Go to abstract

Samenvatting

Om de luchtkwaliteit in Nederland te monitoren werken de luchtkwaliteitsmeetnetten van het RIVM, de GGD Amsterdam en de DCMR Milieudienst Rijnmond samen. Het RIVM toetst jaarlijks of de meetgegevens zodanig vergelijkbaar zijn dat ze gezamenlijk kunnen worden gebruikt. Dat blijkt ook in 2014 het geval te zijn. Hierbij wordt vooral gekeken naar de gegevens over stikstofdioxide, fijn stof en ozon. De jaarlijkse toets vloeit voort uit de functie van het RIVM als landelijk referentielaboratorium voor de luchtkwaliteit. Hiervoor voert het RIVM op een meetlocatie van elk van de netwerken doorlopend dezelfde metingen, waarna de gegevens met elkaar worden vergeleken. Deze steekproeven zijn representatief voor de overige meetlocaties van de netwerken. In 2014 zijn voor DCMR de data van stikstofdioxide vergeleken; voor GGD Amsterdam gaat het om de data van stikstofdioxide, ozon en fijn stof (PM2,5). Alle drie de instanties zijn geaccrediteerd (ISO 17025) om de desbetreffende metingen te voeren. Deze toets is ook onderdeel van deze accreditatie. Voor alle stoffen worden Europese referentiemethoden gebruikt.

Abstract

The air-quality monitoring networks of the RIVM, the GGD Amsterdam and the DCMR Environmental Services Rijnmond are collectively used to monitor the air quality in The Netherlands. An evaluation performed by the RIVM on data for the year 2014 shows that the data for nitrogen dioxide, ozone and PM2.5 obtained by the RIVM and GGD Amsterdam are sufficiently comparable to be exchanged between these networks. A similar conclusion holds for data for nitrogen dioxide of the RIVM and the DCMR Environmental Services Rijnmond. All networks are accredited (ISO 17025) for the above measurements. As a consequence, it may be assumed that the comparability equally holds for the complete monitoring networks.

Resterend

Grootte
2.59MB