GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en hebben verschillende taken in de aanpak van antibioticaresistentie. De voornaamste zijn preventie, monitoring, advisering en bestrijding. (1) Bij het invullen van deze taken is de huisarts een belangrijke ketenpartner. Het team infectieziektebestrijding van de GGD Limburg-Noord wilde graag samen aan tafel met de verschillende huisartsengroepen in de regio. De GGD nam daarom, in overleg met de huisartsen, het initiatief om een farmacotherapeutisch overleg over antibioticaresistentie voor te bereiden.

ib november 2017

Auteur: N. Bouwmeester-Vincken

Infectieziekten Bulletin, jaargang 28, nummer 9, november 2017

Het FTO periodiek overleg van afzonderlijke huisartsengroepen in een regio (periodiek overleg van afzonderlijke huisartsengroepen in een regio) is een periodiek overleg van afzonderlijke huisartsengroepen in een regio. Hieraan doen 10-15 huisartsen, AIOS (artsen in opleiding tot specialist) huisartsgeneeskunde, coassistenten en de apotheker(s) van een praktijkgebied mee. Tijdens de bijeenkomsten worden farmacotherapeutische thema’s besproken, vaak gebaseerd op nieuwe of recent herziene richtlijnen. De doelen van het FTO zijn:

  • informatie uitwisselen over geneesmiddelen en voorschrijfgedrag;
  • kritische reflectie op (eigen) voorschrijfgedrag;
  • elkaar adviseren en afspraken maken over regionaal voorkeursbeleid en opstellen van gezamenlijke afspraken;
  • toetsen van gemaakte afspraken.

De huisartsen bereiden de FTOs per toerbeurt voor. De bijeenkomsten beginnen met theoretische achtergrondinformatie over het gekozen thema. Vervolgens worden de voorschrijfcijfers van behandeling met antibiotica per huisarts besproken in relatie tot de informatie in de richtlijnen. Daarna worden afspraken gemaakt, onderling en met de apotheker.

In overleg met de huisartsen werd besloten dat de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) het onderwerp antibioticaresistentie zal voorbereiden voor FTO-groepen in de regio als zij daarvoor uitgenodigd wordt. De doelstellingen van de GGD waren hierbij:

  • het vergroten van de kennis over antibioticaresistentie bij huisartsen;
  • het opnieuw onder de aandacht brengen van juist antibioticumgebruik. Een groot deel van de antibiotica in Nederland wordt voorgeschreven door huisartsen. Uit onderzoek is gebleken dat het voorschrijfgedrag te beïnvloeden is door interventies tijdens het FTO; (2)
  • huisartsen wijzen op hun verantwoordelijkheid om alert te zijn op extramurale clusters van mensen met klachten (bijvoorbeeld urineweginfecties, huidinfecties) door infecties met bijzonder resistentie micro-organismen (BRMO bijzonder resistente micro-organismen (bijzonder resistente micro-organismen));
  • het belang benadrukken van het signaleren en het melden van clusters van antibioticaresistente ziekteverwekkers aan de GGD.. Omdat lokale eerstelijnslaboratoriumdiagnostiek deels buiten de regio wordt verricht kunnen clusters door lokale medisch microbiologen minder goed gesignaleerd worden. Na een melding kan de GGD de meldende huisarts adviseren bij het beperken van de verspreiding van de betreffende ziekteverwekker;
  • stimuleren van de discussie over richtlijnen (zie tekst in kader);
  • contact hebben met apothekers over de de multidisciplinaire aanpak van antibioticaresistentie;
  • de gelegenheid hebben om actualiteiten ter sprake te brengen en deGGD bij de huisartsengroep meer in beeld te brengen;
  • de mogelijkheid hebben om een klanttevredenheids-onderzoek te houden bij deze ketenpartner.

Hoe ziet het FTO-antibioticaresistentie eruit?

Het FTO over antibioticaresistentie bestaat uit een inleiding (3), een inhoudelijke presentatie en een kennistoets voor de huisartsen. We bespreken de landelijke jaarcijfers over antibioticaresistentie. (3) Wellicht zullen in de toekomst ook lokale cijfers worden gepresenteerd. Verder worden de apothekers van de FTO-groepen vooraf benaderd over de voorschrijfcijfers van ‘hun’ huisartsen in de afgelopen 2 jaar (spiegelinformatie).

