
RIVM en ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) publiceren samen een innovatief beoordelingssysteem waarmee wordt berekend wat acceptabele emissies van duurzaam beheerde stortplaatsen zijn. Bij deze emissies hoeven stortplaatsen niet meer eeuwigdurend te worden afgesloten. Dat bespaart geld en toekomstige generaties worden minder belast met onze afvalstoffen. De beleidsmatige onderbouwing van het beoordelingssysteem is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Waste Management.
Gezamenlijk hebben RIVM en ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) een
beoordelingssystematiek ontwikkeld. Deze systematiek is
enerzijds gebaseerd op bestaande wetgeving voor de bescherming van
mens en milieu en anderzijds een uniek rekenmodel om acceptabele
emissies te kwantificeren.
Het unieke van de aanpak is dat er rekening kan worden gehouden met
specifieke bodem-, grondwater- en stortplaatseigenschappen. Er
wordt dus ruimte geboden voor maatwerk. Met de publicatie in Waste
Management krijgt de beleidsmatige onderbouwing van het
beoordelingssysteem internationale aandacht en wetenschappelijke
acceptatie.
Stortplaatsen: niet inpakken, maar aanpakken
Duurzaam stortbeheer houdt in dat de stortplaats niet meer wordt
ingepakt, maar dat de bovenafdichting wordt weggelaten zodat lucht
en water bij het afval kunnen komen. Het inbrengen van lucht en/of
water gebeurt ook versneld door extra pompen. Daardoor worden
schadelijke stoffen uitgespoeld, afgebroken of gebonden zodat ze
niet meer in de bodem terecht komen.
Drie pilots moeten de komende tien jaar uitwijzen of de emissies
van deze duurzaam beheerde stortplaatsen voldoen aan de nieuwe
grenswaarden. Als dat inderdaad zo is dan is eeuwigdurende nazorg
overbodig. Dit leidt tot een grote kostenbesparing. Bovendien
kunnen de stortlocaties een nieuwe bestemming krijgen.