De RSV-prik beschermt baby’s tegen het RS (respiratoir syncytieel)-virus. Pasgeboren baby’s kunnen ernstig ziek worden van een infectie met het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) en moeten soms naar het ziekenhuis. We streven ernaar de prik vanaf het najaar van 2025 aan te kunnen bieden aan alle baby’s in Nederland.
Wat is de RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-prik?
De RSV-prik beschermt baby’s tegen ernstige ziekte door het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ). De prik werkt meteen en beschermt minstens vijf maanden. Dat is lang genoeg voor een heel RSV-seizoen. Het RS-virus komt vooral in de winter voor.
In de RSV-prik zit nirsevimab. Dit zijn antistoffen tegen het RS-virus. Zo’n prik met antistoffen heet passieve immunisatie. Dat is wat anders dan een vaccinatie. Bij vaccinatie maakt het lichaam antistoffen aan na een prik. Bij passieve immunisatie zitten die antistoffen al in de prik.
Goede bescherming
De prik beschermt goed tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname door het RS-virus. De prik voorkomt ongeveer 80 procent van de ziekenhuisopnames door het RS-virus bij baby’s. Dit betekent dat van elke honderd baby’s die zonder de prik in het ziekenhuis zouden worden opgenomen, er na de prik tachtig niet hoeven worden opgenomen. De prik geeft geen 100% bescherming tegen infectie en baby’s kunnen na de prik nog wel ziek worden. Maar de kans op ziekenhuisopname is na de prik heel erg klein.
De RSV-prik wordt in een aantal andere landen al aan baby’s gegeven, zoals in Frankrijk en Luxemburg. Daar zien we dat verreweg het merendeel van de baby`s de prik krijgt. Hierdoor is er in deze landen een sterke afname (ongeveer 80%) van het aantal baby`s dat door een RSV-infectie in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Heel weinig bijwerkingen
De RSV-prik is erg veilig en geeft bijna nooit bijwerkingen. Dat komt doordat het lichaam bij een passieve immunisatie niet zelf antistoffen hoeft aan te maken, zoals bij een vaccinatie wel het geval is. Als er bijwerkingen zijn, zijn die meestal mild en binnen twee dagen over. Bekijk ook de bijsluiter.
Advies van de Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad heeft begin 2024 geadviseerd om alle baby’s in Nederland in hun eerste levensjaar de RSV-prik aan te bieden. De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft dat advies overgenomen. Het streven is om de prik vanaf het najaar van 2025 in het Rijksvaccinatieprogramma op te nemen.
Op welke leeftijd krijgen baby’s de RSV-prik?
Baby’s krijgen de RSV-prik niet allemaal op dezelfde leeftijd. Het RS-virus komt namelijk vooral in de winter voor. En de prik beschermt minstens vijf maanden. Daarom wordt gekeken naar het seizoen waarin de baby’s zijn geboren:
- Baby’s die vlak voor of tijdens het RSV-seizoen worden geboren, krijgen de RSV-prik binnen twee weken na de geboorte aangeboden.
- Baby’s die na het RSV-seizoen worden geboren, krijgen de prik voor de start van hun eerste RSV-seizoen aangeboden.
De prik wordt alleen aangeboden in het eerste levensjaar.
Vaccinatie tijdens de zwangerschap
Naast de RSV-prik voor baby’s, is er ook een vaccinatie voor zwangeren. Hiermee bescherm je je baby de eerste periode vanaf de geboorte tegen het RS-virus. Deze vaccinatie moet je wel zelf betalen. Neem hiervoor contact op met de huisarts of GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Vragen en antwoorden
Kan mijn baby de prik nu al krijgen?
Nee, de RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-prik met nirsevimab is nu nog niet beschikbaar in Nederland. We streven ernaar om de prik vanaf het najaar van 2025 aan alle baby’s aan te bieden.
Waarom duurt het nog een tijd voordat alle baby’s een RSV-prik kunnen krijgen?
