In de eerste dagen na de brand bij Shell Chemie in Moerdijk zijn in en rondom het dorp Strijen, op circa 7 km (kilometer) afstand van de installatie, verhoogde concentraties zware metalen aangetroffen. Uit metingen, analyses en de risicobeoordeling van de Milieuongevallendienst (MOD (Milieuongevallen Dienst )) van het RIVM blijkt dat de aangetroffen zware metalen geen extra risico voor gezondheid en milieu vormen.
De aangetroffen metalen, koper, chroom en barium, zijn tijdens en na de brand in veeg- en grasmonsters aangetroffen. Ze bleken afkomstig uit het katalysatormateriaal dat bij het productieproces wordt gebruikt. In monsters die drie dagen na de brand zijn genomen bleken de concentraties alweer te zijn gedaald tot een niveau dat naar verwachting geen gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Dit komt waarschijnlijk door de regen die die dagen is gevallen.
Extra monsters
Uit voorzorg zijn twee weken na het incident nog
extra monsters genomen. Daarin werden nog licht verhoogde
concentraties koper en chroom waargenomen. De verwachting is dat
deze concentraties in de komende weken en maanden ook verder zullen
afnemen tot normale achtergrondniveaus. Verder zijn enkele dagen na
de brand ook nog luchtstof monsters genomen om te toetsen of chroom
via opwaaiend bodemstof in de lucht terecht was gekomen. In deze
luchtstofmonsters werd geen verhoging van chroom gemeten.