Wat en waarom?

Als voedsel besmet is met virussen, bacteriën of andere microbiologische ziekteverwekkers, dan kun je ziek worden als je het opeet. Vaak uit zich dat in klachten aan maag en darmen: een gastro-intestinale infectie. Het RIVM onderzoekt oorzaken, de kans op een infectie, hoeveel mensen er ziek van worden of aan overlijden (ziektelast), en welke eigenschappen van bacteriën ziekte kunnen veroorzaken. Ziekteverwekkers kunnen ook via het milieu, bijvoorbeeld via lucht of zwemwater, maagdarmklachten veroorzaken. Daarnaast zijn er ziekteverwekkers in onze leefomgeving die andere klachten veroorzaken, zoals legionellose, wondinfecties en geelzucht.

Als een voedselproduct besmet is met bijvoorbeeld de Salmonella-bacterie, hoe groot is dan de kans dat iemand ziek wordt? Waarom word je eigenlijk ziek? Daarnaast wordt onderzocht of er bacteriën in ons voedsel en onze leefomgeving zitten die resistent zijn tegen antibiotica.

Ook onderzoekt het RIVM verschillende groepen in de bevolking. De kans om ziek te worden in Nederland van ziekteverwekkers in voedsel, en de gevolgen ervan, kunnen anders zijn voor jongeren of ouderen. Dat geldt eveneens voor zwangeren of voor mensen met een verminderde afweer. Het RIVM berekent wat het kost als je ziek wordt en schat de totale ziektelast van voedselinfecties in (oftewel welke schade en ongemak ze veroorzaken). De resultaten worden gebruikt om het toezicht en beleid te ondersteunen van onder andere de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)). Ook werkt het RIVM nauw samen met de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization )) om wereldwijd de ziektelast door voedsel te verminderen door landen te helpen de ziektelast in te schatten. Het bij het RIVM gehuisveste WHO Collaborating Centre for Risk Assessment of Pathogens in Food and Water is hier verantwoordelijk voor.

Het RIVM coördineert het onderzoek naar de kwaliteit van de Nederlandse schelpdieren, zoals mosselen en oesters en het kweekwater. Deze moeten voldoen aan strenge chemische en microbiologische voedselveiligheidsnormen. Ook doen we onderzoek naar ziekte door in aanraking te komen met ziekteverwekkers in onze leefomgeving. Zo wordt onderzocht welke bronnen zorgen voor een toename van het aantal legionellose gevallen in warme, natte zomers. Met die kennis kunnen passende adviezen kunnen worden gegeven om dit te verminderen.

Hoe en met wie?

Het onderzoek vindt vooral plaats in het laboratorium. De resultaten daarvan worden onder andere verwerkt in wiskundige modellen om bijvoorbeeld het effect te voorspellen van maatregelen om het aantal voedselinfecties te verlagen of die vanuit het milieu. Daarnaast wordt bij uitbraken onderzoek gedaan om op te sporen door welk voedsel of milieu mensen ziek zijn geworden.

Voor een aantal ziekteverwekkers heeft het RIVM-laboratorium een referentiefunctie. Dat betekent dat wij de kwaliteit van de analyses van andere officiële laboratoria controleren. Voor Salmonella is het RIVM niet alleen het nationale, maar ook het Europese referentielaboratorium.

Het RIVM werkt nationaal veel samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en diverse universiteiten. Ook zijn we actief in Europese projecten en voor de European Food Safety Authority (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)), en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control )).