Algemeen

De hoofdluis is een parasiet: het beestje leeft van mensenbloed. Hij zoekt graag behaarde en warme plekjes op zoals achter de oren, in de nek of onder een pony. Een volwassen hoofdluis is ongeveer zo groot als een sesamzaadje. Hij is grijsblauw of, nadat hij bloed opgezogen heeft, roodbruin van kleur. Mensen en alle diersoorten hebben een eigen luizensoort. Hondenluizen kunnen bijvoorbeeld niet op mensen overleven en andersom.

De eitjes van de hoofdluis, de neten, zijn ongeveer 1 millimeter groot en zijn doorzichtig of grijswit. Ze lijken op roos. Maar roos zit los, terwijl neten juist aan de haren kleven. Levende neten zitten ongeveer tot 2 cm van de haarwortel. Neten die op grotere afstand zitten leven meestal niet meer of zijn al uitgekomen.

Hoofdluis kan kruipen en verspreidt snel. Een jonge hoofdluis komt na 7 tot 10 dagen uit het ei en is  7-10 dagen daarna volwassen. Alleen volwassen hoofdluizen kunnen eitjes leggen. Een hoofdluis leeft ongeveer één maand en legt in elke dag 5 of 6 eitjes. Uit deze eitjes komen weer nieuwe hoofdluizen. Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus belangrijk.

Hoofdluis kun je krijgen van contact met iemand die hoofdluis heeft: de luizen lopen van het ene hoofd naar het andere. Ze verplaatsen zich niet via kleding of andere spullen. Springen kunnen ze niet. Hoofdluis komt vaker bij kinderen voor, omdat tijdens het spelen of maken van selfies de hoofden elkaar raken. Ook volwassenen kunnen hoofdluis krijgen.

Na vakanties lijkt het vaak alsof er luizenplagen zijn doordat dan veel schoolkinderen gecontroleerd worden. Hoofdluis komt dan niet zozeer méér voor, maar wordt simpelweg vaker ontdekt.

Hoofdluis is beslist geen drama en je hoeft jezelf niets te verwijten als je kind hoofdluis heeft. Hoofdluizen kunnen geen ziekten overbrengen. Het is onschadelijk, maar het kan veel jeuk geven. Door krabben kunnen er infecties ontstaan. Het krijgen van hoofdluis heeft niets te maken met schone of vieze haren.

Controle

Hoofdluis begint vaak met jeuk, maar niet altijd. Als je controleert, kijk dan goed tussen de haren, vooral achter de oren en in de nek. Je ziet de hoofdluizen dan bewegen. Ook als je geen luizen ziet maar wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis. Die puntjes zijn eitjes van hoofdluis. Uit deze eitjes komen nieuwe hoofdluizen.

Gebruik een luizenkam of andere fijntandige kam om te controleren op hoofdluis. Met een luizenkam kan het moeilijk zijn om heel dik haar te kammen, dan kun je ook een andere fijntandige kam gebruiken.

Kam het haar met een fijntandige kam boven wit papier of de wasbak. De luizen zullen op het papier of in de wasbak vallen als kleine grijsblauw of roodbruin gekleurde spikkels. Ze zijn zo groot als een sesamzaadje en bewegen. Wanneer je controleert zonder te kammen, is de kans groot dat je luizen mist.

Neem de volgende stappen:

  1. Controleer alle gezinsleden.
  2. Behandel gezinsleden die hoofdluis hebben. Er zijn drie behandelmogelijkheden, zie hieronder.
  3. Vertel mensen in de directe omgeving dat je kind hoofdluis heeft. Denk aan school, kinderopvang, (sport)clubs, opa’s oma’s, de oppassen en ouders van vrienden.

Behandeling

Er bestaan twee soorten behandelingen om hoofdluis te verwijderen.

  1. De uitkambehandeling: Twee weken lang het haar dagelijks doorkammen met een fijntandige kam.
  2. De uitkambehandeling in combinatie met antihoofdluismiddel. Als je een antihoofdluismiddel gebruikt, is het belangrijk om ook dan het haar twee weken lang dagelijks te kammen met een fijntandige kam. 

