Vanaf 1970 worden in Nederland op grote schaal uitstrijkjes gemaakt. Sinds 1996 is het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker landelijk en uniform georganiseerd.
De screeningstest bestond tot 2017 uit cytologie op een afgenomen uitstrijkje. Afhankelijk van de uitslag vond vervolgonderzoek na 6 maanden plaats of na verwijzing naar de gynaecoloog. Sinds 2006 vond er bij het vervolgonderzoek op 6 maanden steeds vaker een hrHPV-test als triage plaats.
Vanaf 2017 is het bevolkingsonderzoek sterk veranderd. Er is sprake van getrapte screening: eerst wordt er getest op hrHPV. Als er hrHPV aanwezig is, wordt hetzelfde uitstrijkje beoordeeld op cytologische afwijkingen. Lees meer hierover in de factsheet bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in 2018.