Steeds meer ouders besluiten hun dochters een inenting te laten geven tegen het humaan papillomavirus (HPV (humaan papillomavirus)). Dit virus kan op latere leeftijd baarmoederhalskanker of voorstadia hiervan veroorzaken. Dit blijkt uit de rapportage over de opkomstcijfers van meisjes die zijn geboren in 1998 en 1999.
Op 1 januari 2013 is het percentage meisjes uit 1998 dat driemaal een vaccinatie heeft gekregen, gestegen van 53,4% (1-1-2012) naar 59,8%. Er zijn ook meisjes met twee vaccinaties (2,1 %) en meisjes die eenmaal gevaccineerd zijn (2,0%). Van de meisjes geboren in 1999 heeft ruim de helft (bijna 55%) drie prikken gehaald, bijna 7% heeft er twee gehaald en 2,9% heeft één prik gekregen. In het komende jaar krijgen zij de gelegenheid om nog ontbrekende vaccinaties te halen. Naar verwachting zal een deel van de meisjes die per 1 januari 2013 twee vaccinaties heeft gehaald, hiervan gebruik maken.
Opkomst per provincie
Het opkomstpercentage van de provincies varieert tussen 48,8% tot 68,4%. Groningen, Friesland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg behalen een vaccinatieopkomst boven de 60%. In Gelderland, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland ligt het opkomstpercentage tussen de 50-60%. In Overijssel en Flevoland is het percentage meisjes dat een HPV (humaan papillomavirus)-prik haalt rond 50%.
Rijksvaccinatieprogramma
De vaccinatie tegen baarmoederhalskanker werd in 2009 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Deze vaccinatie beschermt tegen twee typen van het humaan papillomavirus. Dit virus kan op latere leeftijd baarmoederhalskanker, of voorstadia hiervan veroorzaken. De vaccinatie bestaat uit 3 prikken die binnen een half jaar gegeven worden. Alle meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden een uitnodiging.
Opkomstcijfers in kaart gebracht: