Bij de samenwerking op het gebied van openbare gezondheidszorg, en in het bijzonder binnen het One Health concept, is het belangrijk om elkaar letterlijk goed te verstaan. Het blijkt dat bepaalde woorden of begrippen erg verschillend zijn in de humane en veterinaire gezondheidszorg, waardoor misinterpretaties en spraakverwarringen ontstaan. Een paar voorbeelden:

Een koppel: als het over mensen gaat, betreft een koppel 2 mensen (meestal in romantische zin); als het over dieren gaat betekent het een ‘groep van twee of meer’ en kan het wel 10.000 dieren betreffen (Figuur 4.12 en 4.13). Daarnaast zijn er verschillende termen voor het aanduiden van een (grote) hoeveelheid dieren, die soms wel maar soms ook niet uitwisselbaar zijn: een kudde koeien, schapen of paarden, een meute jachthonden, een roedel herten, een toom kippen, een span paarden.

 

 

 

Figuur 4.12 Een koppel dieren

Figuur 4.12. Een koppel dieren.

Figuur 4.13 Een koppel (2 mensen op het strand)

 Figuur 4.13. Een koppel (2 mensen).

Tuberculosevrij: bij mensen wordt hiermee bedoeld dat er in een land geen tuberculose voorkomt; bij dieren dat er bij minder dan 0,2% van de bedrijven bovine tuberculose voorkomt. In landen waar weinig bedrijven zijn en deze bedrijven veel dieren per bedrijf bezitten, hebben de positieve dieren een andere impact op de status ‘tuberculose vrij’ dan in landen waar veel bedrijven zijn en deze bedrijven weinig dieren bezitten.

Vlek(jes)ziekte: in de humane gezondheidszorg wordt bij vlekjes of vlekjesziekten meestal virus infecties als bof, mazelen, rubella of parvo bedoeld (Figuur 4.14). In de veterinaire sector gaat het bij vlekziekte om een bacteriële infectie met Erysipelothrix rhusiopathiae (Figuur 4.15). Dierlijke vlekziekte, ook wel erysipeloïd genoemd, kan bij mensen ook vlekziekte veroorzaken (huidontsteking gepaard gaande met vlekken), evenals griepachtige verschijnselen en gewrichtsontsteking, maar kan ook tot ernstige complicaties leiden. Het is in ieders belang als in de spreekkamer een eenduidige interpretatie van vlekziekte bestaat.

 

 

Figuur 4.14 Kind met vlekjes door mazelen

Figuur 4.14. Kind met vlekjes door mazelen.

afbeelding van varken met vlekjes door E.rhusiopathiae

Figuur 4.15. Varken met vlekjes door E. rhusiopathiae.

Cysticercose: humaan wordt met cysticercose een infectie met Taenia solium, ofwel T. solium cysticercose bedoeld, het cysten stadium van de varkenslintworm. Deze kan door cysten in de hersenen ernstige infecties (neurocysticercosis) bij de mens veroorzaken. Veterinair gaat het bij cysticercose meestal om Cysticercus bovis (= blaaswormstadium), waarvan Taenia saginata de verwekker is. Bij mensen veroorzaakt deze runderlintworm nauwelijks klachten, omdat deze bij mensen leidt tot een lintworm in de darmen en niet tot een blaasworm in de hersenen.

Psittacose: veterinairen bedoelen met psittacose een infectie met C. psittaci chlamydia psittaci (chlamydia psittaci) (papegaaienziekte). Humaan wordt er mogelijk ook alleen C. psittaci bedoeld, maar omdat het onderscheid niet kan worden gemaakt met behulp van serologie of PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction) vallen er onder psittacose veel meer zoönotische Chlamydia species zoals C. caviae, C. abortus chlamydia-abortus (chlamydia-abortus), C. felis en C. psittaci, maar niet C. trachomatis en C. pneumoniae.

Ontsteking van de ruggenwervels: Discospondylitis is de veterinaire term voor spondylodiscitis. Dit komt bijvoorbeeld voor bij honden met Brucella canis infecties.

