Rol van overgedragen antistoffen in door RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) veroorzaakte ziekte (RSV MD antistoffen, S/112008) Wicht, dr. O. (Oliver)
Inleiding en motivatie
Respiratory Syncytial Virus (RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)) veroorzaakt een groot deel van de ernstige respiratoire infecties in baby’s. De symptomen variëren van griepachtige verschijnselen tot bronchiolitis met noodzaak voor mechanische beademing. Vaccinatie zal de last van de ziekte verminderen, de opname in het ziekenhuis voorkomen en minder kosten veroorzaken. Vaccinkandidaten worden ontwikkeld en zullen over 5 tot 10 jaar verkrijgbaar zijn. Tot die tijd lijkt het immuniseren van zwangere moeders een interessante mogelijkheid, waarbij antistoffen van de moeder (Maternally derived antibodies, MDA) aan de foetus worden overgedragen. Echter, ondanks het virusneutraliserende vermogen van de overgedragen MDA, lopen baby’s virusinfecties op. De invloed van de MDA op de ernst van de ziekte is niet bekend.
Bepaalde eigenschappen van MDA en wisselwerkingen met de aangeboren immuniteit kunnen ofwel beschermen of juist aan de pathologie bijdragen.
Doel(en) en onderzoeksvragen
Het doel van dit voorstel is om te bepalen of de vaccinatie van moeders de potentie heeft om RSV infecties in baby’s te voorkomen. We willen begrijpen hoe antistoffen van de moeder (MDA) de ernst van ziekte in baby’s beïnvloeden, om vaccinatiestrategieën en mogelijke nadelen te kunnen beoordelen. Kenmerken van MDA identificeren die bescherming opleveren en begrijpen hoe MDA de ontwikkeling en immuunreactie van baby’s veranderen. Onderzoeksvragen zijn:
- neutralisatie, affiniteit, diversiteit en specificiteit van antistoffen van de moeder karakteriseren
- het effect van MDA op de ontstekingsreactie tijdens infectie bestuderen
- hoe staan deze eigenschappen in verband met de ernst van ziekte.
Aanpak en methoden
Wij gaan twee samenhangende projectlijnen opzetten: een proefdiermodel voor vaccinaties en ziekte en een humaan in vitro model gekoppeld aan de monsters van een patiëntenbestand bij de Radboud UMC (Universitair Medisch Centrum), Nijmegen. De katoenrat is een goed model voor respiratoire infecties en het enige proefdier met natuurlijke vatbaarheid voor RSV. Wij willen de antistofproductie in gevaccineerde moederratten en de overdracht daarvan naar de pups bekijken. Om het effect van MDA op de ontstekingsreactie te bestuderen gaan wij navelstrengbloed en cellen uit de navelstreng gebruiken. Genexpressie van virus-gestimuleerde cellen wordt bekeken en in hoeverre antistoffen deze reactie beïnvloeden. Om onze data naar de mens te vertalen, gaan wij antistoffen van zieke kinderen onderzoeken en de resultaten aan de ernst van ziekte koppelen. Eventuele verbanden kunnen weer terug in het katoenratmodel worden getest.
Verwachte resultaten
Door de verbinding te maken tussen katoenrat-data en de mens zal het succes van vaccinatie tegen respiratoire pathogenen voorspeld worden. We verwachten antistofkenmerken te kunnen vaststellen die met de ernst van ziekte in verband staan en dus als marker kunnen dienen.
Geplande producten
Het katoenrat model als pipeline om vaccinkandidaten voor maternale vaccinatie te testen. De samenwerking met Nijmegen levert de expertise op de gebied van maternale immunisatie en MDA door het gebruik van navelstrengbloed. Resultaten zullen gepubliceerd worden en een promovendus wordt opgeleid.