De wetenschapscommissie van de  Nederlandse Vereniging voor Infectieziektebestrijding (NIVB)  en de Regionaal Epidemiologie Consulenten (REC-ers) hebben een inventarisatie uitgevoerd bij de 25 GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. De inventarisatie richtte zich op de ervaring met en behoefte naar het doen van onderzoek op het gebied van infectieziektebestrijding en de eventuele knelpunten die de GGD’en hierbij ervaren. De resultaten van deze inventarisatie zijn gepresenteerd tijdens een workshop op de NVIB-tweedaagse op 4 en 5 november 2021 voor artsen infectieziektebestrijding (IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)). Wij presenteren hier een korte samenvatting van de resultaten, alsmede een terugkoppeling van de discussies in de workshop.

Infectieziekten Bulletin - 04/2022

Auteurs: F. Koedijk, J. van den Boogaard, E. Fanoy, E. Generaal, M. Heijnen, S. Mujakovic, M.D. Wissing, R. Beuker

Infectieziekten Bulletin april 2022

Al voor het uitbreken van de COVID-19-pandemie en - in nog sterkere mate - tijdens de pandemie, werd door verschillende GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-medewerkers en de wetenschapscommissie van de NVIB de behoefte uitgesproken inzicht te hebben in onderzoeken die door de GGD’en uitgevoerd worden en de resultaten hiervan. Dit kan de samenwerking vereenvoudigen in drukke tijden en kan voorkomen dat GGD’en dezelfde onderwerpen onderzoeken en daarmee dubbel werk doen. Ook kan kennis van onderzoeksresultaten uit andere GGD regio’s bijdragen aan de bestrijding van infectieziekten in de eigen regio. Dit geldt zeker ook voor GGD’en die zelf minder capaciteit hebben om onderzoek te doen. Vanuit de regionale ondersteuningsstructuur (Regionaal Arts Consulenten (RAC Regionale Arts Consulenten (Regionale Arts Consulenten)-ers) en REC-ers van het RIVM worden GGD’en aangemoedigd tot het doen van onderzoek. Hier is een programmabudget voor beschikbaar en in de afgelopen jaren hebben veel GGD’en hier gebruik van gemaakt. Een overzicht van de onderzoeken die door dit programmabudget gefinancierd zijn, is op de website van de regionale ondersteuningsstructuur te vinden (Regionale ondersteuning infectieziektebestrijding | RIVM). De mate waarin GGD’en onderzoek doen naar infectieziekten gerelateerde onderwerpen verschilt echter sterk, en inzicht in de belemmerende of faciliterende factoren voor het doen van (wetenschappelijk) onderzoek ontbreekt. Inzicht in deze factoren kan helpen bij het vinden van manieren om op efficiënte wijze onderzoeksideeën, -ervaringen, en -resultaten uit te wisselen tussen GGD’en, zowel voor onderzoeksprojecten die gefinancierd worden uit het programmabudget, als voor projecten die op een andere manier worden gefinancierd.

Methode

We hebben een vragenlijst opgesteld om inzicht te krijgen in wensen, behoeften en eventuele knelpunten in de opzet of uitvoer van onderzoek . Tussen 17 september en 11 oktober 2021 is de vragenlijst door de REC-ers uitgezet bij IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)-afdelingen en onderzoeksafdelingen van de GGD’en. De vragenlijst is mondeling of schriftelijk afgenomen. De resultaten van de vragenlijst zijn samengebracht in een presentatie (gevolgd door een workshop) voor de NVIB-tweedaagse. 

Tijdens de workshop werden de ruim 70 aanwezigen opgesplitst in 3 groepen en werden de volgende vragen onder begeleiding van een voorzitter bediscussieerd:

  1. Hoe zouden GGD’en meer kunnen samenwerken op het gebied van IZB-onderzoek?
  2. Stel dat elke GGD elk jaar een onderzoeksartikel naar het Infectieziekten Bulletin (of (inter)nationaal vaktijdschrift) zou moeten sturen. Hoe zou dat concreet gaan bij jouw GGD?
  3. Kunnen we (een variant van) een tele-arena inzetten voor het delen van IZB-onderzoek?

De uitkomsten van de discussies zijn toegevoegd aan de uitkomsten van de vragenlijst. De belangrijkste bevindingen zijn geselecteerd en worden hier gepresenteerd.

Resultaten

Vragenlijst

Deelname

21 van de 25 GGD’en hebben de vragenlijst ingevuld. De vragenlijst is 15 keer beantwoord door een arts, 5 keer door een epidemioloog en 1 keer door een teamleider.

