Het RIVM en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en hebben de vernieuwde richtlijn ‘Smog en gezondheid’ ontwikkeld. De richtlijn geeft GGD’en ondermeer informatie over maatregelen om gezondheidseffecten te voorkomen. Voor het eerst zijn er gedragsadviezen in de richtlijn opgenomen. Klachten kunnen het beste worden voorkomen door de blootstelling aan smog te verminderen.

Bij smog is gedurende een korte periode van enkele uren of dagen sprake van hoge concentraties luchtverontreiniging door ozon, fijn stof of stikstofdioxide. In ons land komt smog steeds minder voor, maar bij stabiel helder weer met lage windsnelheden kan het zich zowel ’s zomers als ’s winters voordoen.

Door smog kunnen acute gezondheidsklachten ontstaan, vooral bij mensen met chronische long- en/of hart- en vaatziekten, ouderen en kinderen. Ook mensen die veel inspanning leveren en daardoor meer (verontreinigde) lucht inademen, zoals sporters en kinderen die buiten spelen, lopen een groter risico op gezondheidsklachten.

Het gaat hierbij om klachten aan de luchtwegen, zoals hoesten, piepen en kortademigheid. Ook kunnen bestaande chronische long- of hart- en vaatziekten erdoor verergeren. Bij smog door ozon kan bovendien irritatie van ogen, neus of keel ontstaan.

Klachten kunnen het beste worden voorkomen door zware inspanning te vermijden. Bij smog door ozon, wat zich alleen in de zomermaanden voordoet, kan de blootstelling ook worden verminderd door ’s middags en in de vroege avond binnen te blijven.

De nieuwe richtlijn ‘Smog en gezondheid’ vervangt de ‘GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-richtlijn smog’ uit 2004.