Mannen stappen vaker dan vrouwen op de fiets om naar de sportclub te gaan en vrouwen nemen vaker dan mannen de fiets om te gaan winkelen. Ook gebruiken vrouwen vaker dan mannen de fiets om personen, vooral kinderen, te halen en brengen. Dat blijkt uit een studie van het RIVM in samenwerking met verschillende organisaties, die is gepubliceerd in het vakblad PLOS ONE.
Als de overheid voor korte afstanden mensen uit de auto en op de fiets wil krijgen, is het nodig om verschillende groepen verschillend te benaderen. Beleid kan het beste worden gericht op groepen die het minst gebruik maken van de fiets voor korte afstanden. Dit zijn bijvoorbeeld mannen die personen halen en brengen, mensen tussen de 25 en 44 jaar en mensen met een lagere opleiding.
Auto als statussymbool
Mensen met een hogere opleiding zijn eerder geneigd om op de fiets te stappen dan mensen met een lagere opleiding. Dat zie je vooral terug in het woon-werk verkeer. Dit komt mogelijk doordat mensen met een lagere opleiding de auto meer zien als een statussymbool dan hoger opgeleiden.
Fysieke inactiviteit groot gezondheidsprobleem
Fysieke inactiviteit is één van de grootste gezondheidsproblemen
in de westerse wereld. Er is veel gezondheidswinst te behalen met
het stimuleren van actieve vormen van transport, zoals fietsen en
wandelen. Dit komt doordat transport een onderdeel is van het
dagelijks leven en gebruikt wordt om naar het werk te gaan, voor
huishoudelijke doeleinden en voor vrije tijdsbesteding.