Het RIVM heeft een beknopte verkenning gemaakt met daarin een overzicht van de beschikbare kennis over de verschillen in gezondheid tussen woon-werkverkeer met de auto of trein. Hierbij is gekeken naar de fysieke gezondheid, mentale gezondheid en het risico op infecties.

Als de treinreis wordt gecombineerd met actief voor- en/of natransport (met fiets of te voet), maakt dit de keuze voor de trein gezonder dan de auto. Er zijn verschillen in mentale gezondheid tussen automobilisten en treinforenzen, maar deze wijzen niet in één richting en zijn soms tegenstrijdig. De kans op besmetting met een ziekteverwekker tijdens het woon-werkverkeer is iets groter voor treinreizigers dan voor automobilisten. 

De in deze publicatie gepresenteerde resultaten komen voort uit een verkenning van veelal buitenlandse studies. In deze studies is de rol van de fiets vaak minder prominent en zijn niet zonder meer te vertalen naar de Nederlandse situatie. Tegelijkertijd is het niet in alle gevallen duidelijk in hoeverre de gevonden verschillen toe te wijzen zijn aan het reizen met één van de twee vervoersmiddelen. Er is betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar de verschillen in vitaliteit en gezondheid tussen ‘autoforenzen’ en ‘treinforenzen’. Dit geldt zeker in Nederland, maar ook in het buitenland.