Nieuwsbrief SNIV 2024Jaargang 16, Editie 1e kwartaal , 1 mei 2024 |
| 1. Alfaria Jabbar begonnen met SNIV stage | Onlangs is Alfaria Jabbar begonnen als stagiaire bij SNIV. Alfaria stelt zich graag aan u voor en vertelt wat haar stage opdracht is die zij de komende maanden bij SNIV gaat uitvoeren. | Ik ben Alfaria Jabbar en ik ben eerste week maart als stagiaire begonnen bij de EPI op de afdeling ZIA in het SNIV-team. Ik doe de master Health Sciences – Infectious Diseases and Public Health te Vrije Universiteit Amsterdam. Hiervoor heb ik de bacheloropleiding Gezondheid en Leven - specialisatie Klinische Wetenschappen gedaan waarbij ik mijn bachelor heb afgerond met een biomedische stage. | | In 2022 heeft de SNIV i.s.m. de ECDC longitudinaal data verzameld van 275 ouderen in 3 verpleeghuizen. Hierbij is data beschikbaar over zorg gerelateerde infecties (HAIs), zoals urineweginfecties, lage luchtweginfecties, gastro-intestinale infecties, huidinfecties en COVID-19. Daarnaast zijn er ook gegevens over leeftijd, geslacht, mobiliteit, Charlson’s score enz. Tijdens mijn stage zal ik beschrijvende analyses uitvoeren en kijken naar de prevalentie en incidentie van de HAIs gedurende het jaar. Aanvullend zal ik in mijn thesis ook onderzoeken of er een associatie is tussen dementie en het krijgen van HAIs in de verpleeghuizen. Er is weinig bekend over de relatie tussen dementie en het oplopen van infecties. Er is wel onderzoek dat aantoont dat mensen met dementie een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van longontsteking, mogelijk door slechte mondhygiëne. Komende maanden zal ik daarom onderzoeken of soortgelijke resultaten ook voor de 5 HAIs in de longitudinale studie worden gevonden. In juni verwacht ik resultaten te hebben van zowel de beschrijvende analyse als de associatie. | 2. SNIV dag 16 januari 2024 | 16 januari 2024 was de SNIV dag. We verwelkomde bijna 100 deelnemers in Bilthoven bij het RIVM voor een divers programma met interessante presentaties en workshops. Er was een presentatie over gedrag en infectiepreventie waarin we meegenomen werden in de weerbarstige praktijk van het verbeteren van infectiepreventie en welke strategieën je daar bij in kunt zetten. Daarna werden we bijgepraat over de resultaten van het goed gebruik handschoenen project. Het terugdringen van gek handschoen gebruik is niet alleen nodig voor medewerkers om veilig te werken en cliënten te beschermen tegen overdracht van micro-organismen maar ook belangrijk vanuit duurzaamheid oogpunt. In de derde presentatie werd duidelijk wat je in praktijk kunt met gegevens over antibiotica gebruik en hoe het voorschrijfgedrag van specialisten verbeterd kan worden. Ten slotte werd verslag gedaan van een CPE uitbraak in een verpleeghuis, wat kom je dan allemaal tegen en hoe pak je dat in de praktijk aan. Na de lunch waren er vier interessante workshops waarin men in de eerste workshop geïnspireerd kon worden om goed handschoenen gebruik onder de aandacht te brengen door een escape-box. In de tweede en derde workshop werd men deelgenoot gemaakt van hoe je een uitbraak managet en hoe je antibiotic stewardship in je verpleeghuis opzet. De vierde workshop ging over duurzaamheid in de VVT sector, wat kan gedaan worden en hoe schat je infectierisico’s daarbij in. Het was een geslaagde dag of zoals een deelnemer het verwoorde: ‘de dag heeft mij weer geïnspireerd en energie gegeven om aan de slag te gaan’. Op 14 januari 2025 zal de volgende SNIV dag zijn, zet het maar vast in de agenda. | 3. Uit de praktijk: de uitvoering van het prevalentie onderzoek 2023 | In 2023 deed Treant mee aan het prevalentie onderzoek van SNIV. Jojanne Idema vertelt hoe ze dat hebben aangepakt en wat het hen heeft opgeleverd: Vanaf 2019 nemen we vanuit Treant deel aan het SNIV-prevalentie onderzoek. Treant is een zorgorganisatie in de regio Drenthe en Zuidoost-Groningen met zowel ziekenhuis- als ouderenzorg. We begonnen met het SNIV-prevalentie onderzoek met 1 verpleeghuislocatie. Om de resultaten onderling te kunnen vergelijken hebben we in 2023 deelgenomen met 2 verpleeghuislocaties. In 2023 werd door SNIV de uitgebreidere Europese HALT studie