Krentenbaard is een ontsteking van de huid. Mensen krijgen deze ontsteking door een bacterie. Krentenbaard is besmettelijk.

Krentenbaard komt vooral voor bij jonge kinderen.

  • Er komen rode vlekken of bultjes in het gezicht, vooral bij de neus en de mond.
  • De plekken kunnen ook op andere delen van het lichaam zitten.
  • De ontsteking begint soms op een plaats waar al een wondje zit.
  • De bultjes worden blaasjes met vocht erin.
  • Als de blaasjes open gaan, worden het natte plekjes met gele korstjes.
  • De plekken met blaasjes en korstjes kunnen snel groter worden.
  • De plekken kunnen pijn doen en jeuken.

De tijd tussen besmet raken en het krijgen van bultjes en blaasjes is 4 tot 14 dagen.

De bacterie zit in de neus en keel van iemand die besmet is. Veel mensen dragen de bacterie bij zich zonder dat zij zelf klachten krijgen. Door hoesten, niezen en praten, komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken.

Het vocht dat in de blaasjes zit, is erg besmettelijk. Door aan de plekken te zitten, komt de bacterie op de handen. Zo kun je jezelf op andere plekken op je lichaam besmetten. Ook kan het op bijvoorbeeld speelgoed en andere spullen terechtkomen. Hierdoor kan iemand anders besmet raken.

Iedereen kan krentenbaard krijgen. Krentenbaard komt het meest voor bij jonge kinderen.

De kans op krentenbaard is groter wanneer de huid al kapot is door bijvoorbeeld:

  • een muggenbult,
  • eczeem,
  • waterpokken,
  • schaafwondjes.

Bij blaasjes:

  • Probeer het vocht uit de blaasjes niet aan te raken.
  • Was de handen als er toch contact met het vocht is geweest.
  • Is er vocht uit de blaasjes op speelgoed of andere spullen gekomen? Maak het dan schoon.

Bij hoesten of niezen:

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van je elleboog.
  • Gebruik een zakdoek maar één keer.
  • Gooi de zakdoek na gebruik weg.
  • Was hierna je handen.
  • Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.

En verder:

  • Was regelmatig de handen met zeep, zeker na een flinke hoest- en niesbui.
  • Houd de nagels kort.
  • Plak geen pleisters op de plekken. Dat kan de plekken juist groter maken. Probeer de plekken zoveel mogelijk te bedekken met kleding. Dat ziet er minder erg uit en kinderen krabben dan minder.

Als je denkt dat je (kind) krentenbaard heeft, overleg dan met de huisarts. Met een goede behandeling geneest krentenbaard snel. Dit kan een zalf zijn of tabletten die een dokter voorschrijft.

Krentenbaard is niet meer besmettelijk:

  • Als de blaasjes droog zijn,
    en/of
  • 2 dagen na het begin van een behandeling met tabletten of zalf (door een arts voorgeschreven).

Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar een kindercentrum of school.

Heeft je kind krentenbaard? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Gemeentelijke Gezondheidsdienst  andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van krentenbaard bij hun kind.

Een volwassene met krentenbaard die zich goed voelt, kan gewoon werken. Werk je:

  • in de zorg?
  • met kleine kinderen?

Dan moet je eerst overleggen met de GGD/bedrijfsarts of met je werkgever voor je weer gaat werken.

Heb je meer vragen over krentenbaard?

Vraag het de GGD-afdeling Infectieziekten of de huisarts.