Nieuwsbrief PPO Editie Nummer 3, 16 juli 2018 |
|
|
Stand van zaken PPO: afnamedagen bij 14 verpleeghuizen, 121 toezeggingen van verpleeghuizen om deel te nemen.
|
|
|
|
In deze derde nieuwsbrief leest u over de laatste stand van zaken van het PPO. Inmiddels hebben 121 huizen hun deelname toegezegd.
U leest in deze nieuwsbrief over het werk dat in het regionale laboratorium plaatsvindt en over de laboratoriumwerkzaamheden van het RIVM rondom het PPO. Verder delen we ervaringen uit de praktijk. Wilt u daarom ook anderen, betrokken bij het PPO, in uw netwerk laten weten van het bestaan van deze nieuwsbrief? Dan kunnen zij zich ook aanmelden.
Heeft u een leuk weetje, nieuwtje of een ander idee voor de nieuwsbrief PPO? Of wilt u uw ervaringen met het PPO delen? Laat het ons weten via ppo@rivm.nl.
|
|
Het landelijke Punt Prevalentie Onderzoek (PPO) begint op stoom te komen. Tot nu toe zijn bij 14 verpleeghuizen afnamedagen geweest (peildatum: 6 juli). Deze huizen liggen in de regionale zorgnetwerken Noord-Brabant, Noord-Nederland, Utrecht en Holland- West. Het totaal aantal bemonsterde cliënten in deze huizen bedraagt 479. In het PPO wordt bij 12.000 bewoners van 300 verpleeghuizen verspreid over Nederland onderzocht of zij drager zijn van resistente bacteriën.
Op dit moment hebben, verspreid over 8 regionale zorgnetwerken, 121 verpleeghuizen hun deelname aan het PPO toegezegd. Dit is 40% van de 300 verpleeghuizen die in het kader van het PPO bemonsterd zullen worden. Bij 43 verpleeghuizen is ook een datum voor de monsterafname afgesproken.
Op de European Antibiotic Awareness Day op 19 november zullen de eerste resultaten van het PPO worden gepresenteerd.
|
|
Figuur: Linksboven ziet u het landelijk aantal huizen wat op peildatum 6 juli had toegezegd, met het percentage van het totaal aantal te includeren huizen (300). Rechtsboven ziet u het aantal huizen waar de meetdag heeft plaatsgevonden, met het percentage van het totaal aantal te meten huizen. Linksonder zit u het aantal huizen dat is ingepland, met het percentage van het totaal aantal te meten huizen. Rechtsonder zit u het aantal bemonsterde clienten, met het percentage van het totaal aantal te includeren patienten (12.000). Peildatum is 6 juli 2018.
|
| |
|
Het laboratoriumwerk voor het PPO: knappe techniek én mensenwerk
|
|
In 2018 is een grootschalig onderzoek gestart om zicht te krijgen op de mate waarin antibioticaresistente bacteriën aanwezig zijn in verpleeghuizen. Om dat te achterhalen, wordt bij bewoners onderzocht of ze resistente bacteriën bij zich dragen. Hiervoor worden in totaal 12.000 monsters afgenomen: bij ongeveer 40 bewoners van elk van de 300 deelnemende verpleeghuizen. Deze monsters worden onderzocht in laboratoria die zijn aangesloten bij de Regionale zorgnetwerken ABR. Hoe gaat dat onderzoek in zijn werk?
We nemen hiervoor een kijkje in de keuken van het microbiologisch laboratorium van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en spreken met arts-microbioloog Peter Wever en analiste Rianne Degen. Zij leggen uit dat bij de bewoners met een wattenstok rondom de anus een uitstrijk wordt genomen dat naar een van de deelnemende regionale laboratoria wordt gestuurd, zoals die van hen. Daar worden de uitstrijken gekweekt op petrischaaltjes met voedingstoffen voor bacteriën maar ook verschillende antibiotica. “Niet-resistente bacteriën worden door deze antibiotica geremd in hun groei of gaan dood, terwijl resistente bacteriën doorgroeien,” vertelt Peter Wever. Vervolgens wordt gekeken voor welke antibiotica de bacterie precies resistent is. Dat wordt bij zo’n 15 antibiotica getest. En ten slotte wordt onderzocht door welk mechanisme de resistentie wordt veroorzaakt: ESBL of CPE. Rianne Degen voegt toe dat het om een beperkt aantal monsters gaat dat goed naast het routinewerk kon worden uitgevoerd. Gedurende het hele traject zijn ongeveer vijf laboratoriummedewerkers bij het onderzoek betrokken.
