Op 14 december is het antwoordformulier voor het bevolkingsonderzoek darmkanker afgeschaft. De reden daarvoor is dat door fouten met het antwoordformulier 70.000 (7%) deelnemers de ontlastingstest opnieuw moesten doen. Eén op de vijf deelnemers haakt dan af. In eerste instantie willen ze wel deelnemen, maar ze willen de test niet opnieuw doen. Vanaf nu hoeven deelnemers niet meer een antwoordformulier in te vullen en is deelname makkelijker. Deelnemers kunnen ook nog steeds hun huisarts betrekken. Via de media zijn de afgelopen weken vragen gesteld over het afschaffen van het antwoordformulier. Daarom lichten wij dit besluit toe.
Het antwoordformulier hoorde bij de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Op het antwoordformulier konden deelnemers de gegevens van de huisarts invullen. Als de gegevens van de huisarts waren ingevuld, ontving de huisarts bij een ongunstige uitslag een bericht. Als de gegevens van de huisarts niet waren ingevuld, ontving de huisarts geen bericht. In het vernieuwde proces hoeven deelnemers alleen de ontlastingstest te doen en hoeven ze geen antwoordformulier meer in te vullen. Wel kunnen deelnemers van tevoren aangeven of zij willen dat de huisarts wordt geïnformeerd bij een ongunstige uitslag. In de uitnodigingsbrief staat hoe dat kan: telefonisch of via ‘Mijn bevolkingsonderzoek’. De screeningsorganisaties geven in de uitslagbrief nadrukkelijk het advies contact te zoeken met de huisarts in geval van een ongunstige uitslag.
Vanwege de belemmering voor deelname en de logistieke knelpunten met het antwoordformulier, hebben de werkgroep en programmacommissie van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker de noodzaak van het antwoordformulier besproken met relevante beroepsgroepen en patiëntenorganisaties. Uit het overleg bleek dat het antwoordformulier niet nodig was voor de analyse van de test. Wel moest het voor deelnemers mogelijk blijven om de huisarts te betrekken.
De screeningsorganisaties hebben alle huisartsenpraktijken eind december 2017 schriftelijk op de wijziging geattendeerd. Het RIVM en de screeningsorganisaties monitoren het eerste kwartaal nauwkeurig hoe dit aangepaste proces verloopt. Er komt een evaluatie waarbij de beroepsgroepen en patiëntenorganisaties ook weer betrokken worden. Afhankelijk van de resultaten van de evaluatie neemt het RIVM actie als dat nodig is.