De COVID-19 pandemie stelt andere eisen aan de organisatie van de vaccinatie tegen pneumokokken en griep. Voorafgaand aan en tijdens het vaccinatiespreekuur houden de huisartsenpraktijken rekening met de algemene coronamaatregelen. Patiënten met COVID-19 gerelateerde klachten worden gevraagd niet naar het vaccinatiespreekuur te komen. Bij binnenkomst vindt er een tweede klachtencheck plaats. Vanzelfsprekend houden de aanwezige patiënten en zorgverleners zoveel mogelijk 1,5 meter afstand, met uitzondering van het moment van vaccineren. Dit kan betekenen dat huisartsen dit jaar niet in hun eigen praktijk vaccineren, maar op een andere locatie waar meer ruimte is, bijvoorbeeld een sporthal. Naast deze bekende maatregelen dragen de zorgverleners die vaccineren een chirurgisch mondneusmasker. Dit gezien de kwetsbaarheid van de doelgroep en het aantal contactmomenten dat de zorgverleners in korte tijd hebben. Aan patiënten met chronische hoestklachten als gevolg van bijvoorbeeld COPD wordt gevraagd om ook een mondneusmasker te dragen. Voor patiënten zonder klachten gelden geen aanvullende maatregelen, tenzij een huisarts voor zijn of haar praktijk anders beslist. Deze aanvullende maatregelen gelden voor de pneumokokken- en griepvaccinatie uitgevoerd door de huisarts en niet tijdens vaccinaties die gegeven worden in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen. Voor zorginstellingen geldt dat medewerkers die daar vaccineren het beleid van de zorginstelling volgen. Indien in een instelling persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt vanwege een besmette patiënt, een uitbraak of als preventie vanwege een hoge prevalentie in de omgeving geldt datzelfde beleid ook voor de medewerkers die de griep- en pneumokokkenvaccinaties toedienen. Informatie voor professionals over de coronamaatregelen is te vinden via de NHG. Ook op de website van het RIVM is aandacht voor de coronamaatregelen tijdens de vaccinaties. |