Behoefte aan het doen van onderzoek binnen de GGD

Respondenten van 20 van de 21 GGD’en gaven aan meer onderzoek te willen doen op het gebied van de algemene IZB (figuur 1). De thema’s seksuele gezondheid, COVID-19 en reizigersadvisering werden ook vaak genoemd als aandachtsgebieden voor meer onderzoek. Andere  onderzoeksgebieden waren milieu/klimaat (n=2), JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg), vaccinaties op maat, tuberculosebestrijding en hygiënezorg (allen 1x genoemd). 10 GGD’en (48%) gaven aan dat het doen van onderzoek  prioriteit heeft binnen de afdeling IZB. Bij de andere 11 GGD’en werd vaak aangegeven dat het geen prioriteit heeft, maar dat de GGD het doen onderzoek wel belangrijk vindt.

Aandachtsgebieden waarnaar GGD’en meer onderzoek zouden willen doen

Figuur 1. Aandachtsgebieden waarnaar GGD’en meer onderzoek zouden willen doen

Knelpunten bij het doen van onderzoek 

Tabel 1 geeft de genoemde knelpunten weer die het uitvoeren van meer onderzoek in de weg staan. Dit zijn vooral het gebrek aan onderzoekspersoneel (n=18), financiële ondersteuning (n=18) en IZB-personeel (n=14). Daarna noemt men onvoldoende inhoudelijke assistentie bij subsidieaanvragen (n=10). 
Vervolgens is gevraagd welke knelpunten prioriteit verdienen. Hierbij werden de factoren onvoldoende onderzoekspersoneel (n=7) en onvoldoende IZB-personeel (n=5) het meest genoemd.

Tabel 1. Knelpunten bij het doen van onderzoek

Knelpunten bij het doen van onderzoek (reacties van 21 GGD' en)  
Personeel epidemiologie/onderzoek 18
Financiële ondersteuning 18
IZB-personeel 14
Assistentie bij de dataverzameling 9
Assistentie bij het uitvoeren van analyses 9
Inhoudelijke assistentie bij het schrijven van studieprotocollen 8
Inhoudelijke assistentie bij het schrijven van wetenschappelijke analyses/artikelen 8
Nationale begeleiding via RIVM/universiteit 8
Samenwerking (GGD’en/multidisciplinair) 2
Anders1 2

1Anders, namelijk: langetermijn visie, projectmanagement

Beschikbare onderzoekscapaciteit

Er zijn grote verschillen tussen GGD’en in de hoeveelheid onderzoekcapaciteit die voor de afdeling IZB of de hele GGD beschikbaar is. Vier GGD’en (19%) gaven aan een eigen onderzoeker/onderzoeksteam voor IZB te hebben. Het viel op dat bij een meerderheid van de GGD’en de beschikbare capaciteit voor onderzoek bij de IZB en/of binnen de hele GGD tijdens COVID-19 verhoogd was ten opzichte van vóór COVID-19.

Ervaring met onderzoek doen

Vijftien van de 21 GGD’en (71%) hebben in de afgelopen 5 jaar gebruik gemaakt van de programmabudgetten van de regionale ondersteuningsstructuur van het RIVM (RAC/REC) voor het doen van onderzoek. Daarnaast wordt door een kleiner aantal GGD’en ook op andere manieren geld binnen gehaald voor onderzoek, waaronder coronagelden van de Rijksoverheid (n=7), subsidies van ZonMW Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) (n=5), het Aidsfonds (n=3), subsidie vanuit het ABR antibioticaresistentie (antibioticaresistentie) zorgnetwerk (n=2) of andere gemeentelijke/landelijke/Europese subsidies (n=4).

Zes van de 17 GGD’en (35%) die deze vraag hebben beantwoord, gaven aan minimaal één keer per jaar te publiceren in een internationaal, peer-reviewed vakblad; 3 GGD’en (18%) gaven aan dit minder vaak te doen en 8 GGD’en (47%) gaven aan de afgelopen 5 jaar geen internationale publicaties te hebben gehad. Dertien van de 16 GGD’en (81%) die deze vraag beantwoordden, gaven aan in de afgelopen 5 jaar minimaal één publicatie te hebben gehad in een nationaal vakblad of via een (poster)presentatie op een congres. 
Het meest genoemde thema waar onderzoek naar gedaan is, is algemene infectieziekten (waaronder COVID-19; 100%), gevolgd door vaccinaties (47%), seksuele gezondheid (47%) en antibioticaresistentie (41%). 

