Er is momenteel te veel stikstof in Nederland en dat is een probleem voor de natuur. De biodiversiteit staat onder druk en dat betekent dat sommige planten- en diersoorten verdwijnen. Het RIVM meet op verschillende manieren de hoeveelheid stikstof in de lucht en hoeveel er in de natuur terechtkomt. Vanuit de wetenschap, de maatschappij en de politiek groeit de behoefte om de concentratie en depositie van stikstof steeds beter in kaart te brengen. In 2021 breidt het RIVM de metingen daarom op meerdere fronten uit.

Hoe wordt stikstof gemeten?

Het RIVM meet verschillende stikstofcomponenten in Nederland. Het gaat hierbij om de hoeveelheid ammoniak en stikstofoxiden in de lucht en hoeveel daarvan neerkomt op de vegetatie en bodem. Dit doen we met verschillende meetapparatuur die verspreid door het land staat. Voor ammoniak bijvoorbeeld wordt er in ruim 80 natuurgebieden gemeten. De metingen worden gebruikt voor het ijken van modelberekeningen, het volgen van trends, en voor onderzoek. Het RIVM doet zelf metingen binnen het meetnet stikstof, maar we gebruiken ook metingen van andere regionale uitvoeringdiensten, kennisinstellingen en provincies. Daarnaast beoordeelt het RIVM de kwaliteit van nieuwe meetmethoden en onderzoeken we of we metingen van anderen, zoals bijvoorbeeld satellietmetingen, kunnen gebruiken.

Zo schetst het RIVM een zo goed mogelijk beeld van de stikstofdepositie in Nederland, en dus ook in natuurgebieden.

Adviezen commissie Hordijk

Het adviescollege Meten en Berekenen (Eerste rapport Adviescollege Meten en Berekenen | Rapport | Aanpak Stikstof; Meer meten, robuuster rekenen | Rapport | Aanpak Stikstof) heeft in 2020 een review uitgevoerd naar de manier waarop in Nederland stikstofdepositie wordt berekend en gemeten. Het rapport van het adviescollege geeft mede aanleiding om in 2021 de metingen van stikstofcomponenten uit te breiden. Eerdere wensen hiervoor, zijn door dit advies versneld. Het gaat hierbij om een aantal nieuwe stikstofcomponenten, om metingen op een hogere tijdsresolutie en om nieuwe meetlocaties.

Plaatsen van een  nieuwe sensor meetnet stikstof

Uitbreidingen meetnet op een rij

Het RIVM breidt in 2021 het meetnet uit. Een overzicht:

1. Twee extra meetpunten met uurlijkse metingen van ammoniakconcentratie

Ammoniak is een component die ruimtelijk sterk variabel is. Daarom is het van groot belang om op meerdere plaatsen te meten. Dit gebeurt in het MAN-meetnet met passieve sampler meetbuisjes. De belangrijkste functie van de uurlijkse ammoniakmetingen is om de MAN-meetbuisjes te ijken. Dit gebeurt nu op de 6 bestaande LML Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit)-locaties. In 2021 worden daar twee nieuwe meetlocaties aan toegevoegd.

2. Tien extra meetlocaties in landbouwgebieden binnen het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN)

Het belangrijkste doel van de MAN-metingen is de modelvalidatie en -kalibratie. Voor de modelvalidatie en -kalibratie is het van belang om een zo goed mogelijke ruimtelijke dekking over Nederland te hebben. Voor een nog betere dekking worden extra meetpunten toegevoegd aan het MAN. De 10 extra meetpunten komen dan ook in gebieden waar nu nog beperkt gemeten wordt, veelal niet-natuur.

3.  Twee extra meetpunten voor de concentratie van ammoniakzouten (ammoniumnitraat en ammoniumsulfaat) en salpeterzuur    

De twee nieuwe instrumenten meten op een uurlijkse tijdsresolutie de concentraties van ammonium- en nitraataerosol, maar daarnaast ook de precursorgassen waaruit de ammonium- en nitraataerosolen ontstaan, namelijk ammoniak en stikstofdioxide. Dit maakt het mogelijk om het formatieproces van de aerosolen beter in beeld te krijgen, onder andere tijdens fijnstof episodes. 

4.  Twee extra meetpunten voor natte depositie    

Nu meet het RIVM op acht locaties de natte depositie van stikstofcomponenten. Dit gaan we dit jaar uitbreiden naar tien locaties. Het belangrijkste doel van de metingen is modelvalidatie en -kalibratie en het volgen van de ontwikkeling van de natte depositie in de tijd. Voor de plaatsing van de nieuwe meetinstrumenten is de geografische spreiding het belangrijkste criterium.  

5.  Zeven extra meetpunten droge depositie ammoniak    

Droge depositie van ammoniak is een component die ruimtelijk nog sterker variabel is dan de concentraties van ammoniak. Dit komt vooral omdat de eigenschappen van het oppervlak een belangrijke rol spelen bij de droge depositie. Met de zogenaamde COTAG-metingen worden maandelijkse depositiewaarden bepaald. Met de uitbreiding van 3 naar 10 meetpunten ontstaat een meetnet met een betere landelijke dekking. Het doel van de metingen van de droge depositie van ammoniak is vooral om de modelberekeningen te kunnen valideren. Daarnaast kunnen de metingen gebruikt worden om de droge depositie van ammoniak in de tijd te monitoren. 

Aanvullende depositiemetingen    

6.  Alternatieve methoden voor het meten van droge depositie van ammoniak op korte tijdsschaal (zogenaamde Eddy Correlatie en miniDOAS depositie metingen)

In Cabauw worden alternatieve methoden voor het meten van de droge depositie van ammoniak getest. Deze instrumenten maken het mogelijk om op korte tijdschalen (halfuurlijks) ammoniakdepositie te meten. Deze experimentele meetopstellingen worden met elkaar en met de COTAG-depositiemetingen vergeleken. Cabauw is gekozen als referentielocatie vanwege de beschikbaarheid van veel (micro)meteorologische gegevens die plaatsvinden in het kader van het Ruisdael-project van NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek).

7.  Campagne-gewijze metingen van de droge depositie van stikstofoxiden (NO2 Stikstofdioxide (Stikstofdioxide))    

Met deze metingen willen we de modelberekeningen van OPS Operationele Prioritaire Stoffen (Operationele Prioritaire Stoffen) valideren voor de droge depositie van NO2 op een aantal oppervlakken. De metingen zullen eerst in Cabauw boven grasland opgesteld worden. Daarna wordt deze meetopstelling gebruikt om in natuurgebieden te worden geplaatst.

Video still klein Uitbreiding meetnet stikstof

Bekijk de video: Vier vragen over uitbreiding meetnet stikstof