Ondanks de goede toegankelijkheid van de medische zorg in Nederland, verschilt de gezondheid tussen mensen met een lage en een hoge maatschappelijke positie. Beleidsmakers willen de ontwikkeling van deze verschillen in de gaten houden en kunnen zien of beleidsmatige maatregelen om deze verschillen te verkleinen, zoals initiatieven in wijken, effect hebben. Het RIVM stelt daarom een gestandaardiseerde meetmethode (indicator) voor waarmee deze gezondheidsverschillen kunnen worden weergegeven.
Het doel van het RIVM-onderzoek was om te komen tot één meetmethode die op een heldere manier meet hoe groot de verschillen in de (gezonde) levensverwachting zijn tussen verschillende sociaal-economische groepen. Deze indicator kan ook meten of deze verschillen in de loop van de tijd groter zijn geworden of juist kleiner. De indicator kan daarom belangrijke informatie leveren voor beleidsmakers om genomen maatregelen te evalueren.
De door het RIVM voorgestelde indicator geeft het verschil in levensverwachting weer tussen de 20 procent Nederlanders met de laagste maatschappelijke positie en degenen die tot de hoogste 20 procent behoren. Deze indicator kent twee aspecten: de maatschappelijke positie en gezondheid. De maatschappelijke positie (ook wel sociaaleconomische status of SES (Sanitary Epidemiology and Surveillance) genoemd) wordt doorgaans ontleend aan het opleidingsniveau of inkomen van mensen. Gezondheid is een complex begrip en omvat diverse kenmerken. Daarom wil dit onderzoek zich niet beperken tot één indicator. Om het overzichtelijk te houden, wordt wel een kernindicator voorgesteld. Deze gebruikt het eigen oordeel van mensen over hun gezondheid als maat voor gezondheid en het opleidingsniveau als maat voor SES.
Andere gezondheidsmaten
Om nog andere aspecten van de gezondheid te belichten, wordt voorgesteld om ook alternatieve gezondheidsmaten te berekenen. Momenteel zijn gegevens beschikbaar over de levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen. In de toekomst komen gegevens beschikbaar die meer in lijn zijn met wat internationaal wordt gebruikt. Het betreft de levensverwachting zonder (door ziekte veroorzaakte) beperking van activiteiten, zoals naar werk of school gaan, en de levensverwachting zonder chronische ziekten. Voorgesteld wordt om in de toekomst deze gezondheidsmaten toe te voegen aan de set indicatoren.