Delen van onderzoeksactiviteiten

Door alle GGD’en werd aangegeven dat er behoefte is aan het uitwisselen van ervaringen rondom onderzoeksactiviteiten tussen de GGD’en (figuur 2). Een internetpagina (n=14) of een webinar/tele-arena (n=14) werd hiervoor als het meest geschikte middel aangegeven. Ook een fysieke bijeenkomst (n=11) of uitwisseling per mail/ nieuwsbrieven (n=12) werden vaak genoemd. 

Behoefte van GGD’en om onderzoekservaringen uit te wisselen

Figuur 2. Behoefte van GGD’en om onderzoekservaringen uit te wisselen
1Anders, namelijk: via RAC/REC, GGD GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) kennisnet, forum

GGD’en werden ook gevraagd om een speerpunt te noemen bij de doorontwikkeling van de onderzoekscapaciteit op het gebied van infectieziekten. Enkele punten die vaak genoemd werden, zijn:

  • Vaste onderzoeker bij IZB/ betere samenwerking met epidemiologen/onderzoekers binnen de GGD;
  • Samenwerking met andere GGD’en;
  • Bijscholing zowel op het gebied van infectieziekten als onderzoek;
  • Continuering van het IZB-onderzoek na de COVID-19-pandemie.


Workshops

Hieronder beschrijven we de resultaten uit de workshops.

Thema 1:  Hoe zouden GGD’en meer kunnen samenwerken op het gebied van IZB-onderzoek?

Deelnemers aan deze workshop gaven aan dat het creëren van draagvlak bij het management en bestuur van de eigen GGD cruciaal is om vanuit de GGD ondersteund te worden. Zo ontstaat in de dagelijkse praktijk ruimte om (meer) onderzoek uit te voeren en samenwerkingen met andere GGD’en en instanties op te zetten en te onderhouden. Sommige deelnemers gaven aan kansen te zien in meer samenwerking met andere afdelingen binnen de GGD zoals onderzoek/epidemiologie of Jeugdgezondheidszorg. Deelnemers van relatief kleine GGD’en gaven aan dat samenwerkingen met grotere GGD’en of andere instanties nodig zijn om actief bij te kunnen dragen aan onderzoek. Huidige samenwerkingen met universiteiten en/of academische werkplaatsen werden verschillend gewaardeerd, van goed tot vrijwel afwezig; opvallend veel GGD’en ervaarden deze samenwerkingen als suboptimaal. Bij samenwerking met externe partijen zal een balans gevonden moeten worden tussen wetenschappelijke en meer praktijkgerichte onderzoeksvragen.
Het gebrek aan personeel beperkt de mogelijkheden, ook als er financiering is voor onderzoek. Geopperd werd dat artsen in opleiding tot specialist (AIOS) via het opleidingsinstituut NSPOH Netherlands School of Public & Occupational Health (Netherlands School of Public & Occupational Health) ingezet zouden kunnen worden voor onderzoeksactiviteiten (als onderdeel van de opleiding). 
Tenslotte werd besproken dat uitwisseling van informatie over recente/lopende onderzoeken bij andere GGD’en en het opstellen van een gezamenlijke of op elkaar afgestemde onderzoeksagenda bij zou kunnen dragen om in de informatiebehoefte te voorzien. Een onderzoeksagenda kan ook het gesprek met managers over het belang van onderzoek doen, ondersteunen.

Thema 2: Stel dat elke GGD elk jaar een onderzoeksartikel naar het infectieziektebulletin (of (inter)nationaal vaktijdschrift) zou moeten sturen, hoe zou dat concreet gaan bij jouw GGD? 

Drie onderwerpen werden in deze workshop besproken, namelijk onderzoeksthema’s, benodigd personeel en randvoorwaarden. Qua onderzoeksthema’s werden met name genoemd: COVID-19, klimaat en infectieziekten, seksuele gezondheid, vaccinaties, uitbraakonderzoek, antibioticaresistentie en verbeterde toegang tot de publieke gezondheidszorg. Voor het succesvol publiceren van onderzoek zijn verschillende partijen nodig, zowel intern (AIOS, IZB-arts, epidemioloog, administratieve medewerker, projectleider, privacy officer, manager, RAC/REC) als extern (microbioloog/infectioloog, RIVM, academische werkplaatsen, NVIB). Qua randvoorwaarden voor het uitvoeren van onderzoek werden o.a. goede ICT Informatie- en communicatietechnologie (Informatie- en communicatietechnologie) mogelijkheden, waaronder SPSS Statisch computerprogramma (Statisch computerprogramma), en toegang tot wetenschappelijke literatuur genoemd. Ook werd in deze workshop benoemd dat het uitwerken van een onderzoekslijn / kennisagenda kan helpen bij het streven naar een jaarlijkse publicatie.

