Het kan zijn dat je de afgelopen tijd door ouders bent benaderd met vragen over een rappelkaart voor Hib en dat je dacht: ’Hoe kan dit nou?’ We geven hieronder een toelichting op deze vragen. Een Hib-rappelkaart, hoe kan dit? Sinds de invoering van de DKT-vaccinatie (2019) voor zwangeren, zijn er voor kinderen twee DKTP-Hib-HepB schema’s mogelijk: het standaard schema (3-5-11-schema) en het aangepaste schema (2-3-5-11-schema). Voor kinderen geboren vanaf 1-1-2020 geldt daarom dat in het DD JGZ van het kind aangegeven moet worden welk schema het kind volgt. Deze schema-indicatie wordt via het berichtenverkeer verzonden naar het registratiesysteem Praeventis bij het RIVM. (Vanaf 1-1-2022 gebeurt dit alleen als er sprake is van een geregistreerde informed consent voor gegevensuitwisseling tussen JGZ en RIVM). Als er in Praeventis geen indicatie binnenkomt, rekent Praeventis met een 2-3-5-11 schema. Dit heeft tot gevolg dat als een kind een 3-5-11-schema heeft gevolgd, maar daarvan geen indicatie in Praeventis staat (omdat deze niet vanuit het DD JGZ is doorgegeven), er volgens Praeventis nog een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie mist. Dit geldt ook als er vanuit het DD JGZ een 2-3-5-11 indicatie in Praeventis staat, maar het kind een 3-5-11-schema volgt. De rappel op de DKTP-Hib-HepB na de 1e verjaardag komt in twee etappes In Praeventis heeft Hib een eigen schema (zie ook paragraaf 10.6 uit de RVP-richtlijn Uitvoering 2022). Meteen na de eerste verjaardag is één Hib-vaccinatie voldoende voor het bereiken van de basisimmuniteit voor Hib. Als er volgens Praeventis nog een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie mist, komt er na de eerste verjaardag een losse Hib-rappelkaart uit het systeem. De rappelkaart voor de DKTP-HepB volgt een aantal maanden later, omdat deze vaccinatie pas 6 maanden na de laatste DKTP-Hib-HepB verwacht wordt. Een Hib-rappelkaart, wat nu? Als een ouder contact opneemt, omdat hij een Hib-rappelkaart heeft ontvangen, kijk dan in het dossier van het kind of er eventueel nog vaccinaties missen en of de juiste indicatie voor het DKTP-schema in het dossier van het kind staat. Zet indien nodig de juiste indicatie in het DD JGZ. Als een ouder contact opneemt met het RIVM DVP-regiokantoor over de Hib-rappelkaart dan wordt aan de ouders gevraagd welk schema het kind volgt. Als ouders aangeven dat er een maternale kinkhoestvaccinatie is gegeven en het kind een 3-5-11 schema volgt, dan zal DVP de 3-5-11-indicatie noteren. De ouders kunnen dan aan de JGZ-organisatie doorgeven dat het gevolgde schema niet bij het RIVM bekend was. Als in Praeventis een 2-3-5-11-schema staat dat vanuit het DD JGZ is binnen gekomen, dan kan DVP dit niet aanpassen. Deze indicatie wordt pas veranderd in een 3-5-11-indicatie als dit vanuit het DD JGZ in Praeventis binnen komt. De jeugdarts stelt tenslotte de indicatie. Toekomstige Hib-rappelkaarten voorkomen Om in de toekomst het versturen van Hib-rappelkaarten te voorkomen, blijft het belangrijk om in het DD JGZ de juiste indicatie voor het DKTP-schema te noteren. Kijk daarom bij kinderen geboren vanaf 1-1-2020 bij elk vaccinatieconsult of de juiste DKTP-indicatie in het DD JGZ staat en of dit is doorgegeven aan het RIVM. Het is goed om (ongeacht de indicatie) bij elk consult even te controleren of het kind up-to-date is met zijn of haar vaccinaties. Let daarbij natuurlijk ook op de registratie van de informed consent van gegevensuitwisseling. Alleen bij informed consent worden namelijk vaccinaties + indicaties samen met persoonsgegevens uitgewisseld met het RIVM. |