Wat zijn houtpellets?

Steeds meer mensen kiezen voor een pelletkachel in hun woning: een kachel die wordt verwarmd met houtpellets. Houtpellets zijn brokjes samengeperst hout (niet te verwarren met pallets; de houten plateaus waarop je spullen kunt vervoeren). Pelletkachels kunnen verschillende functies hebben, afhankelijk van de capaciteit:

  • een losse pelletkachel verwarmt meestal één kamer en is ook vaak voor de gezelligheid;
  • een pelletkachel-cv verwarmt het hele huis;
  • een pelletketel verwarmt het hele huis én zorgt voor warm water.

De houtpellets worden vanuit een opslagbak of opslagruimte mechanisch naar de vuurkorf getransporteerd. Daar worden de pellets ontstoken. De kachel regelt vervolgens automatisch de aanvoer van lucht en pellets, afhankelijk van de warmte die je vraagt. De rookgassen worden naar buiten geblazen door een gesloten afvoer. De warmte komt door een ventilator de woning binnen (Verwarminginfo, 2019). Pelletketels voor centrale verwarming werken volgens hetzelfde principe. De ketel verwarmt daarbij water dat via leidingen naar de radiatoren of de vloerverwarming gaat. De ketel geeft zelf nauwelijks warmte af en staat in een aparte ruimte, bijvoorbeeld de bijkeuken of garage. De ketel, het voorraadvat en de houtpellets nemen behoorlijk wat ruimte in (Milieucentraal, 2019). Een schematische weergave van een pelletketel is weergegeven in de onderstaande paragraaf Koolmonoxiderisico’s door opslag van houtpellets. Het verbruik van pellets varieert per pelletkachel; van 0.3 tot 1.2 kilo per uur. De grootte van de opslagruimte kan sterk variëren, en is mede afhankelijk van de grootte en de functie van de kachel of ketel.

Pelletkachels en pelletketels zijn verbrandingstoestellen waarin, net als in andere verbrandingstoestellen, koolmonoxide kan ontstaan. Een goede werking van het toestel en een gesloten rookgasafvoer zijn dan ook belangrijk om te voorkomen dat koolmonoxide vrijkomt. Maar daarnaast brengen pelletkachels een nieuw risico met zich mee. In de opslagruimte van de houtpellets kan door auto-oxidatie koolmonoxide ontstaan. Auto-oxidatie is een proces waarbij spontaan koolmonoxide en kooldioxide ontstaan, zonder dat sprake is van brand of broei. Het betreft een chemische reactie van zuurstof uit lucht met de (vooral onverzadigde) vetzuren in het hout. Auto-oxidatie verloopt bij houtpellets aanzienlijk sneller dan bij andere houtproducten. De reden is dat een houtpellet een veel kleiner volume heeft dan houten stammen, blokken of snippers. Daardoor is de verhouding tussen oppervlak en volume groter (van den Berg, 2014). Er zijn verschillende factoren van invloed op dit proces (HSE, 2012):

  • De ‘leeftijd’ van de pellets: in de eerste zes weken na de productie produceren de houtpellets meer koolmonoxide.
  • Temperatuur: hoe warmer het is, hoe meer koolmonoxide vrijkomt.
  • Houtsoort: pellets die gemaakt zijn van dennenhout bevatten meer onverzadigde vetzuren dan pellets van sparrenhout, daardoor produceren ze meer koolmonoxide.
  • Hoeveelheid zuurstof: naarmate er meer zuurstof beschikbaar is, wordt meer koolmonoxide geproduceerd.
  • Pelletoppervlak: hoe groter het pelletoppervlak, hoe meer koolmonoxide wordt geproduceerd.
  • Mechanische wrijving: de koolmonoxideproductie neemt toe naarmate er meer mechanische wrijving is geweest.

Figuur: Een verwarmingssysteem op basis van houtpellets (Bron: Gauthier et al., 2012).

De concentratie koolmonoxide kan in de vaak slecht geventileerde opslagruimte voor houtpellets hoog oplopen, tot dodelijke concentraties.
In zowel Nederland als in het buitenland zijn door het vrijkomen van koolmonoxide uit houtpellets incidenten geweest met dodelijke slachtoffers. Tussen 2002 en 2012 zijn er in Europa ten minste negen doden gevallen als gevolg van koolmonoxidevergiftiging doordat mensen een opslagruimte voor houtpellets binnengingen. Bij vier incidenten betrof het personeel dat een vrachtruimte van een schip inging, bij twee incidenten betrof het personeel dat een houtpelletsilo betrad. Drie dodelijke incidenten vonden plaats in woningen (HSE, 2012). In Nederland zijn tot op heden nog geen incidenten geweest in particuliere huishoudens. Wel is er in januari 2018 een koolmonoxide-incident met dodelijke afloop geweest in een zwembad waar gestookt werd met houtpellets. De medewerker kwam vast te zitten in de opslag van de houtpellets en is overleden.

De pelletkachel wint in Nederland steeds meer aan populariteit. In 2018 voerde de Stichting Nederlandse Haarden en Kachelbranche (NHK) een onlineonderzoek uit om inzicht te krijgen in het aantal gas-, hout- en pelletgestookte (open) haarden en kachels in Nederland. Het onderzoek geeft aan dat, hoewel signalen uit de markt laten zien dat de pelletkachel in opkomst is, in 2018 slechts 3% van de huishoudens over een pelletkachel beschikte. Dat komt neer op ongeveer 50.000 pelletkachels. De pelletkachels zijn relatief gezien vaak nieuw; 69% van de pelletkachels is jonger dan vijf jaar. De pelletkachel wordt vaker dan bijvoorbeeld een houtkachel gebruikt als hoofdverwarming; ruim twee op de vijf pelletkachels dient als hoofdverwarmer van een woning. Huishoudens die een pelletkachel hebben, verbruiken gemiddeld 927 kilo pellets per jaar (Right Marktonderzoek en Advies B.V. 2018).

Het is niet duidelijk hoe vaak in Nederland bij particulieren de opslag van houtpellets los in een opslagruimte plaatsvindt en hoe groot het risico op (te veel) auto-oxidatie in deze relatief kleine opslagruimten is. Volgens de Stichting Nederlandse Haarden en Kachelbranche (2018), vindt opslag voor kleinere installaties ook vaak plaats in zakken van 10 kg kilogram (kilogram). Het risico op auto-oxidatie is dan nihil, omdat in de verpakking nauwelijks zuurstof aanwezig is. Het lijkt echter niet aannemelijk dat huishoudens met een pellet-cv de ketel handmatig bijvullen met pellets, omdat dat een tijdrovende klus is. Waarschijnlijker is dat die pellets los in een opslagruimte of vat worden opgeslagen. De incidenten bij huishoudens in het buitenland vonden plaats in grote, gemeenschappelijke opslagruimten (voor meerdere huishoudens). Volgens Gaulthier et al. (2012) is het echter aannemelijk dat ook in kleinere opslagruimten hoge concentraties koolmonoxide kunnen ontstaan. Op basis van de informatie die we nu tot onze beschikking hebben, kunnen we niet goed voorspellen of we in de toekomst in Nederland te maken zullen krijgen met koolmonoxide-incidenten in houtpelletopslagruimten.