Thema 3: Kunnen we (een variant van) een tele-arena inzetten voor de het delen van IZB-onderzoek?

Webinars of podcasts werden als interessante opties gezien, hoewel er wel discussie was over de haalbaarheid van een landelijke webinar. Juist het regionale karakter van onderlinge afstemming werd door een enkeling belangrijk gevonden. Bij dit soort webinars is vooral het doorspreken van technische zaken van onderzoek als zinvol benoemd, zoals confounding, bias en opzet van onderzoek. Ook werd het belang van een platform om onderzoeksresultaten te delen genoemd.

Conclusies en discussie

Samengevat kan uit de vragenlijsten en de workshops geconcludeerd worden dat:

  • er grote verschillen zijn in de beschikbare onderzoekscapaciteit per GGD;
  • er door GGD’en meer onderzoek gedaan wordt sinds de COVID-19 pandemie, en de wens bestaat om het doen van onderzoek te continueren of te intensiveren voor andere infectieziekten;
  • de samenwerking tussen GGD’en en wetenschappelijke instituten of universiteiten nog geoptimaliseerd kan worden;
  • er behoefte is aan informatie over onderzoeksactiviteiten van andere GGD’en, of een onderzoeksagenda (landelijk of regionaal);
  • financiële, personele en inhoudelijke ondersteuning vaak als knelpunt worden gezien bij de opzet en uitvoer van onderzoek.

De kracht van onze inventarisatie is dat de respons op de vragenlijst hoog was (respons van 84%) en veel GGD’en en het RIVM vertegenwoordigd waren bij de NVIB-tweedaagse. Mogelijke beperkingen zijn dat per GGD in de meeste gevallen slechts 1 persoon de vragenlijst heeft ingevuld en het daarom niet zeker is of deze persoon namens het gehele IZB-team sprak. Daarnaast was de vragenlijst deels mondeling en deel schriftelijk afgenomen, hetgeen van invloed kan zijn geweest op de gegeven antwoorden.

Met de resultaten van de vragenlijst en de discussies in de workshops hebben we ons gebogen over de vraag ‘hoe nu verder?’. Een duidelijk punt dat naar voren kwam in zowel de vragenlijst als in de workshops, was de behoefte aan het delen van onderzoeksmethoden en -resultaten tussen GGD’en. De regionale ondersteuningsstructuur (REC/RAC) kan de verbinding tussen GGD’en en regio’s goed leggen en hier dus een rol in spelen, bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten over onderzoek in de eigen REC/RAC regio of in de vorm van webinars voor een groter publiek. De wetenschapscommissie van de NVIB kan eveneens bijdragen aan het samenbrengen van onderzoekservaringen.

Een ander veelbesproken punt was het gebrek aan onderzoekscapaciteit. De REC’ers zien dit ook als een prioriteit en zullen de komende tijd pleiten voor structurele borging van epidemiologische ondersteuning van de teams IZB bij iedere GGD.
Er wordt  momenteel gewerkt aan een update van de website van de Regionale Ondersteuning Infectieziektebestrijding (Regionale ondersteuning infectieziektebestrijding | RIVM), waar onder andere een overzicht van de lopende en afgeronde RIVM regioprojecten te vinden is. Met een betere zoekfunctie moet het makkelijker worden voor GGD’en om zicht te krijgen op onderzoeksactiviteiten van andere GGD’en. Ook wordt de landelijke REC/RAC nieuwsbrief in een nieuw jasje gegoten. Deze zal zo’n tien keer per jaar uit komen en ook hierin zullen onder andere de updates over actuele onderzoeksprojecten die uit het regiobudget worden gefinancierd, te vinden zijn.

Dankwoord
Wij willen graag alle deelnemers bedanken die vanuit de verschillende GGD’en de vragenlijst hebben ingevuld, alsmede de deelnemers van de NVIB-tweedaagse.

 

Auteurs

F. Koedijk1, J. van den Boogaard2, E. Fanoy3, E. Generaal4, M. Heijnen5, S. Mujakovic6, M.D. Wissing7, R. Beuker5

  1. REC regio Oost, GGD Twente
  2. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM
  3. GGD Rotterdam-Rijnmond
  4. REC regio Noord-West, GGD Amsterdam
  5. GGD Haaglanden
  6. GGD Zuid-Limburg
  7. REC regio West, GGD West-Brabant

Correspondentie

F. Koedijk 

Reactie toevoegen