish A. Healthcare professional’s promotional strategies in improving Human papillomavirus (HPV) vaccination uptake in adolescents: A systematic review. Vaccine. 2022;40(19):2656-66.
  6. Rani U, Darabaner E, Seserman M, Bednarczyk RA, Shaw J. Public Education Interventions and Uptake of Human Papillomavirus Vaccine: A Systematic Review. Journal of Public Health Management and Practice. 2022;28(1):E307-E15.
  7. Mohammed H, McMillan M, Roberts CT, Marshall HS. A systematic review of interventions to improve uptake of pertussis vaccination in pregnancy. PLOS ONE. 2019;14(3):e0214538.
  8. Lott BE, Okusanya BO, Anderson EJ, Kram NA, Rodriguez M, Thomson CA, et al. Interventions to increase uptake of Human Papillomavirus (HPV) vaccination in minority populations: A systematic review. Preventive Medicine Reports. 2020;19:101163.
  9. Parsons J, Griffiths SE, Thomas N, Atherton H. How effective are digital interventions in increasing flu vaccination among pregnant women? A systematic review and meta-analysis. J Public Health (Oxf). 2022;44(4):863-76.
  10. Montagni I, Mabchour I, Tzourio C. Digital Gamification to Enhance Vaccine Knowledge and Uptake: Scoping Review. JMIR Serious Games. 2020;8(2):e16983.
  11. Balzarini F, Frascella B, Oradini-Alacreu A, Gaetti G, Lopalco PL, Edelstein M, et al. Does the use of personal electronic health records increase vaccine uptake? A systematic review. Vaccine. 2020;38(38):5966-78.
  12. Ilozumba O, Schmidt P, Ket JC, Jaspers M. Can mHealth interventions contribute to increased HPV vaccination uptake? A systematic review. Preventive medicine reports. 2021;21:101289.
  13. Barnard M, Cole AC alimentair consulent (alimentair consulent ), Ward L, Gravlee E, Cole ML, Compretta C. Interventions to increase uptake of the human papillomavirus vaccine in unvaccinated college students: A systematic literature review. Preventive medicine reports. 2019;14:100884.
  14. Norman DA, Barnes R, Pavlos R, Bhuiyan M, Alene KA, Danchin M, et al. Improving influenza vaccination in children with comorbidities: a systematic review. Pediatrics. 2021;147(3).
  15. Spinks J, Bettington E, Downes M, Nissen L, Wheeler A. Does policy change to allow pharmacist provision of influenza vaccination increase population uptake? A systematic review. Australian Health Review. 2020;44(4):582-9.
  16. Mohamed R, Kelly KM, Nili M, Kelley GA. A systematic review with meta-analysis of parental interventions for human papillomavirus vaccine uptake. Journal of the American Pharmacists Association. 2022;62(4):1142-53.
  17. Eisenhauer L, Hansen BR, Pandian V. Strategies to improve human papillomavirus vaccination rates among adolescents in family practice settings in the United States: A systematic review. Journal of clinical nursing. 2021;30(3-4):341-56.
  18. Machado AA, Edwards SA, Mueller M, Saini V. Effective interventions to increase routine childhood immunization coverage in low socioeconomic status communities in developed countries: A systematic review and critical appraisal of peer-reviewed literature. Vaccine. 2021;39(22):2938-64.
  19. Granade CJ, Lindley MC medisch centrum (medisch centrum), Jatlaoui T, Asif AF, Jones-Jack N. Racial and ethnic disparities in adult vaccination: A review of the state of evidence. Health Equity. 2022;6(1):206-23.