|
|
Effectieve maatregelen
Wanneer meer dan 10 procent van de bewoners van hetzelfde verpleeghuis ESBL-bacteriën bij zich draagt, worden de monsters naar het RIVM gestuurd voor nader onderzoek. Kim van der Zwaluw, Marga van Santen en Sandra Witteveen leggen daar uit hoe wordt achterhaald of de stammen gerelateerd zijn. Van dezelfde soort bacterie bestaan namelijk verschillende stammen. Op die manier kan preciezer worden aangegeven om welke bacterie het gaat. Dat is belangrijk om passend advies te kunnen geven over maatregelen die voorkomen dat de resistente bacteriën zich verder verspreiden.
|
| |
|
|
Voor dit vervolgonderzoek maakt het RIVM gebruik van zogeheten whole genome sequencing. Dit is een hele precieze methode waarmee het hele genoom van de bacterie in kaart wordt gebracht. “De genen in dit genoom worden vervolgens vergeleken met de genen van bekende bacterietypen,” legt Kim van der Zwaluw uit. Op basis daarvan wordt bepaald om welk type stam van de bacterie het gaat.
|
|
Analistenwerk
Een externe partner voert de whole genome sequencing uit bij het DNA dat ze van de bacteriën ontvangen. Hierbij wordt het DNA van het hele genoom - zo’n 4500 genen - met 4 codes ‘benoemd’ (TACG). De volgorde van de letters geeft aan om welke stam het gaat. De enorme hoeveelheid data die hierdoor ontstaat, wordt daarna door het RIVM geanalyseerd. Dit onderdeel is mensenwerk: de analist gaat alle genen langs om te kijken of ze overeenkomen met de genen van een bekende stam. Een van hen is Sandra Witteveen. Ze vertelt dat dit eerst gebeurt in van stukken van 125 letters, die daarna aan elkaar worden geplakt tot een geheel. Als uiteindelijk op minder dan 25 genen een verschil tussen de bacteriën is te zien, zijn de stammen “hoogstwaarschijnlijk gerelateerd”, aldus Marga van Santen.
|
| |
|
|
De analisten van het RIVM checken daarna of de analysedata aan de goede, geanonimiseerde patiëntgegevens zijn gekoppeld: ook hier gaan techniek en mensenwerk hand in hand. Ten slotte krijgt het verpleeghuis de resultaten te horen. Als er resistente bacteriën zijn aangetroffen, wordt met een ‘sleutel’ achterhaald om welke patiënten het gaat. Dan kunnen ze immers maatregelen nemen die voorkomen dat de resistente bacteriën zich verspreiden.
|
|
Han van der Heide, Angela de Haan, Marga van Santen, Fabian Landman, Sandra Witteveen, Kim van der Zwaluw en Elsa Poorter. Niet op de foto, maar wel onderdeel van het team: Leo Schouls.
|
|
- 11 september: Antibioticaresistentie Surveillance-bijeenkomst: van Data naar Doen, informatie en inschrijflink
- 14 november: ABR bijeenkomst: Van onderzoek naar praktijk en beleid. Wat kan jij er mee?! Geïnteresseerd mail: ABR@RIMV.nl
- 19 november: European Antibiotic Awaereness Day: Aanpak antibioticaresistentie in de ouderenzorg, informatie en inschrijflink
|
Ook uw ervaringen met het PPO delen?
Laat het ons weten via ppo@rivm.nl
|
|
Suggesties voor de nieuwsbrief
Wat vind je van de nieuwsbrief, heb je suggesties voor verbetering en ideeën voor artikelen en/of interviews? Laat het weten via ppo@rivm.nl
|
|
|