Meldingsplichtige ziekten: de humane gezondheids- zorg kent alleen meldingsplichtige ziekten, hetgeen is vastgelegd in de Wpg Wet Publieke Gezondheid (Wet Publieke Gezondheid). De veterinaire gezondheidszorg maakt binnen de meldingsplichtige ziekten onderscheid tussen alleen meldingsplichtig of bestrijdingsplichtig. Dit ligt vast in de Gwwd. Bestrijdingsplichtige ziekten zijn dierziekten die snel kunnen uitbreiden, ernstige schade kunnen geven aan de betrokken diersoort of de volksgezondheid, dierziekten die niet kunnen worden voorkomen of bestreden met normale middelen of ernstige economische schade kunnen geven. De verwekkers van meldingsplichtige ziekten humaan en veterinair overlappen niet volledig waardoor het kan voorkomen dat humaan meldingsplichtige ziekten veterinair geen meldplicht kennen en andersom.

Humane gevallen worden gemeld aan de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), de veterinaire gevallen aan de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Een aantal zeldzame zoönosen zoals apenpokken, Rift Vally Fever (Riftdalkoorts) en virale paarden encefalo-myelitiden zijn veterinair zelfs bestrijdingsplichtig terwijl ze humaan niet eens meldingsplichtig zijn.

Er bestaan een aantal veterinaire termen die ook voor anderen duidelijk zijn zoals ruimen (culling), stamping out (doden van dieren) en uitval (sterftepercentage van dieren op een veehouderij). Sommige termen zijn minder bekend zoals swill (organisch afval) of BARF (afkorting van Bones And Raw Flesh of Biologically Appropriate Food). Bij boren denken waarschijnlijk niet veel mensen aan het nemen van swabs uit de cloaca van pluimvee.

De term eradiceren (vrijmaken) kan in de veterinaire sector slaan op het verwekkende agens, maar ook op de dierpopulatie (ruimen). 

Abortus is voor dierenartsen een spontaan afgedreven vrucht, waarbij de mens niet heeft geholpen. En wat bedoelt een dierenarts nou met voorste luchtweginfecties? Dat wordt  in humane termen  aangeduid met bovenste luchtweginfecties (Figuur 4.17 en 4.18).

 

 

 

 

 

 

Figuur 4.17 Respiratiesysteem van de mens

Figuur 4.17. Respiratiesysteem van de mens.

Figuur 4.18 Respiratoriorsysteem van een hond

Figuur 4.18. Respiratoirsysteem van een hond.

Er zijn meer specialisaties en vakgebieden waarmee (dieren)-artsen een taalbarrière moeten overwinnen. Een voorbeeld daarvan is de entomologie. Als een entomoloog praat over een competente vector, wordt bedoeld dat er bewijs is dat deze vector in het veld, of in een laboratoriumsetting in staat is om het pathogeen over te dragen. Zowel dierenartsen als humane artsen zullen bij competent denken aan bekwaam, deskundig of capabel, iets waar je goed in bent. Als het een vector betreft, zou dit dan het goed kunnen overdragen van het pathogeen kunnen zijn.

Een laatste voorbeeld van een verwarrende term komt uit de voedingsindustrie: de betekenis van het woord ‘vers’. In gewone mensentaal is vers: nieuw, niet oud, nog niet gebruikt. Het is niet wettelijk vastgelegd wanneer een fabrikant een product ‘vers’ mag noemen en wanneer niet. Vis die in Nederland te koop wordt aangeboden als ‘vers’ is lang niet altijd vlak daarvoor gevangen (Figuur 4.19). Vis die eerder bevroren is geweest, kan op een later tijdstip ontdooid zijn en zo aan de consument verkocht worden. In de voedselwereld betekent vers blijkbaar: op dit moment niet ingevroren.

Afbeeldingen vers gevangen vis

Figuur 4.19. Vers gevangen?

Daarnaast worden in de veterinaire sector termen gebruikt die voor de humane geneeskunde wat vreemd zijn, zoals een gunstig bedrijf – waarmee wordt bedoeld dat er op het bedrijf een bepaalde infectieziekte niet wordt gevonden – of een niet-positieve uitslag. Een veterinair monster is niet van de dierenarts zelf, maar monsters (bloed, feces etc) die afgenomen zijn van dieren. Bloedtappen is de term voor het afnemen van bloed voor diagnostiek (Figuur 4.16).

 

figuur 4.16 Bloedtappen van een rund

Figuur 4.16. Bloedtappen van een rund.

Kortom, bij onze communicatie is het van belang ons ervan bewust te zijn dat we verschillende betekenissen kunnen hebben voor bepaalde termen. Het veel samen praten, naar elkaar luisteren en kritisch vragen blijven stellen is belangrijk om elkaars taal beter te begrijpen en te verstaan en zo hopelijk weer een stukje verder te komen in de infectieziekten bestrijding.