Er zijn inmiddels een aantal FTO’s over antibioticaresistentie geweest. Deze avonden werden zeer positief gewaardeerd door de deelnemende huisartsen. Tijdens de bijeenkomsten werden de veelal bekende maatregelen ter preventie van de verspreiding van antibioticaresistentie op een rij gezet:

  • Neem de basishygiëneregels in acht;
  • Meer tijd nemen voor een patiënt tijdens een consult kan voorkomen dat hij/zij met een recept voor antibiotica de deur uitgaat;
  • Schrijf bij luchtweginfecties antibiotica voor op basis van de CRP C-reactief proteïne (C-reactief proteïne)(C reactief proteine)-bepaling (4). Met name bij luchtweginfecties heeft juist gebruik van antibiotica een positieve invloed op de vermindering van resistentie;
  • Gebruik een ‘uitgesteld’ recept, waarbij de patiënt wel al een recept meekrijgt maar met de instructie de medicatie pas te starten als de klachten niet verbeteren na een bepaalde tijd of juist verslechteren. (5)
  • Gebruik de informatiematerialen van het RIVM ter ondersteuning van de verschillende interventies. (6)

Hoewel de genoemde maatregelen over het algemeen niet nieuw waren voor de huisartsen, bleek na afloop dat aan eenvoudige zaken als het wassen van de handen tussen de visites toch niet altijd wordt gedacht. De interventies bij de ouderen zijn belangrijk omdat ouderen vaker drager zijn en kwetsbaar zijn waardoor zij eerder infecties kunnen krijgen. Na het bespreken van de mogelijk te nemen maatregelen wordt er gereflecteerd op eigen voorschrijfcijfers. Vervolgens wordt er gediscussieerd over de richtlijnen (zie tekst in kader).

Een voorbeeld van een discussie tijdens het FTO:

Welke richtlijnen zijn het beste te hanteren bij de groter wordende groep van kwetsbare ouderen die steeds langer thuis blijven wonen? Huisartsen gebruiken de standaarden van het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG Nederlands Huisartsen Genootschap (Nederlands Huisartsen Genootschap)). Specialisten Ouderengeneeskunde hanteren richtlijnen van hun beroepsvereniging Verenso Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde en Sociaal Geriaters (Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde en Sociaal Geriaters). Sommige richtlijnen van de huisartsen en specialisten Ouderengeneeskunde verschillen op het vlak van diagnostiek en behandeling. In de richtlijn Urineweginfecties van Verenso wordt aangedrongen op meer diagnostiek en minder snel behandelen van urineweginfecties. Dit verschil voert de discussie over de juiste manier van voorschrijven van antibiotica.

Zonder acquisitie heeft onze team nu in totaal 6 uitnodigingen ontvangen van FTO-groepen. Op uitnodiging van specialisten ouderengeneeskunde en artsen voor verstandelijk gehandicapten staan afspraken gepland met als doel te onderzoeken of we deze bijeenkomsten over antibioticaresistentie ook kunnen organiseren voor deze collega’s. De collega’s van GGD Zuid-Limburg zijn geïnteresseerd en overwegen overname van dit initiatief met gebruik van ons format.

Het RIVM is bezig met het ontwikkelen van een landelijk programma Juist gebruik; Surveillance & Stewardship antibioticagebruik in de eerstelijns, tweedelijns en langdurige zorg. Dit programma is, in tegenstelling tot ons project, onderdeel van de door de minister geïnitieerde projecten om antibioticaresistentie beheersbaar te houden en daarmee de zowel de algemene bevolking als de individuele patiënten optimaal te kunnen beschermen. De doelstellingen van het programma en het in dit artikel beschreven initiatief van de GGD Limburg-Noord komen niet helemaal overeen, maar afstemming van beide activiteiten lijkt zinvol. De contacten hiervoor zijn gelegd.

Conclusie

Het is zinvol om als team infectieziektebestrijding van de GGD in gesprek te zijn met huisartsen, en in de toekomst ook ander eerstelijnszorgverleners, om antibioticaresistentie in de regio tegen te gaan. Door aan te schuiven bij de periodieke FTO’s van huisartsengroepen willen we meer awareness bij de huisartsen over dit onderwerp creëren. Ook biedt dit de gelegenheid om aandacht te besteden aan onderwerpen die betrekking hebben op de algemene infectiepreventie. De GGD krijgt tijdens dit overleg de mogelijkheid zich meer te profileren en door samenwerking leren betrokkenen elkaar beter kennen, we halen feedback op en dragen actualiteiten uit. Een win-win-model!

Auteur

N. Bouwmeester-Vincken, afdeling Infectieziektebestrijding, GGD Limburg-Noord

Correspondentie

n.bouwmeester@vrln.nl

  1. Positionpaper Rol GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in aanpak ABR antibioticaresistentie (antibioticaresistentie)antibioticaresistentie.
  2. Minder antibiotica door interventie in FTO periodiek overleg van afzonderlijke huisartsengroepen in een regio (periodiek overleg van afzonderlijke huisartsengroepen in een regio); Vervloet, M., Meulepas, M., Cals, J. et al. Huisarts Wet 2016; 59: 546.
  3. Nethmap 2017: Consumption of antimicrobial agents and antimicrobial resistance among medically important bacteria in the Netherlands.
  4. Cals J, et al. Praten en prikken bij lage luchtweginfecties. Huisarts Wet 2009; 52: 576-583.
  5. Uitgestelde recept. Geneesmiddelenbulletin nr. 5 mei 2016.
  6. http://rivmtoolkit.nl/Onderwerpen/Antibioticagebruik