In een aantal gemeenten met een lage vaccinatiegraad (onder 90 procent) komt op dit moment mazelen voor. Naar verwachting zal dit virus zich de komende tijd verder verspreiden in deze regio. Kinderen die een verhoogd risico hebben om met mazelen besmet te raken krijgen een extra vaccinatie tegen mazelen aangeboden. Dat heeft de minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) vandaag bekend gemaakt. Over het algemeen is de Nederlandse bevolking goed beschermd tegen mazelen dankzij vaccinatie of door het doormaken van de ziekte.
Uitbraak
Sinds eind mei is er sprake van een uitbraak van mazelen in
gebieden met een lage vaccinatiegraad. In deze regio wonen veel
mensen die behoren tot de reformatorische gezindte en zich om
religieuze redenen niet laten inenten. Omdat in deze gebieden
relatief veel kinderen niet beschermd zijn tegen mazelen, is
het waarschijnlijk dat de ziekte zich de komende tijd hier verder
verspreidt.
Mazelen
Mazelen is een zeer besmettelijke vlekjesziekte die wordt
veroorzaakt door een virus. De ziekte begint plotseling met koorts,
algemene malaise, hangerigheid, verkoudheid en hoesten. Enkele
dagen tot een week daarna ontstaan de rode vlekjes. Soms krijgen
mazelenpatiënten middenooronsteking of longontsteking. Een weinig
voorkomende complicatie is hersenontsteking. In zeldzame gevallen
(1 op de 1000) overlijden patiënten aan mazelen. Er bestaat geen
behandeling tegen mazelen maar de meeste patiënten genezen
volledig. Vaccinatie biedt goede bescherming tegen de ziekte. Sinds
1 januari 1976 is de vaccinatie tegen mazelen opgenomen in het
Rijksvaccinatieprogramma.
Extra vaccinatie
Afgelopen week is het Outbreak Management Team (OMT (Outbreak Management Team)) van het RIVM samengekomen en heeft de minister geadviseerd om kinderen met een verhoogd risico op besmetting met mazelen een extra vaccinatie aan te bieden. Het gaat hierbij om kinderen tussen 6 en 14 maanden oud, die mogelijk in contact komen met mazelenpatiënten. Vanaf 14 maanden krijgen alle kinderen een inenting tegen mazelen aangeboden binnen het Rijksvaccinatieprogramma. Vóór 6 maanden kunnen kinderen nog niet ingeënt worden tegen mazelen. De minister heeft het advies van het OMT overgenomen. De volgende groepen kinderen worden uitgenodigd voor een extra vaccinatie:
- Kinderen van 6 tot 14 maanden die wonen in gemeenten waar minder dan 90% van de kinderen tegen mazelen ingeënt zijn. Zij krijgen een uitnodiging voor vaccinatie half juli thuisgestuurd
- Kinderen van 6 tot 14 maanden die behoren tot de
reformatorische gezindte, ongeacht hun woonplaats. Zij worden voor
vaccinatie uitgenodigd via hun eigen kanalen.
Voor kinderen met een hoog risico op blootstelling aan mazelen
weegt het positieve aspect van snelle bescherming op tegen het
negatieve aspect van mogelijk lagere hoeveelheden afweerstoffen
tegen mazelen op de lange termijn. Vandaar dat een extra
BMR (bof, mazelen,rodehond) wordt aangeboden
aan een beperkte groep kinderen in de regio met lage
vaccinatiegraad. Als er geen direct risico is om mazelen op te
lopen, geeft vaccinatie op de leeftijd van 14 maanden optimale
bescherming.
Inhaalvaccinatie
Kinderen die niet beschermd zijn tegen mazelen omdat ze de
vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma niet hebben gehaald,
wordt geadviseerd om deze alsnog te halen. Voor kinderen tussen 1
en 4 jaar kunnen de ouders contact opnemen met hun
consultatiebureau. Voor kinderen van 4 tot en met 18 jaar kunnen
ouders hiervoor terecht bij de organisatie voor
jeugdgezondheidszorg in hun regio.