Om een nieuw middel aan te bieden aan alle baby’s in Nederland moeten veel zaken worden geregeld bij verschillende organisaties. Nirsevimab is een nieuw middel en wordt aan een heel jonge doelgroep gegeven. Daarom is het belangrijk om deze zaken extra zorgvuldig te regelen. Dat kost tijd.
Waarom kunnen baby’s in andere landen de RSV-prik al wel krijgen?
In veel landen worden baby’s standaard in het ziekenhuis geboren. Maar in Nederland kunnen zwangeren thuis bevallen of in het ziekenhuis. Daarom is het in Nederland minder makkelijk om aan alle baby’s kort na geboorte de RSV-prik aan te bieden.
Wanneer mag een baby geen RSV-prik krijgen?
Bij overgevoeligheid voor de werkzame stof of een van de hulpstoffen mag een baby geen nirsevimab krijgen. Bij baby’s met aangeboren stollingsstoornissen is het belangrijk om extra voorzichtig te zijn met een prik.
Mijn baby heeft een verhoogd risico op ernstige ziekte door het RS-virus. Kan hij/zij toch al een RSV-prik krijgen?
Baby’s die onder behandeling zijn van een kinderarts en een verhoogd risico op ernstige ziekte door het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) hebben, kunnen via hun kinderarts palivizumab krijgen. Dit is net als nirsevimab een prik met antistoffen. Palivizumab wordt alleen gegeven aan baby’s uit bepaalde medische risicogroepen.
Wat kan ik doen om mijn baby deze winter al tegen RSV te beschermen?
Om je baby te beschermen tegen het RS-virus (en andere luchtwegvirussen) is het verstandig om direct contact tussen de baby en personen met klachten van luchtweginfecties zoals verkoudheid te vermijden. Handhygiëne en ventilatie is belangrijk. Er is ook een vaccinatie voor zwangeren. Hiermee bescherm je je baby de eerste periode vanaf de geboorte tegen het RS-virus. Deze vaccinatie moet je wel zelf betalen. Neem hiervoor contact op met de huisarts of GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Waarom krijgen niet alle baby’s palivizumab?
Alleen baby’s met een verhoogd risico op ernstige ziekte door het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) krijgen palivizumab. Dit heeft een aantal redenen:
- Palivizumab is alleen geregistreerd voor kinderen uit een aantal medische risicogroepen. Nirsevimab is geregistreerd voor alle baby’s.
- Palivizumab wordt voor bepaalde risicogroepen vergoed uit de basisverzekering. Nirsevimab wordt niet vergoed.
- Nirsevimab beschermt minstens vijf maanden. Net zo lang als een gemiddeld RSV-seizoen. Palivizumab beschermt maar vier weken. Palivizumab moet daarom wel vijf keer per RSV-seizoen worden gegeven.
- Palivizumab beschermt minder goed tegen ernstig ziek worden door het RS-virus dan nirsevimab. Dit is een bescherming van ongeveer 55 procent (palivizumab) tegenover zo’n 80 procent (nirsevimab).
Palivizumab wordt door een kinderarts voorgeschreven.
Waarom heeft nirsevimab de voorkeur boven palivizumab?
- De prik met nirsevimab heeft een hogere werkzaamheid tegen RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-infectie dan de prik met palivizumab (ongeveer 80% vs. 55%).
- De prik met nirsevimab geeft langere tijd bescherming (minstens 5 maanden) waardoor één prik per RSV-seizoen voldoende is. Palivizumab geeft na toediening telkens 4 weken bescherming. Voor bescherming tijdens een heel RSV-seizoen, wat meestal zo’n 5 maanden duurt, betekent het dat kinderen vijf prikken nodig hebben.
- Nirsevimab is geregistreerd voor alle baby’s. Palivizumab is alleen geregistreerd voor baby’suit een medische risicogroep.
Waarom krijgt een aantal risicokinderen nog steeds 5 keer palivizumab in het ziekenhuis in plaats van 1 keer nirsevimab?
Nirsevimab wordt nog niet vergoed vanuit de basisverzekering en Palivizumab wel voor bepaalde risicogroepen. Zie ook het advies van Zorginstituut Nederland 'Bescherming tegen RSV voor baby’s'.