Infectieziektebestrijders worden met regelmaat geconfronteerd met situaties waarbij kennis van juridische achtergronden nodig is om juist en snel te kunnen handelen. Neem bijvoorbeeld de situatie waarbij brononderzoek uitwijst dat een patiënt met legionellose de bacterie zeer waarschijnlijk in de plaatselijke sauna heeft opgelopen. Mag de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) de patiënt op de hoogte stellen van de uitkomsten van het brononderzoek? Of neem de situatie waarbij blijkt dat een man hepatitis B heeft opgelopen, maar niet bereid is om zijn partner hiervan op de hoogte te stellen. Is het dan de taak van de hulpverlener om de partner te waarschuwen, zodat verdere transmissie voorkomen kan worden?

Deze juridische handreiking is bedoeld om in dergelijke situaties houvast te bieden aan artsen en verpleegkundigen die werkzaam zijn voor de GGD, door gerichte adviezen te geven die de hulpverlener in staat stellen om zelfverzekerd en correct op te treden. De handreiking is omwille van het gebruiksgemak ingedeeld per partij waarmee GGD’en te maken hebben. Overwogen is om de handreiking in te delen per wet, maar dit zou de toegankelijkheid niet ten goede komen en een indeling op basis van casuïstiek gaf onvoldoende structuur.

De handreiking is waar mogelijk geïllustreerd met jurisprudentie. Op veel vlakken is echter geen jurisprudentie voorhanden. Daar waar jurisprudentie ontbreekt is gebruik gemaakt van casuïstiek. De handreiking beschrijft de rechten en plichten van verschillende partijen. Voor wie iets meer wil weten van de wetten die het meest relevant zijn voor de infectieziektebestrijding zijn achterin samenvattingen te vinden van (delen van) de betreffende wetsteksten.