uitgevoerd in de prevalentie module. Ten opzichte van het SNIV-prevalentie onderzoek heeft deelname aan de HALT-4 studie het voordeel dat dit kon worden uitgesmeerd over de periode van september tot en met november. Hierdoor was er voor onze organisatie tijd om voor 2 locaties de HALT-4 registratie uit te voeren. Voor het verzamelen van de gegevens voor deze registratie hebben we hulp gehad van de verschillende zorgafdelingen. Zo werd er per afdeling alle persoonsgegevens ingevuld. Voorheen zochten we deze gegevens zelf na in het ECD en dat is intensief en kostte daardoor veel tijd. Hierna werd de beoordeling van mogelijke zorginfecties gedaan door de deskundige infectiepreventie. De infecties werden daarna besproken met de specialist Ouderengeneeskunde. Gelijktijdig met de HALT-4 studie waren er 2 studenten hbo-v die hun afstudeeronderzoek bij ons uitvoerden. Voor hun afstudeeronderzoek hebben ze de resultaten van het SNIV-prevalentie onderzoek vergeleken met de resultaten van de HALT-4 studie. De 2 studenten hebben tevens meegeholpen met het verzamelen van de gegevens en de registratie in OSIRIS. De conclusie vanuit hun onderzoek is dat de extra informatie die de HALT-4 studie geeft, van belang is voor het creëren van een compleet beeld van de zorginfecties binnen een verpleeghuis. De HALT-4 studie geeft informatie over meer zorginfecties daar waar het prevalentie onderzoek maar informatie geeft over een paar infecties. Daarbij worden de risicofactoren voor het ontstaan van zorginfecties meegenomen. Ook gaat het onderzoek dieper in op antimicrobiële behandeling. De resultaten verkregen vanuit het HALT-4 onderzoek heeft ons uiteindelijk meer informatie opgeleverd, aangezien er ook meer infecties onderzocht worden. Qua registratielast heeft ons de HALT-4 studie geen extra werk opgeleverd omdat we de vragenlijst van tevoren hebben aangeleverd bij de afdeling om een aantal gegevens al in te vullen. En daarnaast moet voor het prevalentieonderzoek het cliëntendossier al worden onderzocht op infecties. De resultaten verkregen vanuit de HALT-4 studie zullen worden besproken in de infectiecommissie. Daarnaast zal er worden gekeken of eventuele interventies nodig zijn. | 4. Prevalentie module 2024 | De instellingen die meedoen aan de prevalentie module van SNIV in april 2024 zijn inmiddels druk bezig met de gegevens aanlevering. Mocht u ook mee willen doen aan de prevalentiemodule maar was u te laat voor de meting in april 2024, in november 2024 is er weer een ronde. Aanmelden kan via Deelnemen | RIVM. Mocht u eerst een vrijblijvende presentatie op locatie willen dan kan dat natuurlijk ook, mail dan naar sniv@rivm.nl. | 5. Resultaten incidenties t/m week 12 - 2024 | | Zie hiervoor ook onze website, deze grafieken worden maandelijks geupdate. | Figuur 1: Incidentie van Gastro-enteritis in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van Gastro-enteritis is in 2024 laag t.o.v. voorgaande jaren. | Figuur 2: Incidentie van COVID-19 in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van de COVID-19 is in 2024 heel laag. | Figuur 3: Incidentie van COVID-19 mortaliteit in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van de COVID-19 mortaliteit is in 2024 tot nu toe 0. | Figuur 4: Incidentie van influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van IAZ ligt in 2024 hoger dan voorgaande jaren. | Figuur 5: Incidentie van lage luchtweg infecties in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van lage luchtweg infecties is in 2024 tot nu toe vergelijkbaar met andere jaren. | Figuur 6: Incidentie van urineweginfecties in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van urineweginfecties ligt veel lager dan de trend van voorgaande jaren. | Figuur 7: Incidentie van huidinfecties veroorzaakt door schimmels in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2022 t/m 2024. De incidentie van huidinfecties veroorzaakt door schimmels lag van week 5 t/m week 9 hoger dan vorig jaar. | Figuur 8: Incidentie van mortaliteit in 2024 en trendlijnen met het 5-wekelijks gemiddelde van 2020 t/m 2024. De incidentie van mortaliteit lag in het begin van 2024 lager dan voorgaande jaren. | |