Go to abstract

Samenvatting

Mensen die in de zogeheten krimpregio's van Nederland wonen, hebben over het algemeen een minder goede gezondheid dan mensen in andere regio's. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat dit onder andere komt door de minder gunstige sociaal-economische situatie in deze regio's. Mensen met een lager inkomen of opleidingsniveau hebben vaak een slechtere gezondheid. Een andere oorzaak van de gezondheidsachterstanden is 'selectieve migratie'. Mensen die verhuizen, zijn doorgaans gezonder dan mensen die niet verhuizen. Als meer mensen uit een gebied vertrekken dan er zich vestigen, blijft een bevolkingsgroep over die minder gezond is. Dit is in de krimpregio's het geval. Het effect van selectieve migratie is mogelijk groter in de toekomst, omdat de bevolking in de krimpgebieden blijft afnemen en er ook meer krimpgebieden zullen ontstaan De krimpregio's zijn gebieden waar het aantal inwoners afneemt en liggen aan de randen van Nederland: Noordoost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeuws- Vlaanderen. Ongeveer 24 procent van de mensen in krimpgebieden voelt zich minder gezond, tegenover 19 procent elders in Nederland. Gezondheid is in dit onderzoek afgemeten aan de manier waarop mensen hun gezondheid ervaren. De ervaren gezondheid is namelijk een goede voorspeller van bijvoorbeeld zorggebruik en sterfte: mensen met een minder goede ervaren gezondheid, maken meer gebruik van zorgvoorzieningen en hebben een grotere kans om eerder te overlijden. De minder goede ervaren gezondheid in deze regio's, de vergrijzende bevolking en de afnemende bevolking zullen invloed hebben op de vraag naar zorg. Een aandachtspunt voor beleidsmakers is daarom in deze gebieden de zorg goed te laten aansluiten bij de behoefte. In deze dunbevolkte gebieden vereist dat soms andere voorzieningen dan in een stad, zoals zorg op afstand door de inzet van e-health. Een ander punt van aandacht zijn de gezondheidsachterstanden die gerelateerd zijn aan de sociaal-economische status van inwoners van krimpregio's. Tot op heden krijgen sociaal-economische gezondheidsverschillen in Nederland vooral aandacht in buurten (bijvoorbeeld krachtwijken) van grotere steden.

Abstract

People who live in regions with a declining population are generally less healthy than residents of other areas of the Netherlands. A study conducted by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) has shown that this is partly due to the less favourable socio-economic situation in these regions. People with lower incomes or a lower level of education are less healthy on average. 'Selective migration' is another cause of these health disparities. People who leave such regions are usually healthier than people who stay. If emigration from a particular region exceeds immigration into that region, the remaining population will be less healthy. This is the case in regions with a declining population. The effect of selective migration may increase in the future, as the population in these regions will continue to decrease and more such regions will emerge. There are currently three regions of the Netherlands with a declining number of inhabitants. They are all located near the borders of the Netherlands: North-east Groningen, South Limburg and Zeelandic Flanders. About 24 percent of the inhabitants of these regions perceive themselves as less healthy than average, compared to 19 percent in other parts of the country. In this study, health was measured in terms of self-perception, i.e. how people rate their own state of health. Self-rated health is a good predictor of mortality, the use of health care services and other indicators. People with below-average self-rated health status make more use of health care services and run a greater risk of dying at a relatively young age. The below-average self-rated health status in these regions, the ageing population, and the declining number of inhabitants will affect the demand for health care. Policy-makers must therefore devote attention to ensuring that health care services meet the demand for care in these regions. In less densely populated areas this may require different health care services from those in cities, including the use of e-health systems to provide telecare services. Another point for attention concerns health disparities related to the socioeconomic status of people living in regions with a declining population. In the Netherlands, attention to socio-economic health disparities has so far been largely focused on deprived neighborhoods in medium-sized and large cities.

Resterend

Grootte
502KB