Kam twee weken lang elke dag het haar met een fijntandige kam, in combinatie met crèmespoeling. Je gaat als volgt te werk:

  • Maak het haar door en door nat. Verdeel crèmespoeling door het haar.
  • Bescherm de ogen met een washandje en kam dan eerst met een gewone kam de klitten weg. Spoel dit niet uit.
  • Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier.
  • Pak een fijntandige kam en kam het haar van achter naar voren, tegen de hoofdhuid aan; start bij het ene oor en schuif, plukje voor plukje, na elke kambeweging op naar het ander oor.
  • Vastgeplakte neten kan je met je nagels verwijderen. Eventueel kan je ze eerst losweken door te deppen met azijn.
  • Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een stuk keukenpapier op papieren zakdoek. Gooi deze na afloop weg.
  • Spoel vervolgens de crèmespoeling uit het haar.
  • Maak de kam na gebruik schoon met water en zeep.

Als de uitkambehandeling niet heeft gewerkt dan kan je dit herhalen in combinatie met een antihoofdluismiddel.

De neten zijn moeilijk te verwijderen met kammen. Na 7 tot 10 dagen komt de neet van een hoofdluis uit. Dan kruipt een jonge hoofdluis uit het ei. Deze jonge hoofdluis is wel te verwijderen door te kammen met een fijntandige kam. Als je twee weken lang dagelijks kamt, verwijder je alle hoofdluizen voordat ze nieuwe eitjes kunnen leggen.

Je kunt het beste een hoofdluismiddel gebruik met dimeticon. Er zijn in Nederland verschillende antihoofdluismiddelen verkrijgbaar in de vorm van een lotion of shampoo. Deze middelen hebben de volgende werkzame stoffen:

  • dimeticon
  • malathion
  • permetrine

Tegen malathion en permetrine is de hoofdluis steeds vaker resistent (ongevoelig). Daarom hebben middelen met dimeticon de voorkeur. Tegen deze middelen is geen resistentie mogelijk, omdat dimeticon een andere werking heeft (het verstikt de luis).

Volg altijd de bijsluiter. Verder is het belangrijk om na de behandeling met een fijntandige kam het haar uit te kammen. Zo kan je zien of er nog levende luizen in het haar zitten. Behandel het haar na een week (volg de bijsluiter van het product) nog eens met hetzelfde middel. De antihoofdluismiddelen moeten allemaal gecombineerd worden met de uitkambehandeling: twee weken lang het haar dagelijks doorkammen met een fijntandige kam. Dit staat niet altijd in de bijsluiter vermeld.

De uitkambehandeling is de meest natuurlijke aanpak van hoofdluis. Er bestaan producten tegen hoofdluis die zijn gebaseerd op olie, maar daarvan is niet bewezen dat ze werken.

Bij zwangerschap en het geven van borstvoeding kan je de kambehandeling met crèmespoeling volgen. Het gebruik van antihoofdluismiddelen op basis van malathion en permetrine wordt afgeraden aan zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven. Wij adviseren je antihoofdluismiddelen op basis van dimeticon alleen te gebruiken in overleg met een arts. Voor baby’s onder de 6 maanden adviseren wij de uitkambehandeling. Antihoofdluismiddelen mogen bij zwangeren en baby’s onder de 6 maanden alleen onder medisch toezicht worden gebruikt.

Als je kort na de behandeling weer hoofdluis ontdekt, hoeft dit niet te betekenen dat de behandeling niet heeft gewerkt. Er kan ook sprake zijn van een nieuwe besmetting. Je kunt dan opnieuw behandelen.

Als je een antihoofdluismiddel met de stoffen malathion of permetrine hebt gebruikt, is het mogelijk dat de hoofdluis ongevoelig (resistent) is geworden. Behandel dan met een antihoofdluismiddel op basis van dimeticon, want daartegen is geen resistentie mogelijk. Kam het haar dagelijks nauwkeurig met een fijntandige kam. Dit is erg belangrijk voor het slagen van de behandeling.

