Dwarsliggers van zwavelbeton en van hergebruikt plastic zijn het meest duurzaam voor het milieu. Dat blijkt ook uit een correctie van een eerder onderzoek van het RIVM, in opdracht van spoorbeheerder Prorail. De belangrijkste aanpassing is gedaan in de duurzaamheidsanalyse. Hierin zijn nu ook de verschillende bevestigingssystemen meegenomen.

Elk jaar vervangt Prorail 200.000 dwarsliggers. Dit zijn de delen van het spoor die onder de spoorstaven liggen. Prorail wil dat bij het maken en (her)gebruiken van dwarsliggers minder CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) vrij komt dan nu. 

Het RIVM heeft eerder zes verschillende typen dwarsliggers vergeleken met standaard betonnen exemplaren (Portland cement). Het gaat om dwarsliggers van met koper behandeld hout, onbehandeld hout, hergebruikt plastic dat is versterkt met staal, nieuw plastic dat is versterkt met staal, (nieuw) plastic dat is versterkt met glasvezel (composiet) en beton op basis van zwavel (in plaats van cement). Naar aanleiding van feedback van verschillende dwarsliggerproducenten op het originele rapport (2020-0126) is gebleken dat bevestigingsmiddelen in de duurzaamheidsanalyse per abuis niet voor alle dwarsligger-varianten is mee berekend. Dat is hersteld in deze nieuwe versie van het rapport. 

Het blijkt dat de keuze van bevestigingsmateriaal grote gevolgen kan hebben voor de broeikasgasemissies. Ook als met deze impact rekening wordt gehouden, zijn net als in de eerdere studie de dwarsliggers van zwavelbeton en dwarsliggers van hergebruikt plastic de milieuvriendelijkste keuze. Dat komt doordat de voordelen van deze materialen bij recycling zo groot zijn. 

Bij de beoordeling van de duurzaamheid is gekeken naar hoeveel broeikasgassen vrijkomen, de levensduur en de mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal. Ook is gekeken hoeveel land nodig is om het benodigde materiaal te winnen.