Man harkt zijn tuin aan

Gewassen van volkstuinencomplex ‘Volkstuin Delta’ in Helmond bevatten meer PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) dan gewassen uit volkstuincomplexen die niet dicht bij een PFAS-bron liggen. Toch kunnen moestuinhouders van Volkstuin Delta hun zelf geteelde groenten en fruit blijven eten. 
Dat blijkt uit berekeningen van het RIVM. Wel is het beter om niet elke dag uit de moestuin te eten. Zo kunnen moestuinhouders de totale hoeveelheid PFAS die ze binnenkrijgen verminderen. 
 

PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) zitten ook in andere voedselproducten en drinkwater. Het RIVM berekende eerder al dat mensen in Nederland daardoor meer PFAS binnenkrijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde. 

PFAS uit moestuin blijft onder gezondheidskundige grenswaarde

Het RIVM heeft berekend hoeveel PFAS mensen binnen kunnen krijgen als zij elke dag eten uit hun eigen moestuin op Volkstuin Delta. Deze hoeveelheid is vergeleken met de gezondheidskundige grenswaarde voor deze stoffen. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)) heeft deze bepaald. Uit het RIVM-onderzoek blijkt dat de hoeveelheid PFAS die moestuinhouders binnen kunnen krijgen uit de zelf geteelde gewassen onder deze gezondheidskundige grenswaarde blijft.

Eet niet elke dag van de moestuin 

Er zitten meer PFAS in de gewassen uit Volkstuin Delta dan in gewassen uit twee andere volkstuinencomplexen en meer dan in voedselproducten uit de winkel. Dat komt omdat Volkstuin Delta vlakbij een bedrijf ligt dat jarenlang PFAS-houdend teflon heeft verwerkt. Via de bodem en het grondwater zijn daardoor PFAS in de gewassen van de moestuinen terechtgekomen. 
Moestuinhouders van Volkstuin Delta kunnen minder PFAS binnenkrijgen als ze het eten van hun eigen gewassen afwisselen met groenten en fruit uit een winkel. 

Over PFAS

PFAS zijn stoffen die door de mens gemaakt zijn. Ze komen van nature niet voor in voedsel of drinkwater. Door emissies uit fabrieken en bijvoorbeeld door het gebruik in brandblusmiddelen zijn de stoffen in onze leefomgeving terecht gekomen. En daardoor ook in voedsel en drinkwater. Als mensen over langere tijd meer PFAS binnenkrijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde, dan kan dat schadelijk zijn voor de gezondheid.

Minder PFAS

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat er minder PFAS in de leefomgeving terechtkomen. Daarom werkt het RIVM in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat mee aan een Europees voorstel om de productie, het gebruik en de verkoop van PFAS aan banden te leggen. Omdat PFAS heel langzaam afbreken, blijven ze nog jarenlang in onze leefomgeving aanwezig. Daarom werkt de overheid er aan om het contact met deze stoffen zoveel mogelijk te voorkomen. De kennis over PFAS en gezondheid is en blijft in ontwikkeling. Het RIVM doet onder andere naar PFAS in bodem, oppervlaktewater en drinkwater.