Andere maatregelen en preventie

Het is belangrijk aan iedereen in de omgeving te laten weten dat je hoofdluis hebt gevonden. Denk aan de school, kinderopvang of (sport)clubs, opa’s, oma’s, oppassen en ouders van vriendjes. Zij kunnen dan ook controleren en zo voorkomen dat kinderen opnieuw besmet raken. Vooral op school is het belangrijk om alle kinderen uit een groep tegelijk te controleren. Bovendien moet de behandeling van kinderen met hoofdluis op dezelfde dag starten. Dit voorkomt dat de luizen zich toch verspreiden. Daarnaast is het advies om de hele schoolklas twee weken later opnieuw te controleren.

Zijn er extra maatregelen in de omgeving nodig?

Nee, luizen verspreiden zich door van het ene haar naar het andere haar te lopen. Een hoofdluis die niet meer op een hoofd zit, kan niet lang overleven. Er zijn daarom weinig aanwijzingen voor verspreiding via beddengoed of jassen. Het effect van maatregelen zoals het wassen van beddengoed, knuffels, jassen en het stofzuigen van de auto is dan ook onvoldoende bewezen. Ook het gebruik van een luizencape of luizenzak draagt niet bij aan het voorkomen van de verspreiding van hoofdluis.

Luizen verspreiden zich snel, dus controleer meteen ook alle huisgenoten als je hoofdluis hebt ontdekt. Controleer huisgenoten die in eerste instantie geen hoofdluis hadden elke week, twee weken lang.

Nee, maar regelmatig controleren (1 keer per maand) kan veel werk schelen.

Ja, er is geen reden om thuis te blijven nadat de persoon met hoofdluis behandeld is. Wel is het belangrijk om het te melden op school, sportclub of kinderopvangcentrum, zodat ouders de klas- of groepsgenoten ook kunnen controleren.

Hoofdluizen kunnen niet via zwemwater overgedragen worden. Hoofdluizen hebben klauwtjes waarmee ze zich goed aan haren vasthouden. Hoewel hoofdluizen niet kunnen zwemmen, verdrinken ze niet tijdens het zwemmen of wassen van de haren. Een verzwakte hoofdluis die onverhoopt de haren loslaat en al drijvend een ander hoofd weet te bereiken, kan waarschijnlijk niet overleven. Lees meer in het IB-artikel 'Kan een hoofdluis zwemmen'.

Scholen en kinderopvangcentra kunnen de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) om hulp vragen en daarnaast ouders inschakelen bij de bestrijding van hoofdluis. Zo kan een school bijvoorbeeld een ouderwerkgroep instellen die kinderen regelmatig (na elke schoolvakantie) controleert op hoofdluis. Of een werkgroep die helpt bij het geven van voorlichting en advies. Een school kan bovendien zorgen voor een standaardprocedure over hoe om te gaan met hoofdluis. De procedure moet bekend gemaakt worden bij ouders. De school kan dit in het schoolreglement opnemen.

Daarnaast kunnen ouders én kinderen gestimuleerd worden om regelmatig te controleren op hoofdluis, en hoofdluis te melden aan de school. Als een kind hoofdluis heeft, is het verstandig om alle kinderen uit die groep een informatiebrief over hoofdluis mee naar huis te geven of om de ouders van die groep een e-mail te sturen. Een voorbeeld kan je vinden bij de informatiematerialen op deze website.

  • Zorg dat de procedure bij iedereen bekend is.
  • Spreek af wanneer de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) wordt ingeschakeld.
  • Spreek af hoe de nacontrole wordt geregeld.
  • Informeer ouders regelmatig over hoofdluis en de afspraken daarover.

Heb je meer vragen over hoofdluis?

Vraag het de GGD-afdeling Infectieziekten of de huisarts.