Inrichtingen waar met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen (BrzoBesluit risico's zware ongevallen). Het doel van het Brzo is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen.
Achtergrondinformatie
Het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BrzoBesluit risico's zware ongevallen) is de Nederlandse implementatie van de Europese Seveso richtlijn. Het Brzo integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, omgevingsveiligheid en rampbestrijding. Het Brzo stelt eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. De drempelwaarden voor de aanwezige hoeveelheid gevaarlijke stoffen en mengsels (zie bijlage I van Seveso III) bepalen of een bedrijf onder het Brzo valt. Ook bepaalt deze bijlage of het gaat om een lage- of hogedrempelinrichting. Hogedrempelinrichtingen moeten volgens Brzo elke vijf jaar een veiligheidsrapport met een kwantitatieve risicoanalyse (QRAquantitative risk assessment) opstellen.
De meest recente lijst van bedrijven die vallen onder het Brzo is te vinden op de website BRZO+.
Wetgeving
Brzo-inrichtingen worden in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) genoemd in artikel 2.1.a.
Rekenvoorschrift
Het rekenvoorschrift voor het opstellen van een QRA voor een Brzo-inrichting staat beschreven in Module C van de Handleiding Risicoberekeningen BeviBesluit externe veiligheid inrichtingen.
Rekenprogramma
Berekeningen aan Brzo-inrichtingen worden uitgevoerd met SAFETI-NL, versie 6.54. Hiervoor is een voorbeeldstudie beschikbaar.
Overige informatie
De categorie Brzo-inrichtingen omvat enkele mijnbouwwerken en gastransportinrichtingen. Voor het berekenen van de externe-veiligheidsrisico's zijn formeel gezien de voorschriften voor Brzo-inrichtingen van toepassing. Op het moment dat mijnbouwwerken categoriaal zijn aangewezen in de ReviRegeling externe veiligheid inrichtingen zal de Rekenmethode externe veiligheid mijnbouwwerken en gastransportinrichtingen van kracht worden. Verwacht wordt dat deze aanwijzing op 1 april 2015 plaatsvindt. Om toekomstige knelpunten en aandachtspunten te voorkomen, bevelen wij aan om voor Brzo-plichtige mijnbouwwerken en gastransportinrichtingen vanaf nu de specifieke rekenmethode te gebruiken.
Rekenvoorschrift
Rekenprogramma
Overige informatie
Overige inrichtingen
- Stuwadoorsbedrijven
- Spoorwegemplacementen
- LPG-tankstations
- PGS 15 inrichtingen
- Ammoniakkoelinstallaties
- Inrichtingen waar meer dan 1500 kg ammoniak in een insluitsysteem aanwezig is (geen koel- of vriesinstallatie)
- Inrichtingen waar meer dan 150 m3 (zeer) licht ontvlambare vloeistof in een bovengronds insluitsysteem aanwezig is
- Inrichtingen waar meer dan 13m3 propaan of acetyleen in een insluitsysteem aanwezig is
- Inrichtingen met meer dan 100 liter cyaanhoudende baden (galvanobedrijven)
- Inrichtingen waar een vergifte of zeer vergifte stof in een insluitsysteem met een inhoud van meer dan 1.000 liter aanwezig is
- Inrichting met meer dan 1500 liter (zeer) vergiftige stof in gasflessen
- Aardgasmeet- of aardgasreduceerstation
- Inrichting waar meer dan 100.000 kg meststoffen (groep 2) worden opgeslagen
- Mijnbouwwerken
- LNG-tankstations
- Waterstoftankstations